...

Het arrest van het hof van beroep in Gent wordt gepubliceerd in de volgende editie van het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht. Artsenkrant brengt het in primeur.Waar gaat het over? Een patiënte ondergaat een neurochirurgische ingreep waarbij een meningioom of hersenvliestumor zoveel als mogelijk wordt verwijderd. Na die ingreep bleken er twee cottonoïden - kleine kompressen om bloed te stelpen of weefsel te stabiliseren - te zijn achtergebleven in het operatieveld. Enkele weken nadien komen arts en patiënt overeen om een tweede heelkundige ingreep uit te voeren waarbij de cottonoïden en resterend tumorweefsel zouden worden verwijderd.De cottonoïden worden verwijderd, maar bij het wegnemen van resterend tumorweefsel wordt wellicht een bloedvat geraakt. Als gevolg hiervan lijdt de patiënte aan cognitieve stoornissen, een gebrek aan zelfredzaamheid, een blijvende arbeidsongeschiktheid en bijkomende lichamelijke verwikkelingen.Het ziekenfonds en de patiënte trachten eerst de zaak minnelijk te regelen met de verzekeraar van de arts. De aansprakelijkheidsverzekeraar wordt aangeschreven met als argumentatie: het raken van het bloedvat is weliswaar een complicatie, maar het achterlaten van de cottonoïden is een fout en zonder die fout zou er geen tweede ingreep zijn geweest. En dus is er een causaal verband tussen de oorspronkelijke fout - het achterlaten van de cottonoïden - en de uiteindelijke schade.In eerste instantie erkent de verzekeraar, in een brief aan de advocaat van de eisers, de fout van de verzekerde arts en vraagt een begroting van de schade. Nadien komt de verzekeraar daarop terug en worden de fout en de aansprakelijkheid betwist.