De Valentijnswet, zoals de wet op ziekenhuisnetwerken daterend van 14 februari 2019 wel eens genoemd wordt, geeft de locoregionale netwerken maar beperkte bevoegdheden. Ze moeten de strategie bepalen en de zorgopdrachten tussen de ziekenhuizen coördineren. Ze moeten overeenkomsten sluiten over de supraregionale zorgopdrachten met referentiecentra. De ziekenhuizen bepalen al de rest en behouden de operationele bevoegdheid.

Harmonisering

De Valentijnswet voorziet wel de mogelijkheid om de bepalingen uit de ziekenhuiswet van 2008 over het statuut van de ziekenhuisartsen (Titel IV) geheel of gedeeltelijk over te hevelen naar het netwerkniveau. Zo kan er een gemeenschappelijke algemene regeling worden uitgewerkt met de medische raad van het netwerk, en een financiële regeling met een uniforme afhouding van de honoraria, en een centrale inning op netwerkniveau. Zo een harmonisering van het statuut van de artsen biedt volgens meester Filip Dewallens, als specialist gezondheidsrecht verbonden aan de rechtsfaculteit Leuven, vooral de ziekenhuisartsen extra rechtszekerheid, dankzij de co-governance op netwerkniveau. Maar alle medische raden en alle bestuurders van de ziekenhuizen die lid zijn van het netwerk moeten er wel eerst akkoord mee gaan. Er is een 'dubbel vetorecht'. Dat maakt een dergelijke harmonisering zeer complex.

Change management

Dat artsen veelal nog moeten gewonnen worden voor de netwerkgedachte is wat dr. Filip Ameye ervaren heeft. Hij is voorzitter van de medische raad van AZ Maria Middelares, lid van het medisch comité van het E17-netwerk, en als diensthoofd betrokken bij diverse samenwerkingsverbanden tussen urologen van verschillende ziekenhuizen. Hij vindt bevestiging van zijn persoonlijke ervaring in de resultaten van een enquête die dr. Hilde Van Kerckhoven uitvoerde voor haar master-proef vorig jaar. Het grootste deel van de medische staf voelt zich niet betrokken bij en onvoldoende geïnformeerd over de netwerken, bleek daaruit. Zeer velen klagen erover dat ze meer tijd gaan verliezen door verplaatsingen en vrezen verlies van autonomie. 58% voelt zich onzeker over het behoud van hun werk.

De verwarring over de netwerken bij artsen wordt volgens dr. Ameye in de hand gewerkt doordat de overheden het verhaal geregeld veranderen. De helft van de artsen is aan de andere kant wel al overtuigd van het belang van ziekenhuisnetwerken, maar het vraagt change management om artsen erin doen te geloven en alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Samenwerking moet zeker bottom-up groeien, maar er is coaching en coördinatie van bovenaf nodig.

Duidelijke informatie

Volgens de Gentse hoogleraar en jurist Tom Balthazar kunnen directies heel wat bezwaren die bij artsen leven opvangen door duidelijke informatie te geven: goede afspraken maken, goede service en faciliteiten bieden. Volgens hem is de harmonisering van de regelingen met artsen belangrijk om netwerken goed te laten draaien. Een algemene regeling voor artsen op netwerkniveau komt er wel niet op korte termijn. Men zal artsen in eerste instantie nieuwe of aanvullende overeenkomsten moeten aanbieden. Maar naar een uniforme algemene regeling kan men volgens hem toegroeien door de bestaande regelingen in ziekenhuizen beter op elkaar te gaan afstemmen. Ook aan het harmoniseren van de financiële regelingen zullen moeilijke onder handelingen voorafgaan. "Maar het helpt zeker om systematisch goede informatie te geven aan de artsen om indianen verhalen uit de wereld te helpen." Balthazar denkt dat het een goede zaak zou zijn dat artsen netwerkbrede associaties uitbouwen - het bestuur kan dat zeker niet voor hen doen maar kan hen daarin wel steunen en bijvoorbeeld onderhandelaars ter beschikking stellen.

Ook meester Dewallens gelooft dat men, als alternatief om alles over te hevelen en te harmoniseren op netwerkniveau, de regelingen in de verschillende ziekenhuizen op bijvoorbeeld de afhoudingen van honoraria op gelijke voet kan brengen met een systeem van tracking: "Nieuwe aanpassingen gebeuren volgens collectieve afspraken, zodat de regelingen in ziekenhuizen naar elkaar toe groeien."

Naar een fusie?

Nog een early adopter van de netwerking tussen ziekenhuizen is ceo van AZ Turnhout Jo Leysen. De vier ziekenhuizen van de Kempen richtten al eind december 2016 een netwerk op. Er werd voortgebouwd op al bestaande concrete samenwerkingsprojecten, vanuit het geloof dat een rationelere inzet van middelen de patiënten een betere zorgkwaliteit kan bieden. Voor een dergelijk project is nauwe samenwerking met de artsen cruciaal - een bewering waarvoor hij zich gesteund weet door heel wat literatuur. Zullen netwerken evolueren naar een fusie van de zieken huizen? Er één groot ziekenhuis van maken heeft ook wel nadelen, denkt hij. Je kunt dan bijvoorbeeld maar één spoeddienst meer laten erkennen. "Maar nog meer samenwerken betekent verschuiven van patiëntenstromen, nog meer rationaliseren,..." Zijn overtuiging is dat ziekenhuizen moeten groeien naar een geïntegreerd gezondheidszorgsysteem. En dat kan maar als er eenheid is van beleid, en maar één portemonnee. Een holding met een eengemaakt bestuur, een personele unie,...? De toekomst zal raad brengen.

De Valentijnswet, zoals de wet op ziekenhuisnetwerken daterend van 14 februari 2019 wel eens genoemd wordt, geeft de locoregionale netwerken maar beperkte bevoegdheden. Ze moeten de strategie bepalen en de zorgopdrachten tussen de ziekenhuizen coördineren. Ze moeten overeenkomsten sluiten over de supraregionale zorgopdrachten met referentiecentra. De ziekenhuizen bepalen al de rest en behouden de operationele bevoegdheid.De Valentijnswet voorziet wel de mogelijkheid om de bepalingen uit de ziekenhuiswet van 2008 over het statuut van de ziekenhuisartsen (Titel IV) geheel of gedeeltelijk over te hevelen naar het netwerkniveau. Zo kan er een gemeenschappelijke algemene regeling worden uitgewerkt met de medische raad van het netwerk, en een financiële regeling met een uniforme afhouding van de honoraria, en een centrale inning op netwerkniveau. Zo een harmonisering van het statuut van de artsen biedt volgens meester Filip Dewallens, als specialist gezondheidsrecht verbonden aan de rechtsfaculteit Leuven, vooral de ziekenhuisartsen extra rechtszekerheid, dankzij de co-governance op netwerkniveau. Maar alle medische raden en alle bestuurders van de ziekenhuizen die lid zijn van het netwerk moeten er wel eerst akkoord mee gaan. Er is een 'dubbel vetorecht'. Dat maakt een dergelijke harmonisering zeer complex.Dat artsen veelal nog moeten gewonnen worden voor de netwerkgedachte is wat dr. Filip Ameye ervaren heeft. Hij is voorzitter van de medische raad van AZ Maria Middelares, lid van het medisch comité van het E17-netwerk, en als diensthoofd betrokken bij diverse samenwerkingsverbanden tussen urologen van verschillende ziekenhuizen. Hij vindt bevestiging van zijn persoonlijke ervaring in de resultaten van een enquête die dr. Hilde Van Kerckhoven uitvoerde voor haar master-proef vorig jaar. Het grootste deel van de medische staf voelt zich niet betrokken bij en onvoldoende geïnformeerd over de netwerken, bleek daaruit. Zeer velen klagen erover dat ze meer tijd gaan verliezen door verplaatsingen en vrezen verlies van autonomie. 58% voelt zich onzeker over het behoud van hun werk.De verwarring over de netwerken bij artsen wordt volgens dr. Ameye in de hand gewerkt doordat de overheden het verhaal geregeld veranderen. De helft van de artsen is aan de andere kant wel al overtuigd van het belang van ziekenhuisnetwerken, maar het vraagt change management om artsen erin doen te geloven en alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Samenwerking moet zeker bottom-up groeien, maar er is coaching en coördinatie van bovenaf nodig.Volgens de Gentse hoogleraar en jurist Tom Balthazar kunnen directies heel wat bezwaren die bij artsen leven opvangen door duidelijke informatie te geven: goede afspraken maken, goede service en faciliteiten bieden. Volgens hem is de harmonisering van de regelingen met artsen belangrijk om netwerken goed te laten draaien. Een algemene regeling voor artsen op netwerkniveau komt er wel niet op korte termijn. Men zal artsen in eerste instantie nieuwe of aanvullende overeenkomsten moeten aanbieden. Maar naar een uniforme algemene regeling kan men volgens hem toegroeien door de bestaande regelingen in ziekenhuizen beter op elkaar te gaan afstemmen. Ook aan het harmoniseren van de financiële regelingen zullen moeilijke onder handelingen voorafgaan. "Maar het helpt zeker om systematisch goede informatie te geven aan de artsen om indianen verhalen uit de wereld te helpen." Balthazar denkt dat het een goede zaak zou zijn dat artsen netwerkbrede associaties uitbouwen - het bestuur kan dat zeker niet voor hen doen maar kan hen daarin wel steunen en bijvoorbeeld onderhandelaars ter beschikking stellen.Ook meester Dewallens gelooft dat men, als alternatief om alles over te hevelen en te harmoniseren op netwerkniveau, de regelingen in de verschillende ziekenhuizen op bijvoorbeeld de afhoudingen van honoraria op gelijke voet kan brengen met een systeem van tracking: "Nieuwe aanpassingen gebeuren volgens collectieve afspraken, zodat de regelingen in ziekenhuizen naar elkaar toe groeien."Nog een early adopter van de netwerking tussen ziekenhuizen is ceo van AZ Turnhout Jo Leysen. De vier ziekenhuizen van de Kempen richtten al eind december 2016 een netwerk op. Er werd voortgebouwd op al bestaande concrete samenwerkingsprojecten, vanuit het geloof dat een rationelere inzet van middelen de patiënten een betere zorgkwaliteit kan bieden. Voor een dergelijk project is nauwe samenwerking met de artsen cruciaal - een bewering waarvoor hij zich gesteund weet door heel wat literatuur. Zullen netwerken evolueren naar een fusie van de zieken huizen? Er één groot ziekenhuis van maken heeft ook wel nadelen, denkt hij. Je kunt dan bijvoorbeeld maar één spoeddienst meer laten erkennen. "Maar nog meer samenwerken betekent verschuiven van patiëntenstromen, nog meer rationaliseren,..." Zijn overtuiging is dat ziekenhuizen moeten groeien naar een geïntegreerd gezondheidszorgsysteem. En dat kan maar als er eenheid is van beleid, en maar één portemonnee. Een holding met een eengemaakt bestuur, een personele unie,...? De toekomst zal raad brengen.