Op 1 februari 2019 is nog maar 51,7% van de artsen geaccrediteerd. Dit is een achteruitgang met bijna drie procent op één jaar tijd. Dat blijkt uit het jaarverslag van het VBS.
Dat globale percentage bevat onder meer ook de artsen in opleiding. De drie procent lijkt voor een stuk wel te verklaren door hun toename: er zijn in 2019 ruim 600 haio's en evenveel aso's meer als gevolg van de 'dubbele cohorte'. Deze groep is in de regel niet geaccrediteerd.
Maar er is toch meer, stippen de auteurs van het VBS-jaarverslag aan. Van de erkende huisartsen was begin deze maand 70,1% geaccrediteerd - vorig jaar was dat iets mee dan 71,3%. Een achteruitgang met 1,25%. Van de actieve specialisten hadden vorig jaar gemiddeld 65,5% hun accreditering - dit jaar is dat met 1,8% afgekalfd tot 63,7%. De achteruitgang is algemeen: de enige uitzonderingen zijn de neuropsychiaters en spoedartsen - bij hen gaat de accreditering nog heel licht vooruit. Het aantal medisch oncologen dat is geaccrediteerd daalt op één jaar tijd met 5,1%.
Noch de oude, noch de nieuwe voorzitter van de accrediteringsstuurgroep heeft meteen een verklaring. Ook vorig jaar was er een lichte achteruitgang. De percentages schommelen voortdurend wat. Maar de cijfers van dit jaar bevestigen toch een trend. "Laten artsen de moed zakken, nu er sprake is van hervorming van het systeem van de accreditering", vraagt de vroegere voorzitter van de stuurgroep, dokter Marc Moens zich af. Ook de nieuwe voorzitter die op 1 december 2018 aantrad, dokter Bart Dehaes, heeft niet onmiddellijk een verklaring. "Hier en daar in mijn omgeving vang ik inderdaad op dat de interesse wat zou bekoelen", stelt hij.
Maar toch denkt dokter Dehaes dat dit een tijdelijk fenomeen zal blijken. Het nieuwe elektronische systeem om activiteiten voor de accreditering goed te keuren, maakt het tevens voor de doorsnee arts wat makkelijker zijn aanvraag in te dienen - aanwezigheden worden immers ook elektronisch geregistreerd. Dat zal misschien het aantal geaccrediteerde artsen weer een beetje doen toenemen.
Dat globale percentage bevat onder meer ook de artsen in opleiding. De drie procent lijkt voor een stuk wel te verklaren door hun toename: er zijn in 2019 ruim 600 haio's en evenveel aso's meer als gevolg van de 'dubbele cohorte'. Deze groep is in de regel niet geaccrediteerd.Maar er is toch meer, stippen de auteurs van het VBS-jaarverslag aan. Van de erkende huisartsen was begin deze maand 70,1% geaccrediteerd - vorig jaar was dat iets mee dan 71,3%. Een achteruitgang met 1,25%. Van de actieve specialisten hadden vorig jaar gemiddeld 65,5% hun accreditering - dit jaar is dat met 1,8% afgekalfd tot 63,7%. De achteruitgang is algemeen: de enige uitzonderingen zijn de neuropsychiaters en spoedartsen - bij hen gaat de accreditering nog heel licht vooruit. Het aantal medisch oncologen dat is geaccrediteerd daalt op één jaar tijd met 5,1%.Noch de oude, noch de nieuwe voorzitter van de accrediteringsstuurgroep heeft meteen een verklaring. Ook vorig jaar was er een lichte achteruitgang. De percentages schommelen voortdurend wat. Maar de cijfers van dit jaar bevestigen toch een trend. "Laten artsen de moed zakken, nu er sprake is van hervorming van het systeem van de accreditering", vraagt de vroegere voorzitter van de stuurgroep, dokter Marc Moens zich af. Ook de nieuwe voorzitter die op 1 december 2018 aantrad, dokter Bart Dehaes, heeft niet onmiddellijk een verklaring. "Hier en daar in mijn omgeving vang ik inderdaad op dat de interesse wat zou bekoelen", stelt hij.Maar toch denkt dokter Dehaes dat dit een tijdelijk fenomeen zal blijken. Het nieuwe elektronische systeem om activiteiten voor de accreditering goed te keuren, maakt het tevens voor de doorsnee arts wat makkelijker zijn aanvraag in te dienen - aanwezigheden worden immers ook elektronisch geregistreerd. Dat zal misschien het aantal geaccrediteerde artsen weer een beetje doen toenemen.