...
De afkorting ESG is ondertussen welbekend, want de drie letters zijn bijna tot een logo uitgegroeid. De criteria zij nu zelfs een must wanneer men praat over beleggen in ondernemingen, vooral als die beursgenoteerd zijn. Want bedrijven scoren maar beter goed op deze drie domeinen: Environment (milieu), Social (maatschappelijk) en Governance (goed bestuur), anders riskeren ze als paria te worden behandeld. De E van environment kent iedereen (geen vervuiling, energiebesparing, recycling, enz.), maar dat geldt niet voor de twee andere letters. Governance is ongetwijfeld het meest abstracte begrip dat ook voor de meeste verwarring zorgt. En die indruk is terecht! Dit criterium heeft te maken met de onafhankelijkheid van de raad van bestuur van een onderneming, de bestrijding van corruptie, het bestaan van een auditcomité... Niet echt opwindende concepten voor leken. Hetzelfde kan niet gezegd worden van de S van sociaal. Het woord maakt deel uit van het dagelijks taalgebruik en wordt elke dag in de media gebezigd. Bij de beoordeling van een onderneming verwijst het sociale criterium naar de opleiding van het personeel, de eerbiediging van de rechten van werknemers (met inbegrip van die bij onderaannemers, bijvoorbeeld kinderarbeid in ontwikkelingslanden), de preventie van ongevallen... Maar als KBC Bank de lancering van een sociale obligatie aankondigt, kan men zich toch moeilijk voorstellen wat dat nu juist inhoudt. In werkelijkheid spelen de ESG-criteria op verschillende niveaus: in de eerste plaats hebben ze betrekking op de beoordeling van een onderneming, maar daarnaast ook op de investeringen die deze ondernemingen doen en de leningen die banken aan hen verstrekken. Telkens kan de financiering rechtstreeks of via een obligatie plaatsvinden. In het laatste geval wordt het etiket 'duurzaam' betekenisvol, omdat het dan zichtbaar is voor beleggers die overwegen een dergelijke obligatie te kopen. KBC lanceerde op 18 augustus dus een obligatie die ze als 'sociaal' omschrijven. Het gaat om een bedrag van ? 750 miljoen, met een looptijd van acht jaar en een coupon van 3%. "De uitgifte van deze sociale obligatielening sluit perfect aan bij onze duurzaamheidsaanpak", aldus Johan Thijs, CEO van de KBC-groep. "De keuze voor een portefeuille van ziekenhuizen is geen toeval: de gezondheidszorg staat centraal in onze activiteiten als bankverzekeraar. De sector staat, mede door de covid-19 pandemie, voor een enorme transitie. Daarom willen wij de sector ondersteunen in deze uitdagingen." Dat is een erg positief klinkend statement, niet? Dit initiatief maakt deel uit van een ruimer kader: het KBC Social Bond Framework (lees hieronder). "Met deze uitgifte willen we benadrukken dat duurzaamheid verder reikt dan alleen maar milieu en klimaat", legt Filip Ferrante uit, directeur corporate sustainability van de groep. "In de komende jaren zal KBC prioriteit geven aan financieringen die vallen onder de categorieën 'toegang tot essentiële diensten' (zoals onderwijs, gezondheidszorg, sport en cultuur), 'betaalbare huisvesting' en 'het creëren van werkgelegenheid'." De obligatielening van KBC zal ongetwijfeld interesse hebben opgewekt binnen de ziekenhuissector, maar dan louter informatief. Want voor de sector zelf is het niet mogelijk hierop te reageren, niet door een krediet aan te vragen en ook niet om in te tekenen op dit initiatief. Want investeren in deze uitgifte is enkel voorbehouden aan "institutionele en professionele beleggers". Tot de eerstgenoemden behoren verzekeraars en pensioenfondsen. En de professionelen? Zou men daarmee de medische beroepsgroep bedoelen? Kunnen artsen en verpleegkundigen naar een KBC-kantoor gaan om deze obligatie te kopen? Absoluut niet.De definitie van deze professionele beleggers blijft nogal vaag en lijkt vergelijkbaar met die van institutionele beleggers, maar is niet langer relevant. Want KBC laat weten dat na enkele presentaties over deze sociale obligatielening de uitgifte al volledig is onderschreven... nog voordat de operatie publiek werd gemaakt. Het geld is dus al opgehaald, maar ook al uitgegeven. Want dit vers geld voor kredietverlening aan de ziekenhuissector is meteen gebruikt voor verschillende specifieke projecten, zo wordt ons verteld, zowel in ziekenhuizen als in rust- en verzorgingstehuizen. Toch verandert er niets fundamenteels aan de beschikbaarheid van krediet voor de sector: de enveloppe is niet leeg! Deze sociale obligatielening brengt enkel een aantal van de vele kredieten samen die KBC aan de gezondheidssector verleent en zal blijven verlenen. Deze kredieten liepen eind 2016 op tot ? 6,1 miljard. Men kan men zich afvragen waarom KBC zoveel poeha maakt rond deze sociale obligatielening. Want in feite is het helemaal niet de bedoeling om een vraag naar dit product te creëren, maar enkel om beleggers te laten weten dat er nu een aanbod bestaat. Niet duidelijk? Een woordje uitleg is hier zeker op zijn plaats. Het is zo dat verzekeraars en pensioenfondsen, maar ook beleggingsfondsen en beveks voor particuliere beleggers, bij de aankoop van aandelen vandaag steeds meer rekening houden met ESG-criteria. Ondertussen bestaan er verschillende - ja, vele - ESG-normen, die elk betrekking hebben op een van de drie letters. De beleggers in deze producten willen ook obligaties kopen die als duurzaam worden beschouwd. Maar de situatie is verschillend. Zo zijn er veel obligaties met de letter E voorhanden, die bijvoorbeeld groene energie financieren. Maar tegelijk zijn er nauwelijks obligaties met de letter S te vinden. Tot nu toe waren er in België zelfs geen. KBC kondigde deze primeur dus met trots aan. De bankverzekeraar overweegt om in de nabije toekomst nog een andere sociale obligatielening uit te geven, deze keer misschien ter financiering van de onderwijssector. Maar op een later tijdstip zal de gezondheidssector zeker nog terug aan bod komen voor investeringen. Het is dan ook duidelijk waarom de lancering van deze eerste sociale obligatie interessant was: ze toont de belangstelling van institutionele beleggers voor de financiering van de ziekenhuissector. Dit zou er toe kunnen leiden dat kredietaanvragen voor deze sector in de toekomst makkelijker zullen verlopen, omdat de bank zich makkelijker kan herfinancieren bij deze institutionele beleggers.