In hoge-inkomenslanden zou circa 15% van de ziekenhuisuitgaven opgaan aan vermijdbare zorgcomplicaties en correcties van schade. Een methodologie om dat voor België te berekenen, is er niet. Laat staan cijfers. Een doctoraat moet daarin verandering brengen.
Uiteraard staat kwaliteit van zorg overal hoog op de agenda. Toch, zo stelt het Leuvens Instituut voor Gezondheidsbeleid (LIGB) bij monde van prof. Kris Vanhaecht, kan pas verder geïnvesteerd worden in kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid op organisatieniveau als er transparantie is over de financiële impact van kwaliteitsverlies, ondoelmatige zorg of patiëntveiligheidsincidenten.
Volgens ramingen van de WGO, de Oeso en de Wereldbank zou in 2018 circa 15% van de ziekenhuisuitgaven in hoge-inkomenslanden naar vermijdbare schade zijn gegaan. In de Verenigde Staten wordt de jaarlijkse kost van meetbare patiëntveiligheidsincidenten geschat op 0,72% van de uitgaven voor gezondheidszorg. Goed voor 17,1 miljard dollar.
Diverse invalshoeken
Belgische cijfers zijn er daarover niet. Onduidelijk is dus wat de financiële impact is op patiënt, zorgverlener, zorgorganisatie en overheid. "Uiteraard is slechte kwaliteit altijd slecht voor de patiënt. Maar is het ook altijd financieel nadelig voor de stakeholders? Of doen sommige stakeholders er hun voordeel mee?" vraagt het LIGB zich af. Om dat uit te vissen, gaat het op te starten doctoraat de financiële kosten en baten van kwaliteitsverlies vanuit diverse invalshoeken - patiënt, zorgverlener, zorgorganisatie en overheid - belichten. In een eerste fase wordt een methodologie uitgewerkt. Die kan leiden tot beleidsaanbevelingen.
Copromotor is professor Dirk Ramaekers (KU Leuven), voorzitter van het directiecomité van de FOD Volksgezondheid. Hij benadrukt dat de Amerikaanse cijfers niet extrapoleerbaar zijn. Bovendien heeft hij methodologische bedenkingen bij de oefening in de Verenigde Staten. Wel stelt hij dat ook in België 'waste' in de gezondheidszorg beleidsmatig een belangrijk thema is. "Momenteel kunnen we er echter geen cijfer op plakken."
Braces en bandages
"Enkele jaren geleden", dixit Ramaekers, "werd onderzoek gedaan naar het gebruik van klinische biologie in de eerste lijn. De aanvraagmethode genereert op zich al 30 à 40% labotesten te veel. Er worden ongepaste, nodeloze testen aangevraagd en er is over-gebruik."
Hij herinnert ook aan internationale gegevens die jaren geleden via de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Riziv polemisch uitlekten in de pers: 25 tot 30% van de uitgaven in de gezondheidszorg zouden verspilling zijn. Betwistbaar. Dirk Ramaekers: "Er waren in het verleden heel wat individuele studies van onder meer het KCE en het Riziv over ondoelmatige zorg. Zo kunnen we ons vragen stellen bij bijvoorbeeld het overgebruik van braces en bandages en de prijszetting daarvan. En een evergreen is natuurlijk de extra kost van nosocomiale infecties."
De omgekeerde oefening moet ook gebeuren, beklemtoont hij. "Een aantal domeinen van de gezondheidszorg werkt relatief goedkoop en efficiënt. Daarop wordt de blik zelden gericht. Zeker is dat de prijsstelling in sommige gezondheidsberoepen ervoor zorgt dat ze relatief gezien minder goed vergoed worden dan andere."
Politieke keuze
Veel verder dan polemieken op basis van fragmentaire of onbetrouwbare cijfers kwam men in het verleden niet. Zoals gezegd, een wetenschappelijk verantwoorde methodologie om 'waste' te berekenen, is niet voorhanden. Hoe kan er efficiënter, dat wil zeggen met minder onveilige, ondoelmatige zorg dus, tegen een lagere kost gewerkt worden? "De polemiek en het cliché dat artsen middelen verspillen, willen we met dit doctoraat ontkrachten en de problematiek objectiveren. Dat kadert binnen zowel de onderzoekslijn kwaliteit en patiëntveiligheid als financiering van het LIGB. Doel is een design uit te werken en betrouwbare kwantitatieve en kwalitatieve data te identificeren", aldus Ramaekers. "De te ontwikkelen methodologie mag het ook niet enkel monetair bekijken maar neemt klinische en andere afgeleiden mee. Daarom gebeurt dit multidisciplinair doctoraat bij het LIGB en niet bij louter een groep economisten."
Interessant is de toevoeging van prof. Ramaekers dat verspilling eigen is aan het klinisch proces en dus ingebakken zit in elk systeem. "En bewuste politiek- organisatorische keuzes spelen eveneens een rol. Gezondheidszorg kost bijvoorbeeld wat minder in landen waar de overheid de toegang tot de tweede lijn goed organiseert. In ons land is dat als de GMD-houdende vaste huisarts de patiënt door het zorglandschap gidst. Maar ook verregaande digitalisering kan verspilling tegengaan", besluit prof. Ramaekers.
Uiteraard staat kwaliteit van zorg overal hoog op de agenda. Toch, zo stelt het Leuvens Instituut voor Gezondheidsbeleid (LIGB) bij monde van prof. Kris Vanhaecht, kan pas verder geïnvesteerd worden in kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid op organisatieniveau als er transparantie is over de financiële impact van kwaliteitsverlies, ondoelmatige zorg of patiëntveiligheidsincidenten. Volgens ramingen van de WGO, de Oeso en de Wereldbank zou in 2018 circa 15% van de ziekenhuisuitgaven in hoge-inkomenslanden naar vermijdbare schade zijn gegaan. In de Verenigde Staten wordt de jaarlijkse kost van meetbare patiëntveiligheidsincidenten geschat op 0,72% van de uitgaven voor gezondheidszorg. Goed voor 17,1 miljard dollar. Belgische cijfers zijn er daarover niet. Onduidelijk is dus wat de financiële impact is op patiënt, zorgverlener, zorgorganisatie en overheid. "Uiteraard is slechte kwaliteit altijd slecht voor de patiënt. Maar is het ook altijd financieel nadelig voor de stakeholders? Of doen sommige stakeholders er hun voordeel mee?" vraagt het LIGB zich af. Om dat uit te vissen, gaat het op te starten doctoraat de financiële kosten en baten van kwaliteitsverlies vanuit diverse invalshoeken - patiënt, zorgverlener, zorgorganisatie en overheid - belichten. In een eerste fase wordt een methodologie uitgewerkt. Die kan leiden tot beleidsaanbevelingen. Copromotor is professor Dirk Ramaekers (KU Leuven), voorzitter van het directiecomité van de FOD Volksgezondheid. Hij benadrukt dat de Amerikaanse cijfers niet extrapoleerbaar zijn. Bovendien heeft hij methodologische bedenkingen bij de oefening in de Verenigde Staten. Wel stelt hij dat ook in België 'waste' in de gezondheidszorg beleidsmatig een belangrijk thema is. "Momenteel kunnen we er echter geen cijfer op plakken." "Enkele jaren geleden", dixit Ramaekers, "werd onderzoek gedaan naar het gebruik van klinische biologie in de eerste lijn. De aanvraagmethode genereert op zich al 30 à 40% labotesten te veel. Er worden ongepaste, nodeloze testen aangevraagd en er is over-gebruik." Hij herinnert ook aan internationale gegevens die jaren geleden via de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Riziv polemisch uitlekten in de pers: 25 tot 30% van de uitgaven in de gezondheidszorg zouden verspilling zijn. Betwistbaar. Dirk Ramaekers: "Er waren in het verleden heel wat individuele studies van onder meer het KCE en het Riziv over ondoelmatige zorg. Zo kunnen we ons vragen stellen bij bijvoorbeeld het overgebruik van braces en bandages en de prijszetting daarvan. En een evergreen is natuurlijk de extra kost van nosocomiale infecties." De omgekeerde oefening moet ook gebeuren, beklemtoont hij. "Een aantal domeinen van de gezondheidszorg werkt relatief goedkoop en efficiënt. Daarop wordt de blik zelden gericht. Zeker is dat de prijsstelling in sommige gezondheidsberoepen ervoor zorgt dat ze relatief gezien minder goed vergoed worden dan andere." Veel verder dan polemieken op basis van fragmentaire of onbetrouwbare cijfers kwam men in het verleden niet. Zoals gezegd, een wetenschappelijk verantwoorde methodologie om 'waste' te berekenen, is niet voorhanden. Hoe kan er efficiënter, dat wil zeggen met minder onveilige, ondoelmatige zorg dus, tegen een lagere kost gewerkt worden? "De polemiek en het cliché dat artsen middelen verspillen, willen we met dit doctoraat ontkrachten en de problematiek objectiveren. Dat kadert binnen zowel de onderzoekslijn kwaliteit en patiëntveiligheid als financiering van het LIGB. Doel is een design uit te werken en betrouwbare kwantitatieve en kwalitatieve data te identificeren", aldus Ramaekers. "De te ontwikkelen methodologie mag het ook niet enkel monetair bekijken maar neemt klinische en andere afgeleiden mee. Daarom gebeurt dit multidisciplinair doctoraat bij het LIGB en niet bij louter een groep economisten." Interessant is de toevoeging van prof. Ramaekers dat verspilling eigen is aan het klinisch proces en dus ingebakken zit in elk systeem. "En bewuste politiek- organisatorische keuzes spelen eveneens een rol. Gezondheidszorg kost bijvoorbeeld wat minder in landen waar de overheid de toegang tot de tweede lijn goed organiseert. In ons land is dat als de GMD-houdende vaste huisarts de patiënt door het zorglandschap gidst. Maar ook verregaande digitalisering kan verspilling tegengaan", besluit prof. Ramaekers.