De begroting van het Riziv moet in 2020 27,6 miljard euro bedragen - dat is inclusief de toepassing van de gezondheidsindex, sociaal akkoord, de verwachte overschrijding van de spilindex en een groeinorm van 1,5%. Volgens de technische ramingen zouden de uitgaven in het Riziv evenwel oplopen tot 27,9 miljoen. Dat wil zeggen dat 300 miljoen moet gevonden worden.

De farmaceutische sector zal 162 miljoen moeten besparen. Het geneesmiddelenbudget was in 2019 als enige verantwoordelijk voor de overschrijding van het budget. Een meeruitgave van 61 miljoen euro in 2020 is toe te schrijven aan versnelde boekingen, onder meer doordat psychiatrische ziekenhuizen de opnamen voortaan trimestrieel zullen factureren. Dit bedrag zal boekhoudkundig worden verrekend.

De begroting zet ook een provisie opzij van 121 miljoen euro voor lopende kwesties met betrekking tot de ziekenhuisfinanciering en 57 miljoen om daar de eventuele structurele impact in 2020 van te compenseren. Die bedragen moeten niet uit de begroting van het Riziv komen, zo luidt het in de begrotingsnota.

Rekening houdend met deze maatregelen is er een marge van 101 miljoen euro voor het dekken van nieuwe behoeften. Een definitieve verdeling daarvan moet nog worden afgesproken. De vraag is uiteraard veel groter.

De begrotingsnota van het Verzekeringscomité wijst erop dat de groeinorm van 1,5% de komende jaren niet zal volstaan. Het Planbureau berekent dat, als de overheid dit percentage aanhoudt, tegen 2024 er 2 miljard euro tekort zal zijn om de gezondheidsbehoeften van de bevolking op dezelfde wijze te blijven dekken. De overheid moet investeren in de gezondheidszorg, stelt het Verzekeringscomité. Een groeinorm van 2,5% is aangewezen.

De nota verwijst ook uitdrukkelijk naar de besparingen die de sector de voorbije jaren moest slikken. Ze legt sterk de nadruk op een meer transversale aanpak in de toekomst, met volgende krachtlijnen:

  • , De begroting moet vertrekken vanuit een stabiel meerjarenplan met een langetermijnvisie.
  • Het verzekeringscomité moet de bevoegdheid hebben om de verdeling van het budget te regelen.
  • Verdere aanpassing van de gezondheidszorg aan een verouderende bevolking met vaak chronische aandoeningen is nodig. Die moet vertrekken van de globale behoefte van de bevolking, en de aanpak plannen op een multidisciplinaire en gecoördineerde manier.
De begroting van het Riziv moet in 2020 27,6 miljard euro bedragen - dat is inclusief de toepassing van de gezondheidsindex, sociaal akkoord, de verwachte overschrijding van de spilindex en een groeinorm van 1,5%. Volgens de technische ramingen zouden de uitgaven in het Riziv evenwel oplopen tot 27,9 miljoen. Dat wil zeggen dat 300 miljoen moet gevonden worden. De farmaceutische sector zal 162 miljoen moeten besparen. Het geneesmiddelenbudget was in 2019 als enige verantwoordelijk voor de overschrijding van het budget. Een meeruitgave van 61 miljoen euro in 2020 is toe te schrijven aan versnelde boekingen, onder meer doordat psychiatrische ziekenhuizen de opnamen voortaan trimestrieel zullen factureren. Dit bedrag zal boekhoudkundig worden verrekend.De begroting zet ook een provisie opzij van 121 miljoen euro voor lopende kwesties met betrekking tot de ziekenhuisfinanciering en 57 miljoen om daar de eventuele structurele impact in 2020 van te compenseren. Die bedragen moeten niet uit de begroting van het Riziv komen, zo luidt het in de begrotingsnota.Rekening houdend met deze maatregelen is er een marge van 101 miljoen euro voor het dekken van nieuwe behoeften. Een definitieve verdeling daarvan moet nog worden afgesproken. De vraag is uiteraard veel groter.De begrotingsnota van het Verzekeringscomité wijst erop dat de groeinorm van 1,5% de komende jaren niet zal volstaan. Het Planbureau berekent dat, als de overheid dit percentage aanhoudt, tegen 2024 er 2 miljard euro tekort zal zijn om de gezondheidsbehoeften van de bevolking op dezelfde wijze te blijven dekken. De overheid moet investeren in de gezondheidszorg, stelt het Verzekeringscomité. Een groeinorm van 2,5% is aangewezen.De nota verwijst ook uitdrukkelijk naar de besparingen die de sector de voorbije jaren moest slikken. Ze legt sterk de nadruk op een meer transversale aanpak in de toekomst, met volgende krachtlijnen: