Zorginspectie betoont zich tevreden over de globaal goede scores van de ziekenhuizen op het vlak van de controle van het materiaal, de opleiding van de equipes, de informatieoverdracht, de registratie in het medische dossier - waaronder het uitvoeren van pijnmetingen.

Knipperlichten

Toch organiseerde Zorginspectie bij beide inspectieronden op ongeveer drie van de tien campussen een herhalingsinspectie omdat er knipperlichten gingen branden.

Bij het zorgtraject voor hartpatiënten, dat focuste op een snelle en adequate reactie in urgente situaties, hadden de knipperlichten vooral te maken met het oproepsysteem voor reanimatie op de verpleegafdelingen en met de opvolging van de elektronische monitoring aan bed ('telemetrie').

De herhalingsronden van het chirurgisch en internistisch zorgtraject hadden vooral te maken met de wachtdienst op de spoedafdeling en de MUG, en met veiligheidsmaatregelen waarvan geen afwijking wordt geduld.

Zo kan het niet dat een patiënt geen identificatiebandje draagt, of dat er geen anesthesist in de operatiezaal aanwezig is tijdens een ingreep. Dat bleek in enkele ziekenhuizen zeer uitzonderlijk wel het geval.

Aandachtspunten

Zorginspectie signaleert ook een aantal aandachtspunten.

Voor het cardiale zorgtraject hebben die vooral te maken met de punten waarvoor ook de knipperlichten gingen branden.

Het systeem voor reanimatie-oproepen bleek bij ongeveer 1 op 6 van de gecontroleerde verpleegafdelingen niet helemaal feilloos. Daardoor is het niet op ieder moment verzekerd dat er onmiddellijk aan bed van de patiënt een reanimatie-equipe kan staan. En het opvolgen van het hartritme vanop afstand is niet overal sluitend geregeld.

Andere knelpunten waren dat ongeveer 1 op 7 van de gecontroleerde uitwendige pacemakers niet tijdig preventief geïnspecteerd was. De verpleegafdelingen krijgen niet altijd de nodige informatie van het cathlab bij overdracht van een patiënt.

Bij de herhalingsronde van het chirurgisch en internistisch zorgtraject bleek dat de opleiding op het gebied van reanimatie bij 3 op de 10 van de gecontroleerde artsen niet volkomen op peil was.

Het toezichtsmodel

De inspectieronden vonden plaats binnen het kader van het toezichtsmodel op de ziekenhuizen. Dat gaat na of voor een aantal trajecten (er zijn er nu een achttal) de voorwaarden van het 'eisenkader' voldoende beantwoord zijn.

Het Agentschap Zorg en Gezondheid stelt de eisenkaders op samen met het werkveld. De inspecties gebeuren onaangekondigd - maar de ziekenhuizen kennen het eisenkader en weten dat er inspecties zullen plaatsvinden.

Voor het cardiale zorgtraject zijn 67 campussen van 54 Vlaamse ziekenhuizen geïnspecteerd. Bij de herhalingsronden voor het chirurgisch en internistische zorgtraject ging het om 55 campussen.

Wanneer u surft naar zorginspectie.be vindt u daar de beleidsrapporten over de inspectieronden, evenals de individuele rapporten van de ziekenhuiscampussen.

Zorginspectie betoont zich tevreden over de globaal goede scores van de ziekenhuizen op het vlak van de controle van het materiaal, de opleiding van de equipes, de informatieoverdracht, de registratie in het medische dossier - waaronder het uitvoeren van pijnmetingen.KnipperlichtenToch organiseerde Zorginspectie bij beide inspectieronden op ongeveer drie van de tien campussen een herhalingsinspectie omdat er knipperlichten gingen branden.Bij het zorgtraject voor hartpatiënten, dat focuste op een snelle en adequate reactie in urgente situaties, hadden de knipperlichten vooral te maken met het oproepsysteem voor reanimatie op de verpleegafdelingen en met de opvolging van de elektronische monitoring aan bed ('telemetrie').De herhalingsronden van het chirurgisch en internistisch zorgtraject hadden vooral te maken met de wachtdienst op de spoedafdeling en de MUG, en met veiligheidsmaatregelen waarvan geen afwijking wordt geduld.Zo kan het niet dat een patiënt geen identificatiebandje draagt, of dat er geen anesthesist in de operatiezaal aanwezig is tijdens een ingreep. Dat bleek in enkele ziekenhuizen zeer uitzonderlijk wel het geval.AandachtspuntenZorginspectie signaleert ook een aantal aandachtspunten. Voor het cardiale zorgtraject hebben die vooral te maken met de punten waarvoor ook de knipperlichten gingen branden. Het systeem voor reanimatie-oproepen bleek bij ongeveer 1 op 6 van de gecontroleerde verpleegafdelingen niet helemaal feilloos. Daardoor is het niet op ieder moment verzekerd dat er onmiddellijk aan bed van de patiënt een reanimatie-equipe kan staan. En het opvolgen van het hartritme vanop afstand is niet overal sluitend geregeld. Andere knelpunten waren dat ongeveer 1 op 7 van de gecontroleerde uitwendige pacemakers niet tijdig preventief geïnspecteerd was. De verpleegafdelingen krijgen niet altijd de nodige informatie van het cathlab bij overdracht van een patiënt.Bij de herhalingsronde van het chirurgisch en internistisch zorgtraject bleek dat de opleiding op het gebied van reanimatie bij 3 op de 10 van de gecontroleerde artsen niet volkomen op peil was.Het toezichtsmodelDe inspectieronden vonden plaats binnen het kader van het toezichtsmodel op de ziekenhuizen. Dat gaat na of voor een aantal trajecten (er zijn er nu een achttal) de voorwaarden van het 'eisenkader' voldoende beantwoord zijn.Het Agentschap Zorg en Gezondheid stelt de eisenkaders op samen met het werkveld. De inspecties gebeuren onaangekondigd - maar de ziekenhuizen kennen het eisenkader en weten dat er inspecties zullen plaatsvinden.Voor het cardiale zorgtraject zijn 67 campussen van 54 Vlaamse ziekenhuizen geïnspecteerd. Bij de herhalingsronden voor het chirurgisch en internistische zorgtraject ging het om 55 campussen. Wanneer u surft naar zorginspectie.be vindt u daar de beleidsrapporten over de inspectieronden, evenals de individuele rapporten van de ziekenhuiscampussen.