De studie die ING België samen met Probis uitvoerde in de sector van de woonzorgcentra, omvat twee delen. Enerzijds werden vijf essentiële vragen voorgelegd aan 31 sterkhouders uit de sector, anderzijds werd de sector in beeld gebracht via een aantal benchmarkcijfers.

"Daardoor krijgen we een kader en een beeld die relevant zijn voor de sector", zegt Saskia Bauters van ING. "Wij denken dat wij uit de resultaten tendensen kunnen distilleren en dat een bepaalde evolutie duidelijk is."

De antwoorden op de vijf vragen tonen alvast aan dat er op bepaalde vlakken grote regionale verschillen zijn. De staatshervorming heeft, zeker voor de WZC's, voor een kleine aardverschuiving gezorgd en vooral de Waalse respondenten geven aan dat de overgang traag verloopt wat de sector verlamt, al geven anderen dan weer aan dat alles te wijten is aan een suboptimale voorbereiding. "De deelentiteiten waren er nog niet klaar voor", stelt het zuiden van het land en ze verwijt een gebrek aan totaalvisie en proactief denken. Het is een idee dat minder speelt voor Brussel waar men vooral opportuniteiten ziet in de huidige stagnering van de vergrijzing in de hoofdstad. Dat geeft ruimte om een effectieve programmering van het zorgaanbod voor ouderen in te voeren. In Vlaanderen lijkt het dat men beter voorbereid was op de staatshervorming, maar de budgettaire context maakt beheerders bezorgd en hypothekeert de verdere uitbouw van het ouderenzorgbeleid. De betaalbaarheid van de zorg is voor velen een groot vraagteken en men vreest dat we afstevenen op een zorg met twee snelheden.

Opvallend is ook dat de Vlaamse respondenten vooral rekenen op een zelfregulerend systeem waarin de organisaties de ruimte krijgen om zelf initiatieven en alternatieven te ontwikkelen, zonder een verregaande vorm van regulitis. Ze denken ook dat de persoonsvolgende financiering (PVF) daarvoor een goede hefboom is. Daarnaast kan de BelRAI-schaal helpen om de zorgvraag beter over verschillende zorgvormen in kaart te brengen. In Wallonië rekent men dan weer op de zelfredzaamheidsverzekering, maar dat is nog een systeem in evolutie aangezien de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) afgeschaft zou worden. Het zuiden van het land rekent men op de BelRAI als facilitator voor samenwerking en multidisciplinaire aanpak. Inspectie moet gekaderd worden in partnership, niet als sanctioneringstool.

Alternatieve woonvormen zijn voor beide landsgedeelten prioritair.

Personeel

Een gedeelde bezorgdheid is die over de personeelsinzet. Zal er voldoende gekwalificeerd personeel zijn om de verhoogde vraag tot intensieve verzorging in te vullen? In Vlaanderen denkt men dan vooral aan verpleegkundigen en zorgkundigen, in Wallonië is er kennelijk ook onzekerheid over het aantal huisartsen dat zich met een rusthuis zal willen/kunnen verbinden.

Dat de oudere van morgen niet de oudere van gisteren is, geldt voor alle respondenten. Zelfbeschikkingsrecht, de eigen zorgregie in handen kunnen nemen, langer thuis wonen... het zijn elementen die overal meespelen en mee de toekomst kleuren. Technologie kan daarbij een zeer nuttige tool zijn zolang die niet de directe communicatie en fysisch contact met de bewoner vervangt.

De studie die ING België samen met Probis uitvoerde in de sector van de woonzorgcentra, omvat twee delen. Enerzijds werden vijf essentiële vragen voorgelegd aan 31 sterkhouders uit de sector, anderzijds werd de sector in beeld gebracht via een aantal benchmarkcijfers."Daardoor krijgen we een kader en een beeld die relevant zijn voor de sector", zegt Saskia Bauters van ING. "Wij denken dat wij uit de resultaten tendensen kunnen distilleren en dat een bepaalde evolutie duidelijk is."De antwoorden op de vijf vragen tonen alvast aan dat er op bepaalde vlakken grote regionale verschillen zijn. De staatshervorming heeft, zeker voor de WZC's, voor een kleine aardverschuiving gezorgd en vooral de Waalse respondenten geven aan dat de overgang traag verloopt wat de sector verlamt, al geven anderen dan weer aan dat alles te wijten is aan een suboptimale voorbereiding. "De deelentiteiten waren er nog niet klaar voor", stelt het zuiden van het land en ze verwijt een gebrek aan totaalvisie en proactief denken. Het is een idee dat minder speelt voor Brussel waar men vooral opportuniteiten ziet in de huidige stagnering van de vergrijzing in de hoofdstad. Dat geeft ruimte om een effectieve programmering van het zorgaanbod voor ouderen in te voeren. In Vlaanderen lijkt het dat men beter voorbereid was op de staatshervorming, maar de budgettaire context maakt beheerders bezorgd en hypothekeert de verdere uitbouw van het ouderenzorgbeleid. De betaalbaarheid van de zorg is voor velen een groot vraagteken en men vreest dat we afstevenen op een zorg met twee snelheden. Opvallend is ook dat de Vlaamse respondenten vooral rekenen op een zelfregulerend systeem waarin de organisaties de ruimte krijgen om zelf initiatieven en alternatieven te ontwikkelen, zonder een verregaande vorm van regulitis. Ze denken ook dat de persoonsvolgende financiering (PVF) daarvoor een goede hefboom is. Daarnaast kan de BelRAI-schaal helpen om de zorgvraag beter over verschillende zorgvormen in kaart te brengen. In Wallonië rekent men dan weer op de zelfredzaamheidsverzekering, maar dat is nog een systeem in evolutie aangezien de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) afgeschaft zou worden. Het zuiden van het land rekent men op de BelRAI als facilitator voor samenwerking en multidisciplinaire aanpak. Inspectie moet gekaderd worden in partnership, niet als sanctioneringstool.Alternatieve woonvormen zijn voor beide landsgedeelten prioritair.PersoneelEen gedeelde bezorgdheid is die over de personeelsinzet. Zal er voldoende gekwalificeerd personeel zijn om de verhoogde vraag tot intensieve verzorging in te vullen? In Vlaanderen denkt men dan vooral aan verpleegkundigen en zorgkundigen, in Wallonië is er kennelijk ook onzekerheid over het aantal huisartsen dat zich met een rusthuis zal willen/kunnen verbinden.Dat de oudere van morgen niet de oudere van gisteren is, geldt voor alle respondenten. Zelfbeschikkingsrecht, de eigen zorgregie in handen kunnen nemen, langer thuis wonen... het zijn elementen die overal meespelen en mee de toekomst kleuren. Technologie kan daarbij een zeer nuttige tool zijn zolang die niet de directe communicatie en fysisch contact met de bewoner vervangt.