Karen Versluys, verpleegkundige specialist geriatrie, draagt samen met professor dr. Nele Van Den Noorgate dit project dat eigenlijk zijn inspiratie vond in 2008 toen men ging peilen naar wat de noden en de behoeften van oudere kankerpatiënten waren. "Wij dachten dat we een rist aan praktische problemen te horen zouden krijgen, maar dat was niet zo. Het verhaal er achter bleek veel belangrijker te zijn. Dat was een eye-opener voor ons", zegt Karen Versluys. "Plotseling gingen we ons de vraag stellen wat die patiënt nu echt nodig had, wat échte zorg op maat is en hoe we die konden binnenbrengen op een acute afdeling.

"Ouderen hebben vaak niet de kracht of de kunde om hun eigen wensen en noden onder woorden te brengen. Een ziekenhuisopname maakt het niet gemakkelijker. Hun zorgafhankelijkheid maakt hen nog kwetsbaarder. Er zijn ook weinig mogelijkheden en kansen om hun wensen en behoeften kenbaar te maken waardoor ze zich niet comfortabel voelen. Met als gevolg dat ze eigenlijk nog meer een beroep doen op de zorgverleners die daardoor nog meer tijdsdruk en spanning ervaren. Het bijna logische gevolg is dat die zich genoodzaakt voelen om zich te focussen op acute, medische zorg... De vicieuze cirkel is rond.

Het bijzondere aan dit project is dat het de hulpverlener is die het initiatief neemt. "Zo zijn wij begonnen met ethische reflectiemomenten rond telkens één casus", zegt prof. Van Den Noorgate. "We hebben een stappenplan toegepast waarbij we met zorgverleners die hele casus op een rijtje gingen zetten: wat zijn de feiten, welke emoties roept de casus op? Iedereen die zich bij die casus betrokken voelde, was welkom op dit reflectiemoment en externe begeleider stond in voor de begeleiding. Daarna hebben we dat geëvalueerd en uitgerold naar andere afdelingen. We gingen niet meer louter werken op casussen maar we bogen ons over een welbepaalde topic: voorbeelden zijn het belang van wassen, de vraag om euthanasie..."

"Heel snel hebben we gemerkt dat, waar het in het begin soms een zoektocht was naar relevante topics voor overlegmomenten, deze topics veel sneller spontaan werden aangekaart tijdens een informele ronde van de verantwoordelijk verpleegkundige. Bovendien merkten we ook dat zorgverleners zich, dankzij die reflectiemomenten, veel gemakkelijker en sneller in de plaats van een patiënt of een familie kunnen stellen. Daardoor kun je veel korter op de bal spelen en zie je dat spanningen niet escaleren tot echte problemen."

Competenties

Tijdens het project is het ook duidelijk geworden dat ook zorgverleners een beetje 'gekweekt' moeten worden en competenties moeten aanleren. "Wij willen de competenties van de zorgverlener aanscherpen zodat ze een open gesprek met de patiënt kan aangaan waarin de beleving van de patiënt en familie centraal staan. Dat lijkt gemakkelijk, maar dat is het niet. De zorgverlener moet leren om andere perspectieven te zien en te luisteren naar wat de patiënt echt zegt, wat er voor hem op het spel staat en belangrijk is. Hij moet leren om echt te luisteren en zijn doelgerichte bril achter te laten. "De patiënten met wie wij te maken hebben, zijn hulpbehoevend en daardoor is het risico op betuttelen erg groot", zegt prof. Van Den Noorgate. "Zowat de helft van onze patiënten is dementerend, maar de andere helft is perfect in staat om zelf beslissingen te nemen. Veel te veel zien we dat we in de valkuil trappen waarbij de familie het verhaal voor de oudere doet en voor hem beslist terwijl de patiënt zelf in staat is om een beslissing te nemen."

Na de training heeft de zorgverlener een gesprek met een patiënt dat - met akkoord van de patiënt - op band wordt opgenomen. Daarna wordt over dat gesprek gereflecteerd en uitgetikt zodat de zorgverlener alles kan nalezen. Finaal zitten alle deelnemers samen en worden ervaringen uitgewisseld. "Voor veel trainees was deze training verrijkend maar ook moeilijk. Wij merken heel duidelijk dat er een verandering van blikrichting bij de zorgverlener ontstaat: kijken vanuit het perspectief van de oudere brengt zorgverleners in contact met de persoon die de oudere patiënt is. Zorgverleners merkten hierdoor dat de oudere vaak een heel ander zorgplan voor ogen had dan hij als zorgverlener. Dat besef was voor sommige zorgverleners erg confronterend."

In dit soort gesprekken gaat veel tijd. Maar hebben zorgverleners die tijd wel? "Ja, je steekt veel tijd in zo'n gesprek", geeft ook Karen Versluys toe. "Maar we winnen ook heel veel tijd. Er ontstaat immers een vertrouwensrelatie waarbij de oudere en de zorgverlener vanuit wederzijds begrip bijvoorbeeld veel gemakkelijker afspraken rond zorg kunnen maken en er daardoor minder beloproepen zijn."

"Maar je moet het ook op de dienst goed organiseren", zegt prof. Van Den Noorgate. "Collega's moeten de tijd krijgen om met patiënten in gesprek te gaan, dit lukt dankzij een doeltreffende organisatie van de activiteiten op de dienst."

Het project heeft zo'n goede resultaten dat het nu ook op andere diensten wordt uitgerold. "Twee jaar geleden zijn we gestart met een ziekenhuisbrede uitrol via de referentieverpleegkundigen geriatrie. Het succes van dit project hangt echter ook in grote mate af van het team. Dat moet dit soort gesprekken als volwaardige zorg zien. Een halfuur doorbrengen met één patiënt kan doeltreffender zijn dan tien keer de gang op en af lopen. Dat wil ook zeggen dat de leidinggevende die visie moet delen. Wij kunnen wel een zaadje planten, maar voor de omstandigheden waardoor het kan kiemen, daar moeten de afdelingen zelf voor zorgen. Het systeem kan alleen werken als je ook als zorgverlener in een omgeving zit waarin je je verhaal kwijt kunt."

Is elke zorgverlener geschikt voor deze aanpak? Kan elke zorgverlener actief luisteren? "We hebben 30 man personeel en dat zijn 30 verschillende mensen", lacht prof. Van Den Noorgate. "Het personeel dat luistert naar de patiënt, ondervindt wel een veel grotere arbeidssatisfactie. Of dit een middel is tegen burn-out? Wij merken toch dat we personeel aantrekken, alleen al door onze andere dynamiek."

Karen Versluys, verpleegkundige specialist geriatrie, draagt samen met professor dr. Nele Van Den Noorgate dit project dat eigenlijk zijn inspiratie vond in 2008 toen men ging peilen naar wat de noden en de behoeften van oudere kankerpatiënten waren. "Wij dachten dat we een rist aan praktische problemen te horen zouden krijgen, maar dat was niet zo. Het verhaal er achter bleek veel belangrijker te zijn. Dat was een eye-opener voor ons", zegt Karen Versluys. "Plotseling gingen we ons de vraag stellen wat die patiënt nu echt nodig had, wat échte zorg op maat is en hoe we die konden binnenbrengen op een acute afdeling."Ouderen hebben vaak niet de kracht of de kunde om hun eigen wensen en noden onder woorden te brengen. Een ziekenhuisopname maakt het niet gemakkelijker. Hun zorgafhankelijkheid maakt hen nog kwetsbaarder. Er zijn ook weinig mogelijkheden en kansen om hun wensen en behoeften kenbaar te maken waardoor ze zich niet comfortabel voelen. Met als gevolg dat ze eigenlijk nog meer een beroep doen op de zorgverleners die daardoor nog meer tijdsdruk en spanning ervaren. Het bijna logische gevolg is dat die zich genoodzaakt voelen om zich te focussen op acute, medische zorg... De vicieuze cirkel is rond.Het bijzondere aan dit project is dat het de hulpverlener is die het initiatief neemt. "Zo zijn wij begonnen met ethische reflectiemomenten rond telkens één casus", zegt prof. Van Den Noorgate. "We hebben een stappenplan toegepast waarbij we met zorgverleners die hele casus op een rijtje gingen zetten: wat zijn de feiten, welke emoties roept de casus op? Iedereen die zich bij die casus betrokken voelde, was welkom op dit reflectiemoment en externe begeleider stond in voor de begeleiding. Daarna hebben we dat geëvalueerd en uitgerold naar andere afdelingen. We gingen niet meer louter werken op casussen maar we bogen ons over een welbepaalde topic: voorbeelden zijn het belang van wassen, de vraag om euthanasie...""Heel snel hebben we gemerkt dat, waar het in het begin soms een zoektocht was naar relevante topics voor overlegmomenten, deze topics veel sneller spontaan werden aangekaart tijdens een informele ronde van de verantwoordelijk verpleegkundige. Bovendien merkten we ook dat zorgverleners zich, dankzij die reflectiemomenten, veel gemakkelijker en sneller in de plaats van een patiënt of een familie kunnen stellen. Daardoor kun je veel korter op de bal spelen en zie je dat spanningen niet escaleren tot echte problemen."CompetentiesTijdens het project is het ook duidelijk geworden dat ook zorgverleners een beetje 'gekweekt' moeten worden en competenties moeten aanleren. "Wij willen de competenties van de zorgverlener aanscherpen zodat ze een open gesprek met de patiënt kan aangaan waarin de beleving van de patiënt en familie centraal staan. Dat lijkt gemakkelijk, maar dat is het niet. De zorgverlener moet leren om andere perspectieven te zien en te luisteren naar wat de patiënt echt zegt, wat er voor hem op het spel staat en belangrijk is. Hij moet leren om echt te luisteren en zijn doelgerichte bril achter te laten. "De patiënten met wie wij te maken hebben, zijn hulpbehoevend en daardoor is het risico op betuttelen erg groot", zegt prof. Van Den Noorgate. "Zowat de helft van onze patiënten is dementerend, maar de andere helft is perfect in staat om zelf beslissingen te nemen. Veel te veel zien we dat we in de valkuil trappen waarbij de familie het verhaal voor de oudere doet en voor hem beslist terwijl de patiënt zelf in staat is om een beslissing te nemen."Na de training heeft de zorgverlener een gesprek met een patiënt dat - met akkoord van de patiënt - op band wordt opgenomen. Daarna wordt over dat gesprek gereflecteerd en uitgetikt zodat de zorgverlener alles kan nalezen. Finaal zitten alle deelnemers samen en worden ervaringen uitgewisseld. "Voor veel trainees was deze training verrijkend maar ook moeilijk. Wij merken heel duidelijk dat er een verandering van blikrichting bij de zorgverlener ontstaat: kijken vanuit het perspectief van de oudere brengt zorgverleners in contact met de persoon die de oudere patiënt is. Zorgverleners merkten hierdoor dat de oudere vaak een heel ander zorgplan voor ogen had dan hij als zorgverlener. Dat besef was voor sommige zorgverleners erg confronterend."In dit soort gesprekken gaat veel tijd. Maar hebben zorgverleners die tijd wel? "Ja, je steekt veel tijd in zo'n gesprek", geeft ook Karen Versluys toe. "Maar we winnen ook heel veel tijd. Er ontstaat immers een vertrouwensrelatie waarbij de oudere en de zorgverlener vanuit wederzijds begrip bijvoorbeeld veel gemakkelijker afspraken rond zorg kunnen maken en er daardoor minder beloproepen zijn.""Maar je moet het ook op de dienst goed organiseren", zegt prof. Van Den Noorgate. "Collega's moeten de tijd krijgen om met patiënten in gesprek te gaan, dit lukt dankzij een doeltreffende organisatie van de activiteiten op de dienst."Het project heeft zo'n goede resultaten dat het nu ook op andere diensten wordt uitgerold. "Twee jaar geleden zijn we gestart met een ziekenhuisbrede uitrol via de referentieverpleegkundigen geriatrie. Het succes van dit project hangt echter ook in grote mate af van het team. Dat moet dit soort gesprekken als volwaardige zorg zien. Een halfuur doorbrengen met één patiënt kan doeltreffender zijn dan tien keer de gang op en af lopen. Dat wil ook zeggen dat de leidinggevende die visie moet delen. Wij kunnen wel een zaadje planten, maar voor de omstandigheden waardoor het kan kiemen, daar moeten de afdelingen zelf voor zorgen. Het systeem kan alleen werken als je ook als zorgverlener in een omgeving zit waarin je je verhaal kwijt kunt."Is elke zorgverlener geschikt voor deze aanpak? Kan elke zorgverlener actief luisteren? "We hebben 30 man personeel en dat zijn 30 verschillende mensen", lacht prof. Van Den Noorgate. "Het personeel dat luistert naar de patiënt, ondervindt wel een veel grotere arbeidssatisfactie. Of dit een middel is tegen burn-out? Wij merken toch dat we personeel aantrekken, alleen al door onze andere dynamiek."