Het staatsblad van 6 oktober publiceert het Koninklijk Besluit van 12 juli 2023 tot vaststelling van de normen voor de aanrekening en evaluatie van de kosten op de centraal geïnde honoraria. Dit is een toepassing van artikel 155, § 3, van de Ziekenhuiswet.

Sinds 18 april 1986 (KB nr. 407 van minister Dehaene) bepaalt dit artikel dat de centrale inningsdienst van een ziekenhuis op de artsenhonoraria inhoudingen toepast "ter dekking van alle kosten veroorzaakt door de medische prestaties die niet door het budget worden vergoed."

Al even lang geeft dit artikel de koning de bevoegdheid normen voor de aanrekening en evaluatie van die kosten vast te stellen. Dat is dus nu uiteindelijk gebeurd en het besluit wordt voor het eerst toegepast voor het dienstjaar 2024.

Aanrekening kosten

De kosten van het ziekenhuis veroorzaakt door medische prestaties worden enkel aangerekend op de centraal geïnde honoraria voor zover ze daadwerkelijk gemaakt zijn. En voor zover is aangetoond dat de kosten niet reeds door het Budget Financiële Middelen of via inkomsten van de gefedereerde entiteiten (de gemeenschappen) worden vergoed. Daarenboven moet het ziekenhuis alle mogelijke maatregelen nemen om aan kostenbeheersing te doen. Of de koning bevoegd is om ook de inkomsten van de gefedereerde entiteiten uit te sluiten is voor discussie vatbaar. Dit houdt immers een (impliciete) wijziging van de Ziekenhuiswet in.

De tarieven die ten grondslag liggen aan de inhoudingen stelt men vast op basis van gegevens die de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoorden. Het KB bepaalt de elementen waarop deze minstens betrekking moeten hebben. Het gaat onder meer over de financiële toestand van het ziekenhuis, de bedrijfsuitkomsten, het verslag van de bedrijfsrevisor en alle statistische gegevens die met het ziekenhuis verbonden zijn.

Evaluatie kosten

Jaarlijks worden aan de Medische Raad de gegevens meegedeeld waarop de aanrekening van de kosten veroorzaakt door de medische prestaties is gebaseerd. Dat gebeurt binnen de drie maanden volgend op de algemene vergadering van de ziekenhuisartsen die het boekjaar afsluit. Desgevallend kan de Medische Raad de beheerder via gemotiveerd verzoek bijkomende relevante financiële en boekhoudkundige gegevens vragen. Daarnaast geeft de beheerder binnen de financiële commissie van het ziekenhuis de nodige toelichting.

Het staatsblad van 6 oktober publiceert het Koninklijk Besluit van 12 juli 2023 tot vaststelling van de normen voor de aanrekening en evaluatie van de kosten op de centraal geïnde honoraria. Dit is een toepassing van artikel 155, § 3, van de Ziekenhuiswet.Sinds 18 april 1986 (KB nr. 407 van minister Dehaene) bepaalt dit artikel dat de centrale inningsdienst van een ziekenhuis op de artsenhonoraria inhoudingen toepast "ter dekking van alle kosten veroorzaakt door de medische prestaties die niet door het budget worden vergoed." Al even lang geeft dit artikel de koning de bevoegdheid normen voor de aanrekening en evaluatie van die kosten vast te stellen. Dat is dus nu uiteindelijk gebeurd en het besluit wordt voor het eerst toegepast voor het dienstjaar 2024.Aanrekening kostenDe kosten van het ziekenhuis veroorzaakt door medische prestaties worden enkel aangerekend op de centraal geïnde honoraria voor zover ze daadwerkelijk gemaakt zijn. En voor zover is aangetoond dat de kosten niet reeds door het Budget Financiële Middelen of via inkomsten van de gefedereerde entiteiten (de gemeenschappen) worden vergoed. Daarenboven moet het ziekenhuis alle mogelijke maatregelen nemen om aan kostenbeheersing te doen. Of de koning bevoegd is om ook de inkomsten van de gefedereerde entiteiten uit te sluiten is voor discussie vatbaar. Dit houdt immers een (impliciete) wijziging van de Ziekenhuiswet in. De tarieven die ten grondslag liggen aan de inhoudingen stelt men vast op basis van gegevens die de daadwerkelijk gemaakte kosten verantwoorden. Het KB bepaalt de elementen waarop deze minstens betrekking moeten hebben. Het gaat onder meer over de financiële toestand van het ziekenhuis, de bedrijfsuitkomsten, het verslag van de bedrijfsrevisor en alle statistische gegevens die met het ziekenhuis verbonden zijn.Evaluatie kostenJaarlijks worden aan de Medische Raad de gegevens meegedeeld waarop de aanrekening van de kosten veroorzaakt door de medische prestaties is gebaseerd. Dat gebeurt binnen de drie maanden volgend op de algemene vergadering van de ziekenhuisartsen die het boekjaar afsluit. Desgevallend kan de Medische Raad de beheerder via gemotiveerd verzoek bijkomende relevante financiële en boekhoudkundige gegevens vragen. Daarnaast geeft de beheerder binnen de financiële commissie van het ziekenhuis de nodige toelichting.