Van 12 januari 2015 tot 7 januari 2016 bezocht Zorginspectie 55 ziekenhuizen en 85 campussen. Het was de tweede inspectieronde van het 'nalevingstoezicht', en die betrof het zorgtraject van de internistische patiënt.

Aan het nalevingstoezicht zijn alle ziekenhuizen onderworpen, ook de geaccrediteerde. Vandaag, 13 juli, publiceerde Zorginspectie zijn Beleidsrapport over dit zorgtraject.

In totaal kregen 65 gespecialiseerde spoedgevallendiensten, vier diensten voor eerste opvang van spoedgevallen, 98 intensieve zorgeenheden, 82 internistische of gemengde ziekenhuizen en 158 verpleegkundige afdelingen met internistische bedden het bezoek van het inspectieteam.

Ook 70 ziekenhuisapotheken werden gecontroleerd, en nog eens 60 MUG-wagens.

De inspecties zijn onaangekondigd, maar het 'eisenkader' voor de internistische patiënt - met de mogelijke aandachtspunten voor inspectie - was op voorhand bekend.

De controles omvatten vijf thema's: personeel, veilige omgeving, gestandaardiseerde zorg, hygiëne en communicatie (tussen de zorgverleners onderling en met de patiënt).

Vooruitgang
De eerste inspectieronde voor het nalevingstoezicht vond in 2013 plaats en nam het zorgtraject voor de chirurgische patiënt onder de loep. Tussen de inspecties in 2013 en 2015 zijn er nogal wat overlappingen en zo kon Zorginspectie vaststellen dat de patiëntenveiligheid er ondertussen wel degelijk op vooruit is gegaan.

De handhygiëne is steeds meer de regel bij verpleegkundigen (99% in orde) - artsen (91% in orde) blijven hier nog wat achterop hinken maar maakten flinke vooruitgang (+11%). De patiëntidentificatie (armbandje) was in 99% van de gevallen in orde (+4%). Medische toestellen worden beter onderhouden; maar vijf van de 680 beademingstoestellen hadden geen recente onderhoudsbeurt gehad - of die onderhoudsbeurt was niet gedocumenteerd. Het patiëntendossier wordt beter bijgehouden. Bij bloedtransfusies, bijvoorbeeld, waren in 80% van de gevallen alle vereiste gegevens genoteerd - dat is een verdubbeling van het percentage op goed twee jaar tijd.


Transparantie
Zorginspectie voert een actief transparantiebeleid: alle inspectieverslagen van het internistische zorgtraject zijn gepubliceerd op www.zorginspectie.be (en op www.zorgkwaliteit.be). De verslagen verschenen gaandeweg op de website. Vorig jaar in mei leidde dat al tot wat heisa in de media. Er waren toen al 14 verslagen beschikbaar. Onder andere Testaankoop pluisde onder meer de verslagen uit en concludeerde - met zin voor drama - dat in sommige ziekenhuizen de volksgezondheid bedreigd was.

Het inspectieteam moet bij voorgeschreven medicatie vooral controleren of er een voorschrift is op papier en of dat volledig is. Soms vertelt de arts aan de verpleegkundige welke medicatie die laatste moet toedienen en vergeet de arts achteraf het voorschrift alsnog te maken. Op een aantal voorschriften ontbreekt de naam van de voorschrijvend arts of de naam van de patiënt - in zeldzamer gevallen de naam van medicament of de precieze dosis. Dat leidt in de context niet noodzakelijk tot misverstanden, maar bevorderlijk voor de veiligheid is het niet.

Een aantal andere vaststellingen inzake medicatie:

Elektronische voorschriften zijn vaker volledig dan papieren (93% tegenover 87% voor niet-narcotische middelen). Op infusen en spuiten wordt geregeld vergeten alle gegevens te vermelden - zoals met het oog op de patiëntveiligheid vereist is. Hooguit driekwart van de injecties, bijvoorbeeld, was in orde. De ziekenhuisapotheker heeft vaak nog geen zicht op alle medicatieschema's van alle patiënten. Net geen kwart (24%) van hen beschikt al over dit krachtig controle-instrument.


Knipperlichten
Een aantal vaststellingen die een ernstig risico voor de patiëntveiligheid blootleggen, leveren een knipperlicht op. Bij een rood knipperlicht wordt automatisch een tweede inspectie uitgevoerd op een onbekend tijdstip. Die licht de betrokken ziekenhuisafdelingen voor het thema waarbinnen het knipperlicht is gaan branden, opnieuw door.

Er zijn ook oranje knipperlichten. Die leiden niet automatisch tot een nieuwe inspectieronde - behalve wanneer op één campus twee oranjeknipperlichten gaan branden voor hetzelfde thema.

Er waren 29 rode knipperlichten en 75 oranje. De oranjeknipperlichten gaven aanleiding tot zes nieuwe inspecties.
De meeste rode knipperlichten hadden betrekking op de personeelsbezetting. Het duurt bijvoorbeeld langer dan een kwartier voordat een intensivist na een oproep op de intensive care unit beschikbaar is. Of er is geen gepaste vervanging wanneer de spoedarts met de MUG uitrukt. De arts met permanentie is al langer dan 24 uur aanwezig in het ziekenhuis,...

Vooral dat de verpleegkundige permanentie niet goed geregeld is, levert in een aantal Vlaamse ziekenhuizen rode knipperlichten op. Er zijn niet continu minstens twee verpleegkundigen op de spoed, bijvoorbeeld, of niet minstens een ervan heeft de bijzondere beroepstitel.

Na een tweede inspectie bleef nog één van de 29 rode knipperlichten branden. Dat had opnieuw te maken met de verpleegkundige permanentie op de spoed.

Verbeterpunten
Herhaaldelijk dezelfde items inspecteren zorgt voor verbeteringen op het terrein, is een van de basisconclusies van de Zorginspectie. De volgende inspectieronde is al in de maak: aan het eisenkader voor de cardiologische patiënt wordt dit jaar nog gewerkt.

Het Beleidsrapport van de Zorginspectie stelt nog een aantal belangrijke verbeterpunten vast, die wellicht opnieuw aan bod kunnen komen.

Informatiebeleid: de informatiedoorstroming wanneer de patiënt van zorgmilieu verandert, is onvoldoende. In 10% van de dossiers van ontslagen patiënten zat geen ontslagbrief voor de huisarts. Ook de patiënt krijgt bij opname of bij ontslag niet altijd alle gewenste informatie.

Het pijnbeleid: het geregeld noteren van pijnscores is nog niet overal een dagelijkse routine, de methodes hiervoor zijn onvoldoende ingeburgerd.

Op www.zorginspectie.be vindt u onder meer het volledige Beleidsrapport en een handige visualisatie van de resultaten.

Van 12 januari 2015 tot 7 januari 2016 bezocht Zorginspectie 55 ziekenhuizen en 85 campussen. Het was de tweede inspectieronde van het 'nalevingstoezicht', en die betrof het zorgtraject van de internistische patiënt. Aan het nalevingstoezicht zijn alle ziekenhuizen onderworpen, ook de geaccrediteerde. Vandaag, 13 juli, publiceerde Zorginspectie zijn Beleidsrapport over dit zorgtraject. In totaal kregen 65 gespecialiseerde spoedgevallendiensten, vier diensten voor eerste opvang van spoedgevallen, 98 intensieve zorgeenheden, 82 internistische of gemengde ziekenhuizen en 158 verpleegkundige afdelingen met internistische bedden het bezoek van het inspectieteam. Ook 70 ziekenhuisapotheken werden gecontroleerd, en nog eens 60 MUG-wagens. De inspecties zijn onaangekondigd, maar het 'eisenkader' voor de internistische patiënt - met de mogelijke aandachtspunten voor inspectie - was op voorhand bekend. De controles omvatten vijf thema's: personeel, veilige omgeving, gestandaardiseerde zorg, hygiëne en communicatie (tussen de zorgverleners onderling en met de patiënt).Vooruitgang De eerste inspectieronde voor het nalevingstoezicht vond in 2013 plaats en nam het zorgtraject voor de chirurgische patiënt onder de loep. Tussen de inspecties in 2013 en 2015 zijn er nogal wat overlappingen en zo kon Zorginspectie vaststellen dat de patiëntenveiligheid er ondertussen wel degelijk op vooruit is gegaan. De handhygiëne is steeds meer de regel bij verpleegkundigen (99% in orde) - artsen (91% in orde) blijven hier nog wat achterop hinken maar maakten flinke vooruitgang (+11%). De patiëntidentificatie (armbandje) was in 99% van de gevallen in orde (+4%). Medische toestellen worden beter onderhouden; maar vijf van de 680 beademingstoestellen hadden geen recente onderhoudsbeurt gehad - of die onderhoudsbeurt was niet gedocumenteerd. Het patiëntendossier wordt beter bijgehouden. Bij bloedtransfusies, bijvoorbeeld, waren in 80% van de gevallen alle vereiste gegevens genoteerd - dat is een verdubbeling van het percentage op goed twee jaar tijd.Transparantie Zorginspectie voert een actief transparantiebeleid: alle inspectieverslagen van het internistische zorgtraject zijn gepubliceerd op www.zorginspectie.be (en op www.zorgkwaliteit.be). De verslagen verschenen gaandeweg op de website. Vorig jaar in mei leidde dat al tot wat heisa in de media. Er waren toen al 14 verslagen beschikbaar. Onder andere Testaankoop pluisde onder meer de verslagen uit en concludeerde - met zin voor drama - dat in sommige ziekenhuizen de volksgezondheid bedreigd was. Het inspectieteam moet bij voorgeschreven medicatie vooral controleren of er een voorschrift is op papier en of dat volledig is. Soms vertelt de arts aan de verpleegkundige welke medicatie die laatste moet toedienen en vergeet de arts achteraf het voorschrift alsnog te maken. Op een aantal voorschriften ontbreekt de naam van de voorschrijvend arts of de naam van de patiënt - in zeldzamer gevallen de naam van medicament of de precieze dosis. Dat leidt in de context niet noodzakelijk tot misverstanden, maar bevorderlijk voor de veiligheid is het niet. Een aantal andere vaststellingen inzake medicatie: Elektronische voorschriften zijn vaker volledig dan papieren (93% tegenover 87% voor niet-narcotische middelen). Op infusen en spuiten wordt geregeld vergeten alle gegevens te vermelden - zoals met het oog op de patiëntveiligheid vereist is. Hooguit driekwart van de injecties, bijvoorbeeld, was in orde. De ziekenhuisapotheker heeft vaak nog geen zicht op alle medicatieschema's van alle patiënten. Net geen kwart (24%) van hen beschikt al over dit krachtig controle-instrument.Knipperlichten Een aantal vaststellingen die een ernstig risico voor de patiëntveiligheid blootleggen, leveren een knipperlicht op. Bij een rood knipperlicht wordt automatisch een tweede inspectie uitgevoerd op een onbekend tijdstip. Die licht de betrokken ziekenhuisafdelingen voor het thema waarbinnen het knipperlicht is gaan branden, opnieuw door. Er zijn ook oranje knipperlichten. Die leiden niet automatisch tot een nieuwe inspectieronde - behalve wanneer op één campus twee oranjeknipperlichten gaan branden voor hetzelfde thema. Er waren 29 rode knipperlichten en 75 oranje. De oranjeknipperlichten gaven aanleiding tot zes nieuwe inspecties. De meeste rode knipperlichten hadden betrekking op de personeelsbezetting. Het duurt bijvoorbeeld langer dan een kwartier voordat een intensivist na een oproep op de intensive care unit beschikbaar is. Of er is geen gepaste vervanging wanneer de spoedarts met de MUG uitrukt. De arts met permanentie is al langer dan 24 uur aanwezig in het ziekenhuis,... Vooral dat de verpleegkundige permanentie niet goed geregeld is, levert in een aantal Vlaamse ziekenhuizen rode knipperlichten op. Er zijn niet continu minstens twee verpleegkundigen op de spoed, bijvoorbeeld, of niet minstens een ervan heeft de bijzondere beroepstitel. Na een tweede inspectie bleef nog één van de 29 rode knipperlichten branden. Dat had opnieuw te maken met de verpleegkundige permanentie op de spoed.Verbeterpunten Herhaaldelijk dezelfde items inspecteren zorgt voor verbeteringen op het terrein, is een van de basisconclusies van de Zorginspectie. De volgende inspectieronde is al in de maak: aan het eisenkader voor de cardiologische patiënt wordt dit jaar nog gewerkt. Het Beleidsrapport van de Zorginspectie stelt nog een aantal belangrijke verbeterpunten vast, die wellicht opnieuw aan bod kunnen komen.Informatiebeleid: de informatiedoorstroming wanneer de patiënt van zorgmilieu verandert, is onvoldoende. In 10% van de dossiers van ontslagen patiënten zat geen ontslagbrief voor de huisarts. Ook de patiënt krijgt bij opname of bij ontslag niet altijd alle gewenste informatie. Het pijnbeleid: het geregeld noteren van pijnscores is nog niet overal een dagelijkse routine, de methodes hiervoor zijn onvoldoende ingeburgerd. Op www.zorginspectie.be vindt u onder meer het volledige Beleidsrapport en een handige visualisatie van de resultaten.