...

Mogelijk zullen er diensten verdwijnen. Hoe zal de overheid de zorgopdrachten juist invullen? Een ziekenhuis in het netwerk kan beslissen erkenning als referentiecentrum voor bepaalde zorg na te streven. Dat alles zal wel verschuivingen teweegbrengen voor een deel van het personeel. Sommigen zullen misschien elders in het netwerk moeten gaan werken.Men zal artsen met specifieke deskundigheid mogelijk op twee verschillende plaatsen willen inschakelen. Misschien verdwijnt er personeel uit het netwerk, ook wel een enkele arts. Er is ten slotte, met name voor artsen zoals uit het volgende zal blijken, ook een 'verticale' mobiliteit mogelijk: ze kunnen een contract afsluiten met het netwerk in plaats van met een ziekenhuis.Het symposium begon met een uiteenzetting van twee juristen over wat de wet op de ziekenhuisnetwerken precies betekent. De Valentijnswet, zoals de wet van 14 februari 2019 wel eens genoemd wordt, geeft de locoregionale netwerken maar beperkte bevoegdheden. Ze moeten de strategie bepalen en de zorgopdrachten tussen de ziekenhuizen coördineren. Ze moeten overeenkomsten sluiten over de supraregionale zorgopdrachten met referentiecentra. De ziekenhuizen bepalen al de rest en behouden de operationele bevoegdheid.De Valentijnswet voorziet wel de mogelijkheid om de bepalingen uit de ziekenhuiswet van 2008 over het statuut van de ziekenhuisartsen (Titel IV) geheel of gedeeltelijk over te hevelen naar het netwerkniveau. Zo kan er een gemeenschappelijke algemene regeling worden uitgewerkt met de medische raad van het netwerk, en een financiële regeling met een uniforme afhouding van de honoraria, en een centrale inning op netwerkniveau.Volgens meester Filip Dewallens, als specialist gezondheidsrecht verbonden aan de rechtsfaculteit Leuven, biedt het netwerk dankzij de co-gover-nance op dat niveau de artsen eigenlijk extra rechtszekerheid. Maar alle medische raden en alle bestuurders van de ziekenhuizen die lid zijn van het netwerk moeten er wel eerst akkoord mee gaan. Er is een 'dubbel vetorecht'. Dat maakt een dergelijke harmonisering zeer complex.Volgens de Gentse hoogleraar en jurist Tom Balthazar is de harmonisering van de regelingen met artsen belangrijk om netwerken goed te laten draaien. Een algemene regeling voor artsen op netwerkniveau komt er wel niet op korte termijn. Maar naar een uniforme algemene regeling kan men volgens hem toegroeien door de bestaande regelingen in ziekenhuizen beter op elkaar te gaan afstemmen.Aan het harmoniseren van de inanciële regelingen zullen er eveneens moeilijke onderhandelingen voorafgaan. "Maar het helpt zeker om systematisch goede informatie te geven aan de artsen om indianenverhalen uit de wereld te helpen." Balthazar denkt dat het een goede zaak zou zijn dat artsen netwerkbrede associaties uitbouwen - het bestuur kan dat zeker niet voor hen doen maar kan hen daarin wel steunen en bijvoorbeeld onderhandelaars ter beschikking stellen.Ook meester Dewallens gelooft dat men, als alternatief om alles over te hevelen en te harmoniseren op netwerkniveau, de regelingen in de verschillende ziekenhuizen op bijvoorbeeld de afhoudingen van honoraria op gelijke voet kan brengen met een systeem van tracking: "Nieuwe aanpassingen gebeuren volgens collectieve afspraken, zodat de regelingen in ziekenhuizen naar elkaar toe groeien."Biedt het overhevelen van regelingen naar het netwerkniveau artsen eigenlijk meer zekerheid, volgens Dewallens maakt dat het leven van de bestuurders van de afzonderlijke ziekenhuizen er niet makkelijker op: ze verliezen een aantal instrumenten voor hun beheer. Waarom zouden ze er dan naar streven?Een early adopter van de netwerking tussen ziekenhuizen is ceo van AZ Turnhout Jo Leysen. De vier ziekenhuizen van de Kempen richtten al eind december 2016 een netwerk op - voortbouwend op al bestaande samenwerkingsprojecten en vanuit de overtuiging dat een rationeler beheer een betere service mogelijk maakt voor patiënten. Zullen netwerken dan leiden tot een nieuwe fusiegolf? Er één groot ziekenhuis van maken heeft nadelen, denkt hij. Je kunt dan bijvoorbeeld maar één spoeddienst meer laten erkennen. "Maar nog meer samenwerken betekent verschuiven van patiëntenstromen, nog meer rationaliseren,..." Zijn overtuiging is dat ziekenhuizen moeten groeien naar een geïntegreerd gezondheidszorgsysteem. En dat kan maar als er eenheid is van beleid, en maar één portemonnee. Een holding met een eengemaakt bestuur, een personele unie,...? De toekomst zal raad brengen.Een ander overtuigd voorstander van netwerken is dokter Filip Ameye. Hij is voorzitter van de medische raad van AZ Maria Middelares, lid van het medisch comité van het E17-netwerk, en als diensthoofd betrokken bij diverse samenwerkingsverbanden tussen urologen van verschillende ziekenhuizen. De resultaten van een enquête die dr. Hilde Van Kerckhoven uitvoerde voor haar masterproef vorig jaar sluiten heel goed aan bij zijn ervaringen. Het grootste deel van de medische staf voelt zich niet betrokken bij en onvoldoende geïnformeerd over de netwerken, bleek daaruit. Zeer velen klagen erover dat ze meer tijd gaan verliezen door verplaatsingen en vrezen verlies van autonomie. Meer dan de helft voelt zich onzeker over het behoud van hun werk.Nogal wat artsen zijn overigens wel al overtuigd van het belang van ziekenhuisnetwerken, maar het vraagt change management om artsen erin te doen geloven en alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Samenwerking moet bottom-up groeien, maar er is coaching en coördinatie van bovenaf nodig. Volgens Tom Balthazar kunnen directies heel wat bezwaren die bij artsen leven, opvangen door duidelijke informatie te geven: goede afspraken maken, goede service en faciliteiten bieden.Voor zelfstandige artsen komt het er wellicht op aan met een open geest een gunstig contract binnen het ziekenhuisnetwerk te bedingen. Voor personeel met een werknemersstatuut steekt de arbeidswetgeving aardig wat stokken in de wielen van de ziekenhuisnetwerken. De wet verbiedt het immers om werknemers van een ziekenhuis 'ter beschikking te stellen' van (dat is: uitbesteden aan) een andere instelling, aldus Chris Engels, advocaat en docent arbeidsrecht. Er zijn uitzonderingen waarin dit toegelaten is, maar die zijn erg beperkt en onwerkzaam. Men kan de werknemer onderbrengen in een overkoepelende vzw of werkgeversgroepering maar daar gelden onpraktische beperkingen en het vraagt stapels papierwerk. Volgens hem moet de overheid zich flexibeler opstellen en het verbod op terbeschikkingstelling (art. 31 in de wet van 24 juli 1987) binnen de netwerken ongedaan maken.