Dat zei minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) maandagavond op een virtuele meeting georganiseerd door het Verzekeringscomité van het Riziv. De ziekteverzekering trapt zo een nieuwe werkjaar én het meerjarentraject 2022-2024 voor de begroting op gang.

Quadruple Aim

"Covid", zo stak de minister van wal, "maakt ons duidelijk wat we al wisten: ons zorgsysteem is aan bijsturing toe." Transformatie dringt zich op en dat staat ook met zoveel woorden in het regeerakkoord.Gezondheidszorgdoelstellingen, een verhoogde doelmatigheid en een stabiel budgettair kader zoals het Riziv beoogt, sluiten daarbij aan. Voor Vandenbroucke dienen de aanzienlijke investeringen van de overheid in de ziekteverzekering echter niet enkel om 'business as usual' te financieren. Ook nieuwe zorginitiatieven en hervormingen moeten mogelijk worden.

Hij verwees naar de internationale 'Quadruple Aim' - doelstellingen als kenmerken van een coherent beleid: verbeteren van individuele zorg, verbeteren van de gezondheidstoestand op bevolkingsniveau, realisatie van meerwaarde voor de patiënt en het creëren van een duurzaam werkklimaat voor zorgprofessionelen. "Deze doelstellingen sturen het beleid. Financiering en organisatie zijn instrumenten om dit te bereiken. Niet andersom", onderstreepte de minister.

Drie assen

Voor Vandenbroucke is het meerjaren- traject 2022-2024 geslaagd als het vooruitgang boekt op drie strategische assen. Inzet op toegankelijke zorg met nadruk op de meest kwetsbare groepen vormt een eerste as. Dat vergt investeringen in algemene maatregelen - versterkte maximumfactuur, automatische toegang tot rechten, uitbreiding derde betalende - en punctuele ingrepen om tekortkomingen in het verzekeringspakket weg te werken. "Ook van groot belang zijn evenwichtige tariefakkoorden die leiden tot een hogere conventiegraad en dus meer tariefzekerheid", aldus de minister.

Een tweede as is de omslag naar 'nabije zorg samen met de patiënt'. Het accent ligt dan op de eerste lijn, preventie en empowerment. De aanpak van de pandemie bevat volgens Vandenbroucke "mooie voorbeelden van gezamenlijk en op lokaal bevolkingsniveau aangeboden eerstelijnsfuncties". Concreet verwees hij naar de test- en vaccinatiecentra. Hij beloofde verdere investeringen in lokale ondersteunende functies en multidisciplinaire programma's gestructureerd rond gemeenschappelijke doelen zoals de eerstelijnspsychologische functie, preventie, interculturele bemiddeling, medicatie-review enz.

Een evergreen is uiteraard de aanpassing van het systeem aan de behoeften van mensen met chronische en multipele gezondheidsproblemen. "Vanuit een gemeenschaps- én een persoonsbenadering dringt versterking van zorg dicht bij de mensen zich op." Centraal staat dan wat patiënten écht belangrijk vinden. Daartoe dragen zorgcontinuïteit, multidisciplinaire zorg en gezondheids- en autonomieversterkende vaardigheden een steentje bij. Om dat alles te realiseren, is er een performante eerste- lijnszorg nodig.

Tot slot is er de derde as: netwerkzorg rond de patiënt, met het accent op samenwerking, integratie en innovatie. Daaraan wordt bijgedragen door de ontwikkeling van zorgpaden, telegeneeskunde, telemonitoring, het inschakelen van specialistische ondersteuning van de eerstelijnszorg door coaching of thuishospitalisatie, enz. Frank Vandenbroucke: "Vooral om het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen, investeren we in technologie en mobiele toepassingen. Een gedeeld multidisciplinair dossier en dashboards op bevolkingsniveau vormen belangrijke randvoorwaarden."

Geld

Om veranderingen te ondersteunen, is Vandenbroucke voorstander van vernieuwde financieringsmodellen. "De huidige crisis bevestigt nogmaals dat de prestatiefinanciering op zijn grenzen botst", vindt hij. Een gelaagd model met elementen zoals capitatie-, praktijk-, innovatie- en prestatiefinanciering is noodzakelijk. Samenwerking, preventief en bevolkingsgericht handelen moeten gehonoreerd worden. Voorts kan een 'gebundelde financiering' van zorgverstrekkers op basis van verwachte zorgkosten onderzocht worden.

Financiële hefbomen die doelmatige zorg ondersteunen, zijn noodzakelijk. Concreet denkt Vandenbroucke dan aan een rationeler voorschrijfgedrag voor geneesmiddelen, klinische biologie en medische beeldvorming.

Federale gezondheidsdoelstellingen

Al vele jaren werkt Vlaanderen met gezondheidsdoelstellingen. Met de invoering van een meerjarentraject voor de begroting, opteert de federale ziekteverzekering daa nu eveneens voor, zo zei Riziv-topman Jo De Cock op de kick-off meeting. Bedoeling is een (middel)langetermijnvisie uit te werken.

Deze gewijzigde werkwijze zou tegen 2022 op structurele basis tot efficiëntiewinsten moeten leiden - geen besparingen, zo benadrukt het Riziv. Een stuurgroep bereidt de omslag voor. Bijstand krijgt deze stuurgroep van een wetenschappelijk comité onder leiding van professor em. Erik Schokkaert (KU Leuven). Al tegen 30 juni 2021 verwacht het Riziv de eerste concrete voorstellen.

Dat zei minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) maandagavond op een virtuele meeting georganiseerd door het Verzekeringscomité van het Riziv. De ziekteverzekering trapt zo een nieuwe werkjaar én het meerjarentraject 2022-2024 voor de begroting op gang. Quadruple Aim "Covid", zo stak de minister van wal, "maakt ons duidelijk wat we al wisten: ons zorgsysteem is aan bijsturing toe." Transformatie dringt zich op en dat staat ook met zoveel woorden in het regeerakkoord.Gezondheidszorgdoelstellingen, een verhoogde doelmatigheid en een stabiel budgettair kader zoals het Riziv beoogt, sluiten daarbij aan. Voor Vandenbroucke dienen de aanzienlijke investeringen van de overheid in de ziekteverzekering echter niet enkel om 'business as usual' te financieren. Ook nieuwe zorginitiatieven en hervormingen moeten mogelijk worden. Hij verwees naar de internationale 'Quadruple Aim' - doelstellingen als kenmerken van een coherent beleid: verbeteren van individuele zorg, verbeteren van de gezondheidstoestand op bevolkingsniveau, realisatie van meerwaarde voor de patiënt en het creëren van een duurzaam werkklimaat voor zorgprofessionelen. "Deze doelstellingen sturen het beleid. Financiering en organisatie zijn instrumenten om dit te bereiken. Niet andersom", onderstreepte de minister. Drie assen Voor Vandenbroucke is het meerjaren- traject 2022-2024 geslaagd als het vooruitgang boekt op drie strategische assen. Inzet op toegankelijke zorg met nadruk op de meest kwetsbare groepen vormt een eerste as. Dat vergt investeringen in algemene maatregelen - versterkte maximumfactuur, automatische toegang tot rechten, uitbreiding derde betalende - en punctuele ingrepen om tekortkomingen in het verzekeringspakket weg te werken. "Ook van groot belang zijn evenwichtige tariefakkoorden die leiden tot een hogere conventiegraad en dus meer tariefzekerheid", aldus de minister. Een tweede as is de omslag naar 'nabije zorg samen met de patiënt'. Het accent ligt dan op de eerste lijn, preventie en empowerment. De aanpak van de pandemie bevat volgens Vandenbroucke "mooie voorbeelden van gezamenlijk en op lokaal bevolkingsniveau aangeboden eerstelijnsfuncties". Concreet verwees hij naar de test- en vaccinatiecentra. Hij beloofde verdere investeringen in lokale ondersteunende functies en multidisciplinaire programma's gestructureerd rond gemeenschappelijke doelen zoals de eerstelijnspsychologische functie, preventie, interculturele bemiddeling, medicatie-review enz. Een evergreen is uiteraard de aanpassing van het systeem aan de behoeften van mensen met chronische en multipele gezondheidsproblemen. "Vanuit een gemeenschaps- én een persoonsbenadering dringt versterking van zorg dicht bij de mensen zich op." Centraal staat dan wat patiënten écht belangrijk vinden. Daartoe dragen zorgcontinuïteit, multidisciplinaire zorg en gezondheids- en autonomieversterkende vaardigheden een steentje bij. Om dat alles te realiseren, is er een performante eerste- lijnszorg nodig. Tot slot is er de derde as: netwerkzorg rond de patiënt, met het accent op samenwerking, integratie en innovatie. Daaraan wordt bijgedragen door de ontwikkeling van zorgpaden, telegeneeskunde, telemonitoring, het inschakelen van specialistische ondersteuning van de eerstelijnszorg door coaching of thuishospitalisatie, enz. Frank Vandenbroucke: "Vooral om het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen, investeren we in technologie en mobiele toepassingen. Een gedeeld multidisciplinair dossier en dashboards op bevolkingsniveau vormen belangrijke randvoorwaarden." GeldOm veranderingen te ondersteunen, is Vandenbroucke voorstander van vernieuwde financieringsmodellen. "De huidige crisis bevestigt nogmaals dat de prestatiefinanciering op zijn grenzen botst", vindt hij. Een gelaagd model met elementen zoals capitatie-, praktijk-, innovatie- en prestatiefinanciering is noodzakelijk. Samenwerking, preventief en bevolkingsgericht handelen moeten gehonoreerd worden. Voorts kan een 'gebundelde financiering' van zorgverstrekkers op basis van verwachte zorgkosten onderzocht worden. Financiële hefbomen die doelmatige zorg ondersteunen, zijn noodzakelijk. Concreet denkt Vandenbroucke dan aan een rationeler voorschrijfgedrag voor geneesmiddelen, klinische biologie en medische beeldvorming. Federale gezondheidsdoelstellingen Al vele jaren werkt Vlaanderen met gezondheidsdoelstellingen. Met de invoering van een meerjarentraject voor de begroting, opteert de federale ziekteverzekering daa nu eveneens voor, zo zei Riziv-topman Jo De Cock op de kick-off meeting. Bedoeling is een (middel)langetermijnvisie uit te werken. Deze gewijzigde werkwijze zou tegen 2022 op structurele basis tot efficiëntiewinsten moeten leiden - geen besparingen, zo benadrukt het Riziv. Een stuurgroep bereidt de omslag voor. Bijstand krijgt deze stuurgroep van een wetenschappelijk comité onder leiding van professor em. Erik Schokkaert (KU Leuven). Al tegen 30 juni 2021 verwacht het Riziv de eerste concrete voorstellen.