De EURL's moeten zorgen voor de harmonisatie van diagnostische methoden en testprotocollen, ondersteuning bij de monitoring, melding en respons op uitbraken van ziekten, kwaliteitsborging van laboratoriumanalyses in de hele EU, wetenschappelijke en technische bijstand aan nationale referentielaboratoria, en ondersteuning voor regelgeving en beleid.

De eerste zes EURL's werden in maart 2024 aangewezen voor een periode van zeven jaar en worden gefinancierd in het kader van het EU4Health-programma. Zehebben de vorm van een consortium met één leidend labo en een of meer partners.

De zes EURL's bestrijken de volgende gebieden:

Antimicrobiële resistentie (AMR): Statens Serum Institut (Denemarken) in samenwerking met Danmarks Tekniske Universitet (Denemarken) en Klinische microbiologie regio Kronoberg (Zweden).

Difterie en kinkhoest: Universiteit van Turku (Finland) i.s.m. Institut Pasteur (Frankrijk), Vrije Universiteit Brussel (België), Sciensano (België) en Bayerisches Landesamt für Gesundheit und Lebensmittelsicherheit (Duitsland).

Opkomende, door knaagdieren overgedragen en zoönotische virale pathogenen: Folkhälsomyndigheten (Zweden) i.s.m. Istituto Nazionale per le Malattie Infettive "Lazzaro Spallanzani" (Italië), Institut Pasteur (Frankrijk) en Nemzeti Népegészségügyi és Gyógyszerészeti Központ (Hongarije).

Hoog-risico, opkomende en zoönotische bacteriële pathogenen: Robert Koch-Institut (Duitsland) i.s.m. Institut für Mikrobiologie der Bundeswehr (Duitsland), Folkhälsomyndigheten (Zweden) en Instituto Nacional de Saúde Doutor Ricardo Jorge (Portugal).

Legionella: Hospices Civils de Lyon (Frankrijk) i.s.m. Istituto Superiore di Sanità (Italië), Technische Universiteit Dresden (Duitsland) en Instituto Nacional de Saúde Doutor Ricardo Jorge (Portugal)

Vectoroverdraagbare virale pathogenen: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) i.s.m. Institut national de la santé et de la recherche médicale (Frankrijk), Aristoteles Universiteit van Thessaloniki (Griekenland), Azienda Ospedale - Università Padova (Italië) en Univerza v Ljubljani (Slovenië).

Nog drie op komst

Nog eens drie EURL's werden in november 2024 aangewezen. Zij worden later actief.

Door voedsel en water overgedragen bacteriën: Statens Serum Institut (Denemarken) i.s.m. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) en Istituto Superiore di Sanità (Italië).

Door voedsel en water overgedragen virussen: Noors Instituut voor Volksgezondheid (Noorwegen) i.s.m. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) en Universitair Medisch Centrum Regensburg (Duitsland).

Door voedsel, water en vectoren overgedragen helminten en protozoën: Istituto Superiore di Sanità (Italië) i.s.m. Folkhälsomyndigheten (Zweden).

De EURL's moeten zorgen voor de harmonisatie van diagnostische methoden en testprotocollen, ondersteuning bij de monitoring, melding en respons op uitbraken van ziekten, kwaliteitsborging van laboratoriumanalyses in de hele EU, wetenschappelijke en technische bijstand aan nationale referentielaboratoria, en ondersteuning voor regelgeving en beleid.De eerste zes EURL's werden in maart 2024 aangewezen voor een periode van zeven jaar en worden gefinancierd in het kader van het EU4Health-programma. Zehebben de vorm van een consortium met één leidend labo en een of meer partners.De zes EURL's bestrijken de volgende gebieden:Antimicrobiële resistentie (AMR): Statens Serum Institut (Denemarken) in samenwerking met Danmarks Tekniske Universitet (Denemarken) en Klinische microbiologie regio Kronoberg (Zweden).Difterie en kinkhoest: Universiteit van Turku (Finland) i.s.m. Institut Pasteur (Frankrijk), Vrije Universiteit Brussel (België), Sciensano (België) en Bayerisches Landesamt für Gesundheit und Lebensmittelsicherheit (Duitsland).Opkomende, door knaagdieren overgedragen en zoönotische virale pathogenen: Folkhälsomyndigheten (Zweden) i.s.m. Istituto Nazionale per le Malattie Infettive "Lazzaro Spallanzani" (Italië), Institut Pasteur (Frankrijk) en Nemzeti Népegészségügyi és Gyógyszerészeti Központ (Hongarije).Hoog-risico, opkomende en zoönotische bacteriële pathogenen: Robert Koch-Institut (Duitsland) i.s.m. Institut für Mikrobiologie der Bundeswehr (Duitsland), Folkhälsomyndigheten (Zweden) en Instituto Nacional de Saúde Doutor Ricardo Jorge (Portugal).Legionella: Hospices Civils de Lyon (Frankrijk) i.s.m. Istituto Superiore di Sanità (Italië), Technische Universiteit Dresden (Duitsland) en Instituto Nacional de Saúde Doutor Ricardo Jorge (Portugal)Vectoroverdraagbare virale pathogenen: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) i.s.m. Institut national de la santé et de la recherche médicale (Frankrijk), Aristoteles Universiteit van Thessaloniki (Griekenland), Azienda Ospedale - Università Padova (Italië) en Univerza v Ljubljani (Slovenië).Nog drie op komstNog eens drie EURL's werden in november 2024 aangewezen. Zij worden later actief.Door voedsel en water overgedragen bacteriën: Statens Serum Institut (Denemarken) i.s.m. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) en Istituto Superiore di Sanità (Italië).Door voedsel en water overgedragen virussen: Noors Instituut voor Volksgezondheid (Noorwegen) i.s.m. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Nederland) en Universitair Medisch Centrum Regensburg (Duitsland).Door voedsel, water en vectoren overgedragen helminten en protozoën: Istituto Superiore di Sanità (Italië) i.s.m. Folkhälsomyndigheten (Zweden).