Omdat ze niet aan het minimum aantal behandelingen komen, moesten drie centra voor complexe slokdarmchirurgie hun deuren sluiten. Minister Vandenbroucke wil zich houden aan de voorwaarden van de overeenkomst.
De evaluatie van de overeenkomst met de tien centra voor slokdarmchirurgie werd in september in onder meer aan de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van het Riziv gepresenteerd. Omdat ze over de periode van drie jaar (van 1 juli 2019 tot 30 juni 2022) niet aan het minimum van 75 behandelde patiënten komen, moeten het ZOL in Genk, het UCL in Brussel en CHAPWI in Doornik met de behandeling van complexe slokdarmkanker stoppen.
Oorspronkelijk werd een overeenkomst afgesloten met tien centra: vijf in Vlaanderen, drie in Wallonië en een in Brussel - in elk gewest moest deze zomer één centrum de activiteiten afbouwen omdat het niet aan het vereiste minimum kwam.
De provincie Limburg en de provincie Henegouwen zitten bijgevolg zonder eigen centrum (wat voor de provincie Luxemburg al langer het geval was).
In de Kamercommissie Volksgezondheid kreeg minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, hierover kritische vragen van Catherine Fonck (Les Engagés) en Sophie Rohonyi (DéFI).
Catherine Fonck voerde onder meer aan dat het centrum in Doornik (CHAPWI of Consortium Centre Hospitalier de Wallonie picarde - Grand Hôpital de Charleroi) beter scoorde dan het nationale gemiddelde wat de mortaliteit betreft.
Dokter Fonck wees er ook op dat de pandemie de activiteiten van de centra verstoorde - wat er misschien heeft toe geleid dat de betrokken centra de minimumdrempel van het aantal behandelde patiënten niet haalden.
Minister Vandenbroucke zag evenwel geen reden om af te wijken van wat oorspronkelijk was overeengekomen.
Het uitstellen van niet-essentiële zorg tijdens de eerst covidgolf sloeg niet op deze oncologische behandelingen, stelt hij onder meer. Uit de cijfers van de Stichting Kankerregister blijkt niet dat door covid het aantal uitgevoerde ingrepen voor slokdarmkanker lager zou liggen dan verwacht.
Dat het Kankerregister de aanbeveling gaf om een minimumaantal behandelingen voor een centrum te vereisen van 75 over de drie jaar samen, was onder meer omdat bij lagere aantallen de resultaten van een centrum statistisch niet relevant zijn. Voor de evaluatie van de overeenkomst kijkt men trouwens naar het geheel van de resultaten, niet zozeer naar de resultaten van de centra afzonderlijk.
De finale resultaten van de evaluatie zullen pas volgend jaar bekend zijn. Het Verzekeringscomité van het Riziv moet dan de overeenkomst opnieuw bekijken en eventueel aanpassen.
De twee volksvertegenwoordigers betwisten dat covid geen invloed zou hebben gehad op het aantal behandelde patiënten. Sophie Rohonyi stelt vast dat Wallonië nu nog twee centra voor complexe slokdarmchirurgie heeft, hoewel het uitgestrekter is dan Vlaanderen dat er nog vier heeft.
De evaluatie van de overeenkomst met de tien centra voor slokdarmchirurgie werd in september in onder meer aan de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van het Riziv gepresenteerd. Omdat ze over de periode van drie jaar (van 1 juli 2019 tot 30 juni 2022) niet aan het minimum van 75 behandelde patiënten komen, moeten het ZOL in Genk, het UCL in Brussel en CHAPWI in Doornik met de behandeling van complexe slokdarmkanker stoppen. Oorspronkelijk werd een overeenkomst afgesloten met tien centra: vijf in Vlaanderen, drie in Wallonië en een in Brussel - in elk gewest moest deze zomer één centrum de activiteiten afbouwen omdat het niet aan het vereiste minimum kwam.De provincie Limburg en de provincie Henegouwen zitten bijgevolg zonder eigen centrum (wat voor de provincie Luxemburg al langer het geval was).In de Kamercommissie Volksgezondheid kreeg minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, hierover kritische vragen van Catherine Fonck (Les Engagés) en Sophie Rohonyi (DéFI).Catherine Fonck voerde onder meer aan dat het centrum in Doornik (CHAPWI of Consortium Centre Hospitalier de Wallonie picarde - Grand Hôpital de Charleroi) beter scoorde dan het nationale gemiddelde wat de mortaliteit betreft.Dokter Fonck wees er ook op dat de pandemie de activiteiten van de centra verstoorde - wat er misschien heeft toe geleid dat de betrokken centra de minimumdrempel van het aantal behandelde patiënten niet haalden.Minister Vandenbroucke zag evenwel geen reden om af te wijken van wat oorspronkelijk was overeengekomen.Het uitstellen van niet-essentiële zorg tijdens de eerst covidgolf sloeg niet op deze oncologische behandelingen, stelt hij onder meer. Uit de cijfers van de Stichting Kankerregister blijkt niet dat door covid het aantal uitgevoerde ingrepen voor slokdarmkanker lager zou liggen dan verwacht.Dat het Kankerregister de aanbeveling gaf om een minimumaantal behandelingen voor een centrum te vereisen van 75 over de drie jaar samen, was onder meer omdat bij lagere aantallen de resultaten van een centrum statistisch niet relevant zijn. Voor de evaluatie van de overeenkomst kijkt men trouwens naar het geheel van de resultaten, niet zozeer naar de resultaten van de centra afzonderlijk.De finale resultaten van de evaluatie zullen pas volgend jaar bekend zijn. Het Verzekeringscomité van het Riziv moet dan de overeenkomst opnieuw bekijken en eventueel aanpassen.De twee volksvertegenwoordigers betwisten dat covid geen invloed zou hebben gehad op het aantal behandelde patiënten. Sophie Rohonyi stelt vast dat Wallonië nu nog twee centra voor complexe slokdarmchirurgie heeft, hoewel het uitgestrekter is dan Vlaanderen dat er nog vier heeft.