In een arrest van 20 februari 2025 (Arrest 24/2025) wees het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van artikel 2 en artikel 3, 7°, van de wet van 28 juni 2023 'tot wijziging van de WUG teneinde de huidige titel van verpleegkundige in Richtlijn 2005/36/EG te verduidelijken en de basisverpleegkundige en de klinisch verpleegkundig onderzoeker hierin op te nemen' af.

Dit beroep werd ingesteld door de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België en enkele andere verpleegkundige organisaties.

Voldoende duidelijk en nauwkeurig

Volgens het Hof omschrijft artikel 45, § 1/2, tweede lid WUG op een voldoende duidelijke en nauwkeurige wijze de handelingen die de basisverpleegkundigen mogen stellen. Die bepaling laat de basisverpleegkundigen toe te weten voor welke handelingen en welke verzuimen zij strafrechtelijk en burgerrechtelijk aansprakelijk zouden kunnen worden gesteld.

Die bepaling is ook niet in strijd met het wettigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Evenmin doet ze afbreuk aan het recht op bescherming van de gezondheid en op geneeskundige bijstand (artikel 23 Grondwet).

Geen daling kwaliteit verpleegkunde

Volgens het Hof blijkt uit niets dat de taken en bevoegdheden van de basisverpleegkundigen kunnen leiden tot een algemene daling van de kwaliteit van de verpleegkunde en tot een aanzienlijke vermindering van het beschermingsniveau van het recht op bescherming van de gezondheid en op geneeskundige bijstand.

De wetgever heeft integendeel willen voorkomen dat de kwaliteit van de zorg voor de patiënten zou dalen, door tegemoet te komen aan de bezorgdheden betreffende het tekort aan verpleegkundigen op de arbeidsmarkt.

Vrij verkeer in EU niet belemmerd

De beroepstitel van basisverpleegkundige valt niet onder het in de richtlijn 2005/36/EG vervatte systeem van automatische erkenning van beroepstitels. Maar dat ontzegt de houder van die beroepstitel niet elke vorm van professionele mobiliteit tussen de lidstaten van de Europese Unie.

Die richtlijn bevat immers ook een algemeen stelsel van erkenning waarbij de betrokkenen dienen aan te tonen dat zij over de vereiste beroepskwalificaties beschikken en de ontvangende lidstaat de mogelijkheid heeft om compenserende maatregelen, zoals een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid, op te leggen.

In een arrest van 20 februari 2025 (Arrest 24/2025) wees het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van artikel 2 en artikel 3, 7°, van de wet van 28 juni 2023 'tot wijziging van de WUG teneinde de huidige titel van verpleegkundige in Richtlijn 2005/36/EG te verduidelijken en de basisverpleegkundige en de klinisch verpleegkundig onderzoeker hierin op te nemen' af. Dit beroep werd ingesteld door de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België en enkele andere verpleegkundige organisaties.Voldoende duidelijk en nauwkeurigVolgens het Hof omschrijft artikel 45, § 1/2, tweede lid WUG op een voldoende duidelijke en nauwkeurige wijze de handelingen die de basisverpleegkundigen mogen stellen. Die bepaling laat de basisverpleegkundigen toe te weten voor welke handelingen en welke verzuimen zij strafrechtelijk en burgerrechtelijk aansprakelijk zouden kunnen worden gesteld.Die bepaling is ook niet in strijd met het wettigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Evenmin doet ze afbreuk aan het recht op bescherming van de gezondheid en op geneeskundige bijstand (artikel 23 Grondwet).Geen daling kwaliteit verpleegkundeVolgens het Hof blijkt uit niets dat de taken en bevoegdheden van de basisverpleegkundigen kunnen leiden tot een algemene daling van de kwaliteit van de verpleegkunde en tot een aanzienlijke vermindering van het beschermingsniveau van het recht op bescherming van de gezondheid en op geneeskundige bijstand. De wetgever heeft integendeel willen voorkomen dat de kwaliteit van de zorg voor de patiënten zou dalen, door tegemoet te komen aan de bezorgdheden betreffende het tekort aan verpleegkundigen op de arbeidsmarkt.Vrij verkeer in EU niet belemmerdDe beroepstitel van basisverpleegkundige valt niet onder het in de richtlijn 2005/36/EG vervatte systeem van automatische erkenning van beroepstitels. Maar dat ontzegt de houder van die beroepstitel niet elke vorm van professionele mobiliteit tussen de lidstaten van de Europese Unie. Die richtlijn bevat immers ook een algemeen stelsel van erkenning waarbij de betrokkenen dienen aan te tonen dat zij over de vereiste beroepskwalificaties beschikken en de ontvangende lidstaat de mogelijkheid heeft om compenserende maatregelen, zoals een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid, op te leggen.