De campussen van Vitaz en AZ Sint-Blasius bestrijken de hele regio en zijn dus goed geplaatst om het algemene opzet van de klinische ziekenhuisnetwerken waar te maken. Met name is dat goed toegankelijke basiszorg aanbieden en gespecialiseerde tweedelijnszorg meer concentreren.

Bottom-up

Om het nieuwe zorgstrategische plan in te vullen, opteerde Mira naar eigen zeggen voor een bottom-up benadering. Onder meer werd het plan besproken met de huisartsen en met het netwerk geestelijke gezondheidszorg. De bottom-up benadering impliceert ook dat de verdere praktische invulling nog veel overleg zal vergen.

Het plan speelt in op toekomstige noden, bijvoorbeeld inzake beddencapaciteit. Steeds meer zorg gebeurt ambulant of in het dagziekenhuis en dus bouwt de overheid het aantal ziekenhuisbedden af. Daarmee houdt men rekening.

Beide ziekenhuizen zijn ook ambitieus. Ze ijveren bijvoorbeeld voor de installatie van een PET-scan in de regio. "We willen ook erkenningen bekomen voor de behandeling van zeldzame tumoren," aldus Karen Pieters, algemeen directeur van AZ Sint-Blasius.

Uitdrukkelijk geven Vitaz en AZ Sint-Blasius aan dat ze als twee acute ziekenhuizen naast elkaar blijven bestaan. "Wel evolueren we op langere termijn naar een eenheid van visie, leiding en vermogen," legt Stefan Van Den Brouck, algemeen directeur van Vitaz uit. "Beide raden van bestuur en beide medische raden hebben daar hun akkoord voor gegeven."

Bredere context

In een volgende fase stelt elk ziekenhuis binnen die krijtlijnen en in onderling overleg een eigen zorgstrategisch plan op. Daarmee legt men het fundament voor toekomstige grote investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur. Grote investeringen worden dus sowieso eerst doorgesproken binnen het netwerk. Vitaz en AZ Sint-Blasius gebruiken voor het EPD bijvoorbeeld al dezelfde software.

Mira-voorzitter prof. Anne De Paepe wijst erop dat de netwerken binnen Zorgnet-Icuro een stuurgroep hebben opgericht. De stuurgroep lijst knelpunten, vragen enz. op en confronteert er de overheid mee.

Volgens De Paepe vinden de artsen van verschillende disciplines elkaar trouwens steeds meer in Mira. In toenemende mate delen ze expertise en zijn ze aanwezig in diverse gemeenschappelijke organen zoals de raad van bestuur, de medische raad, het college van hoofdartsen, het managementteam enz.

De campussen van Vitaz en AZ Sint-Blasius bestrijken de hele regio en zijn dus goed geplaatst om het algemene opzet van de klinische ziekenhuisnetwerken waar te maken. Met name is dat goed toegankelijke basiszorg aanbieden en gespecialiseerde tweedelijnszorg meer concentreren. Om het nieuwe zorgstrategische plan in te vullen, opteerde Mira naar eigen zeggen voor een bottom-up benadering. Onder meer werd het plan besproken met de huisartsen en met het netwerk geestelijke gezondheidszorg. De bottom-up benadering impliceert ook dat de verdere praktische invulling nog veel overleg zal vergen.Het plan speelt in op toekomstige noden, bijvoorbeeld inzake beddencapaciteit. Steeds meer zorg gebeurt ambulant of in het dagziekenhuis en dus bouwt de overheid het aantal ziekenhuisbedden af. Daarmee houdt men rekening. Beide ziekenhuizen zijn ook ambitieus. Ze ijveren bijvoorbeeld voor de installatie van een PET-scan in de regio. "We willen ook erkenningen bekomen voor de behandeling van zeldzame tumoren," aldus Karen Pieters, algemeen directeur van AZ Sint-Blasius.Uitdrukkelijk geven Vitaz en AZ Sint-Blasius aan dat ze als twee acute ziekenhuizen naast elkaar blijven bestaan. "Wel evolueren we op langere termijn naar een eenheid van visie, leiding en vermogen," legt Stefan Van Den Brouck, algemeen directeur van Vitaz uit. "Beide raden van bestuur en beide medische raden hebben daar hun akkoord voor gegeven." In een volgende fase stelt elk ziekenhuis binnen die krijtlijnen en in onderling overleg een eigen zorgstrategisch plan op. Daarmee legt men het fundament voor toekomstige grote investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur. Grote investeringen worden dus sowieso eerst doorgesproken binnen het netwerk. Vitaz en AZ Sint-Blasius gebruiken voor het EPD bijvoorbeeld al dezelfde software.Mira-voorzitter prof. Anne De Paepe wijst erop dat de netwerken binnen Zorgnet-Icuro een stuurgroep hebben opgericht. De stuurgroep lijst knelpunten, vragen enz. op en confronteert er de overheid mee.Volgens De Paepe vinden de artsen van verschillende disciplines elkaar trouwens steeds meer in Mira. In toenemende mate delen ze expertise en zijn ze aanwezig in diverse gemeenschappelijke organen zoals de raad van bestuur, de medische raad, het college van hoofdartsen, het managementteam enz.