De federale eenheid audit ziekenhuizen, van de FOD Volksgezondheid en het Riziv, maakte een update van het 'Overzichtsrapport covid-19'. Dat probeert de opgebouwde zorgachterstand in kaart te brengen.
De update dateert van eind oktober 2022, maar werd in januari dit jaar gemaakt. Ze brengt zes golven in kaart, tot en met mei vorig jaar. Vooral tijdens de twee eerste golven in 2020 werd behoorlijk wat achterstand opgelopen in de reguliere zorg. Het voorjaar van 2022 kende nog twee golven. De vijfde golf in januari en februari 2022 had duidelijk meer impact dan de zesde golf, die te vergelijken was met de derde en vierde golf in 2021. Toen werd telkens ongeveer 90% van de zogenaamde 'gemengde' activiteit (tussen essentieel en niet-essentieel) behouden. De zesde golf kwam er onmiddellijk na de vijfde en liep tot eind mei. Ondertussen hebben we negen covidgolven achter de rug.
Voor de essentiële chirurgische ingrepen zou het nog 19 maanden duren voordat de achterstand is ingehaald
Bij benadering
Het rapport brengt de achterstand in kaart in de chirurgie, de diensten interne geneeskunde, de oncologie en de psychiatrie. Het probeert de inlooptijd voor de opgebouwde achterstand te berekenen, maar dat is moeilijk - vooral wegens de onbekende factoren. De auditcel beschikt niet over precieze cijfers omtrent de uitval van het personeel. Welke impact gaat covid nog verder hebben op de zorg, en in hoeverre vertraagt werken in coronaveilige omstandigheden de in te lopen prestaties? Welke zorg kan of moet niet meer ingehaald worden? Sommige klachten zijn mogelijk spontaan verdwenen of zijn op een andere manier behandeld. Welke zorgbehoeften zijn er intussen bijgekomen, postcovidklachten, gevolgen van het uitstellen van zorg?
Lees verder onder de grafiek
Niet alle zorg moet trouwens ingehaald worden. Voor sommige prestaties is er bekende overconsumptie, bijvoorbeeld meniscectomie. Bij andere prestaties is de grens tussen medische en andere indicaties vaag: varices, neustussenschotcorrecties,... Er waren tussen de covidgolven door wel een aantal - soms belangrijke - inhaalbewegingen, maar het gros van de opgebouwde achterstand moet nog worden ingehaald.
Het inschatten van de zorgachterstand gebeurt door het aantal gefactureerde prestaties in een bepaalde maand te vergelijken met wat - op grond van de vorige jaren - dan verwacht kon worden. Dat gebeurde bijvoorbeeld voor de verschillende disciplines in chirurgie en in interne geneeskunde. Voor neurochirurgie, thoraxheelkunde, plastische heelkunde... geeft het rapport grafieken en data voor telkens de top tien van prestaties - evenzo voor geriatrie, neurologie, cardiologie, enzovoort binnen de interne geneeskunde. Het beeld van de achterstand is erg gemengd. Over het algemeen is de achterstand het kleinst in de meest essentiële zorg, als gevolg van een correcte prioriteitstelling binnen de diensten, schat de auditcel.
Aandachtspunten
Toch zijn er heel wat aandachtspunten: voor openhartoperaties en orgaantransplantaties, bijvoorbeeld, komt er een belangrijke inhaaloperatie aan. In de geriatrie is er nog een grote achterstand ondanks een belangrijke inhaalbeweging. Longartsen bleven in 2022 zelfs nog achterstand opbouwen. In de oncologie werd de achterstand over het algemeen beperkt en veelal ingelopen, maar dat geldt niet voor allogene beenmergtransplantaties en voor een aantal gastro-intestinale ingrepen, bijvoorbeeld. In de psychiatrie zou er intussen veelal sprake zijn van een plateau met een beperkte achterstand. Maar dat is zonder dat de toegenomen vraag tijdens de covidcrisis, vooral in de jeugdpsychiatrie, mee in rekening is genomen.
Voor de chirurgische ingrepen berekende de auditcel de inlooptijd, uitgaande van vijf procent extra capaciteit op jaarbasis. Voor de essentiële ingrepen zou het zo nog 19 maanden duren voordat de achterstand is ingehaald en voor 'gemengde' interventies 17 maanden. Voor niet-essentiële prestaties zou het zes jaar en tien maanden duren. Maar dat houdt in dat ook de overconsumptie wordt ingehaald, wat niet de bedoeling is. Dat er nu meer gastric bypass-operaties worden uitgevoerd dan voor de covidcrisis, vindt de auditcel een voorbeeld van een verkeerd gestelde prioriteit.
Aanbevelingen
De auditcel formuleert aanbevelingen, met maatregelen die vaak een behoorlijk ingrijpende aanpassing van ons gezondheidssysteem vereisen. Belangrijk is een snellere doorstroming van gegevens in real time die nodig zijn om de beschikbare capaciteit in te schatten. De federale overheid moet over een realtime dashboard beschikken dat kan inzoomen op een regio, een netwerk, een ziekenhuis. De doorstroming van facturatie- en pathologiegegevens moet sneller, met uitbreiding van 'intelligente' capaciteit (EPD, Snomed, datamining,...).
Andere aanbevelingen gaan over wetenschappelijk onderbouwde prioriteitstelling, samenwerking met de artsen, een rationelere inzet van middelen en van mankracht door onder meer het financierings- en verloningsmechanisme, het aanmoedigen van evidence-based werken via de nomenclatuur, conventies,... De auditcel suggereert vaak concrete maatregelen die inzetten op verdere uitbreiding van telegeneeskunde, het versterken van de rol van de huisarts, het uitzuiveren van de taken van ziekenhuisverpleegkundigen en het verhogen van de 'patient-to-nurse'-ratio.
De update dateert van eind oktober 2022, maar werd in januari dit jaar gemaakt. Ze brengt zes golven in kaart, tot en met mei vorig jaar. Vooral tijdens de twee eerste golven in 2020 werd behoorlijk wat achterstand opgelopen in de reguliere zorg. Het voorjaar van 2022 kende nog twee golven. De vijfde golf in januari en februari 2022 had duidelijk meer impact dan de zesde golf, die te vergelijken was met de derde en vierde golf in 2021. Toen werd telkens ongeveer 90% van de zogenaamde 'gemengde' activiteit (tussen essentieel en niet-essentieel) behouden. De zesde golf kwam er onmiddellijk na de vijfde en liep tot eind mei. Ondertussen hebben we negen covidgolven achter de rug. Het rapport brengt de achterstand in kaart in de chirurgie, de diensten interne geneeskunde, de oncologie en de psychiatrie. Het probeert de inlooptijd voor de opgebouwde achterstand te berekenen, maar dat is moeilijk - vooral wegens de onbekende factoren. De auditcel beschikt niet over precieze cijfers omtrent de uitval van het personeel. Welke impact gaat covid nog verder hebben op de zorg, en in hoeverre vertraagt werken in coronaveilige omstandigheden de in te lopen prestaties? Welke zorg kan of moet niet meer ingehaald worden? Sommige klachten zijn mogelijk spontaan verdwenen of zijn op een andere manier behandeld. Welke zorgbehoeften zijn er intussen bijgekomen, postcovidklachten, gevolgen van het uitstellen van zorg? Lees verder onder de grafiekNiet alle zorg moet trouwens ingehaald worden. Voor sommige prestaties is er bekende overconsumptie, bijvoorbeeld meniscectomie. Bij andere prestaties is de grens tussen medische en andere indicaties vaag: varices, neustussenschotcorrecties,... Er waren tussen de covidgolven door wel een aantal - soms belangrijke - inhaalbewegingen, maar het gros van de opgebouwde achterstand moet nog worden ingehaald. Het inschatten van de zorgachterstand gebeurt door het aantal gefactureerde prestaties in een bepaalde maand te vergelijken met wat - op grond van de vorige jaren - dan verwacht kon worden. Dat gebeurde bijvoorbeeld voor de verschillende disciplines in chirurgie en in interne geneeskunde. Voor neurochirurgie, thoraxheelkunde, plastische heelkunde... geeft het rapport grafieken en data voor telkens de top tien van prestaties - evenzo voor geriatrie, neurologie, cardiologie, enzovoort binnen de interne geneeskunde. Het beeld van de achterstand is erg gemengd. Over het algemeen is de achterstand het kleinst in de meest essentiële zorg, als gevolg van een correcte prioriteitstelling binnen de diensten, schat de auditcel. Toch zijn er heel wat aandachtspunten: voor openhartoperaties en orgaantransplantaties, bijvoorbeeld, komt er een belangrijke inhaaloperatie aan. In de geriatrie is er nog een grote achterstand ondanks een belangrijke inhaalbeweging. Longartsen bleven in 2022 zelfs nog achterstand opbouwen. In de oncologie werd de achterstand over het algemeen beperkt en veelal ingelopen, maar dat geldt niet voor allogene beenmergtransplantaties en voor een aantal gastro-intestinale ingrepen, bijvoorbeeld. In de psychiatrie zou er intussen veelal sprake zijn van een plateau met een beperkte achterstand. Maar dat is zonder dat de toegenomen vraag tijdens de covidcrisis, vooral in de jeugdpsychiatrie, mee in rekening is genomen. Voor de chirurgische ingrepen berekende de auditcel de inlooptijd, uitgaande van vijf procent extra capaciteit op jaarbasis. Voor de essentiële ingrepen zou het zo nog 19 maanden duren voordat de achterstand is ingehaald en voor 'gemengde' interventies 17 maanden. Voor niet-essentiële prestaties zou het zes jaar en tien maanden duren. Maar dat houdt in dat ook de overconsumptie wordt ingehaald, wat niet de bedoeling is. Dat er nu meer gastric bypass-operaties worden uitgevoerd dan voor de covidcrisis, vindt de auditcel een voorbeeld van een verkeerd gestelde prioriteit. De auditcel formuleert aanbevelingen, met maatregelen die vaak een behoorlijk ingrijpende aanpassing van ons gezondheidssysteem vereisen. Belangrijk is een snellere doorstroming van gegevens in real time die nodig zijn om de beschikbare capaciteit in te schatten. De federale overheid moet over een realtime dashboard beschikken dat kan inzoomen op een regio, een netwerk, een ziekenhuis. De doorstroming van facturatie- en pathologiegegevens moet sneller, met uitbreiding van 'intelligente' capaciteit (EPD, Snomed, datamining,...). Andere aanbevelingen gaan over wetenschappelijk onderbouwde prioriteitstelling, samenwerking met de artsen, een rationelere inzet van middelen en van mankracht door onder meer het financierings- en verloningsmechanisme, het aanmoedigen van evidence-based werken via de nomenclatuur, conventies,... De auditcel suggereert vaak concrete maatregelen die inzetten op verdere uitbreiding van telegeneeskunde, het versterken van de rol van de huisarts, het uitzuiveren van de taken van ziekenhuisverpleegkundigen en het verhogen van de 'patient-to-nurse'-ratio.