Een eerste invalshoek is deze van damage control. Inspiratie: de film "Volcano", scene met tig doden na lavabommen. - jonge dokter loopt naarstig van het ene naar het andere slachtoffer om drieste reanimatie pogingen te ondernemen. De karakteristieke held van het typische Amerikaanse epos tracht haar tegen te houden omwille van zijn diepe liefde. Maar uiteraard weigert deze idealiste heldhaftig te stoppen met slachtoffers te 'helpen'. De meer ervaren garde denkt: in rust en vrede laten. Enkel levenden helpen bij rampen. Dat noemt men vandaag - praktisch - triage. Maar het is meer dan dat: die doden zijn vaak definitief dood. Zij lijden niet (meer) en het enige wat je als arts kan bediscussiëren is dat de dood mogelijk in ideale omstandigheden kan worden uitgesteld. De gewonden lijden en vragen hulp. Bij lijden is verlichting of opluchting geven primordiaal. Bij intense pijn levert een oplossing daarvoor de grootste dankbaarheid. Al is dat voor krampen of hoofdpijn. Is dat genezen an sich? Zelden. Toch is het geneeskunde.

Wat me naadloos naar de tweede invalshoek brengt: hoe en wanneer lijden beëindigen? Want "geneeskunde" stopt niet wanneer we niet (meer) kunnen helpen. En dan belanden we vandaag in het voorlopig eindeloze debat over palliatie en zelfs de ultieme oplossing - (passieve of zelfs actieve) euthanasie. Van genezing kunnen we hier al zeker niet (meer) spreken. Toch beoefen je ook dan als arts nog steeds die 'geneeskunde'.

Een derde invalshoek is de verwarrende terminologie in ons vak. Vandaag is de arts iemand die gerechtigd is om de geneeskunde te beoefenen. Tijdens mijn opleiding werd de titel "doctor in de genees-, heel- en verloskunde" omgedoopt tot "arts" en zo ontkoppeld van de verwarrende doctoraatstitel. Zo zijn we nu gediplomeerd als 'master' in de geneeskunde. Pas in 2012 werd de term geneesheer in de Belgische wet vervangen door het genderneutrale "arts".

Iemand een betere term voor geneeskunde? Laat het mij weten

We beoefenen dus de geneeskunde, maar hoe vaak focussen wij ons als arts op genezing? In een ideale wereld: altijd, maar in de praktijk? Ik zal het nog straffer stellen: een invasieve specialisatie zoals de mijne - orthopedische 'heel'kunde - valt zo mogelijk onder een nog meer absurde term: chirurgie betekent immers dat we in eerste instantie het lichaam nog verder van die genezing brengen. 'Chirurgie is slagen en verwondingen met licentie', een extreme uitspraak door een van mijn gewaardeerde leermeesters. Electieve ingrepen zijn erop gericht een klacht te verbeteren, door het lichaam eerst schade toe te brengen. En toch noemen we dit 'heelkunde' en 'geneeskunde'.

Ten slotte een vierde invalshoek - de hoofdreden van mijn filosofische reflectie - de opleiding, onze 'aangeleerde' ingesteldheid. Gedurende 6 à 7 jaar en nog enkele toegevoegde specialiteitsjaren leren we klinische problemen te onderzoeken, beschrijven, definiëren en na het stellen van een accurate diagnose, het euvel liefst ongedaan te maken.

Vandaag leiden we volgens het Canmeds-model op met aandacht voor kennis, samenwerking en communicatie. We leren om de patiënt te helpen, liefst door te genezen. Maar er is zoveel meer. Soms duurt het lang voor een arts door heeft dat een restitutio ad integrum net niet het enige is. En wanneer dat niet mogelijk is, kan een gevoel van falen of machteloosheid toeslaan, met risico op onvoldoende aandacht voor wat wél kan. Genezen is fantastisch, maar informatie, symptomen bestrijden, hulpvragen beantwoorden zijn evenzeer belangrijk. En dus zonder genezing beoefen je ook geneeskunde.

Wat is de conclusie? Ik laat het aan uw inspiratie over. Iemand een betere term voor geneeskunde? Laat het mij weten

Een eerste invalshoek is deze van damage control. Inspiratie: de film "Volcano", scene met tig doden na lavabommen. - jonge dokter loopt naarstig van het ene naar het andere slachtoffer om drieste reanimatie pogingen te ondernemen. De karakteristieke held van het typische Amerikaanse epos tracht haar tegen te houden omwille van zijn diepe liefde. Maar uiteraard weigert deze idealiste heldhaftig te stoppen met slachtoffers te 'helpen'. De meer ervaren garde denkt: in rust en vrede laten. Enkel levenden helpen bij rampen. Dat noemt men vandaag - praktisch - triage. Maar het is meer dan dat: die doden zijn vaak definitief dood. Zij lijden niet (meer) en het enige wat je als arts kan bediscussiëren is dat de dood mogelijk in ideale omstandigheden kan worden uitgesteld. De gewonden lijden en vragen hulp. Bij lijden is verlichting of opluchting geven primordiaal. Bij intense pijn levert een oplossing daarvoor de grootste dankbaarheid. Al is dat voor krampen of hoofdpijn. Is dat genezen an sich? Zelden. Toch is het geneeskunde.Wat me naadloos naar de tweede invalshoek brengt: hoe en wanneer lijden beëindigen? Want "geneeskunde" stopt niet wanneer we niet (meer) kunnen helpen. En dan belanden we vandaag in het voorlopig eindeloze debat over palliatie en zelfs de ultieme oplossing - (passieve of zelfs actieve) euthanasie. Van genezing kunnen we hier al zeker niet (meer) spreken. Toch beoefen je ook dan als arts nog steeds die 'geneeskunde'.Een derde invalshoek is de verwarrende terminologie in ons vak. Vandaag is de arts iemand die gerechtigd is om de geneeskunde te beoefenen. Tijdens mijn opleiding werd de titel "doctor in de genees-, heel- en verloskunde" omgedoopt tot "arts" en zo ontkoppeld van de verwarrende doctoraatstitel. Zo zijn we nu gediplomeerd als 'master' in de geneeskunde. Pas in 2012 werd de term geneesheer in de Belgische wet vervangen door het genderneutrale "arts".We beoefenen dus de geneeskunde, maar hoe vaak focussen wij ons als arts op genezing? In een ideale wereld: altijd, maar in de praktijk? Ik zal het nog straffer stellen: een invasieve specialisatie zoals de mijne - orthopedische 'heel'kunde - valt zo mogelijk onder een nog meer absurde term: chirurgie betekent immers dat we in eerste instantie het lichaam nog verder van die genezing brengen. 'Chirurgie is slagen en verwondingen met licentie', een extreme uitspraak door een van mijn gewaardeerde leermeesters. Electieve ingrepen zijn erop gericht een klacht te verbeteren, door het lichaam eerst schade toe te brengen. En toch noemen we dit 'heelkunde' en 'geneeskunde'. Ten slotte een vierde invalshoek - de hoofdreden van mijn filosofische reflectie - de opleiding, onze 'aangeleerde' ingesteldheid. Gedurende 6 à 7 jaar en nog enkele toegevoegde specialiteitsjaren leren we klinische problemen te onderzoeken, beschrijven, definiëren en na het stellen van een accurate diagnose, het euvel liefst ongedaan te maken.Vandaag leiden we volgens het Canmeds-model op met aandacht voor kennis, samenwerking en communicatie. We leren om de patiënt te helpen, liefst door te genezen. Maar er is zoveel meer. Soms duurt het lang voor een arts door heeft dat een restitutio ad integrum net niet het enige is. En wanneer dat niet mogelijk is, kan een gevoel van falen of machteloosheid toeslaan, met risico op onvoldoende aandacht voor wat wél kan. Genezen is fantastisch, maar informatie, symptomen bestrijden, hulpvragen beantwoorden zijn evenzeer belangrijk. En dus zonder genezing beoefen je ook geneeskunde. Wat is de conclusie? Ik laat het aan uw inspiratie over. Iemand een betere term voor geneeskunde? Laat het mij weten