Dat is de essentie van een scriptie die Ortwin Top en Ann Van den Broeck schreven in het kader van de master in het management en het beleid van de gezondheidszorg (KU Leuven). Promotor is de bekende prof. gezondheidsrecht Stefaan Callens.

Vier heldere pijnpunten onderscheidt de masterproef. De auteurs vinden ook dat zorgnetwerken 'het aspect ziekenhuisnetwerk' ver overstijgen. Door de knelpunten en de actuele wettelijke onduidelijkheid overheerst in de sector het wantrouwen, stellen beiden. Om dat te counteren, worden problemen best snel aangepakt. Dat vergt 'disruptieve innovatie'. "Momenteel", zo luidt het, "is de insteek wellicht te eenzijdig. De reorganisatie van het zorglandschap ligt primair in handen van de ziekenhuizen. Daarbij ziet de overheid netwerken als drijvende en inspirerende kracht van een nieuw ziekenhuismodel."

Verwijzend naar het Nederlandse voorbeeld (zie verder) menen beide promovendi dat alle partners - inclusief de ziekenhuizen - moeten samenwerken. Pas als die voorwaarde vervuld is, kunnen belangrijke stappen gezet worden naar een geïntegreerde en toekomstbestendige zorg. Ziekenhuisnetwerken maken dan wezenlijk deel uit van performante, waardegedreven zorgnetwerken waarin de patiënt en zijn gezondheid centraal staan.

Dat alles vergt ook staatkundig 'disruptieve' veranderingen. Daarbij verwijst de scriptie naar een recente beleidsnota van de Gentse prof. em. huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer en naar 'Juiste Zorg op de Juiste Plek', een Nederlands document dat het belang van een regionale aanpak onderstreept. Een nieuwe staatshervorming is nodig. Het federale niveau is daarbij enkel nog bevoegd voor het fiscale innen van het budget en het vastleggen van de hoofdobjectieven in de gezondheidszorg. De gewesten krijgen de verantwoordelijkheid om beleid te realiseren en verder te decentraliseren naar regio's, steden en gemeenten.

Lees ook: Amper impact op netwerken aanpak covidcrisis

Dat is de essentie van een scriptie die Ortwin Top en Ann Van den Broeck schreven in het kader van de master in het management en het beleid van de gezondheidszorg (KU Leuven). Promotor is de bekende prof. gezondheidsrecht Stefaan Callens. Vier heldere pijnpunten onderscheidt de masterproef. De auteurs vinden ook dat zorgnetwerken 'het aspect ziekenhuisnetwerk' ver overstijgen. Door de knelpunten en de actuele wettelijke onduidelijkheid overheerst in de sector het wantrouwen, stellen beiden. Om dat te counteren, worden problemen best snel aangepakt. Dat vergt 'disruptieve innovatie'. "Momenteel", zo luidt het, "is de insteek wellicht te eenzijdig. De reorganisatie van het zorglandschap ligt primair in handen van de ziekenhuizen. Daarbij ziet de overheid netwerken als drijvende en inspirerende kracht van een nieuw ziekenhuismodel." Verwijzend naar het Nederlandse voorbeeld (zie verder) menen beide promovendi dat alle partners - inclusief de ziekenhuizen - moeten samenwerken. Pas als die voorwaarde vervuld is, kunnen belangrijke stappen gezet worden naar een geïntegreerde en toekomstbestendige zorg. Ziekenhuisnetwerken maken dan wezenlijk deel uit van performante, waardegedreven zorgnetwerken waarin de patiënt en zijn gezondheid centraal staan. Dat alles vergt ook staatkundig 'disruptieve' veranderingen. Daarbij verwijst de scriptie naar een recente beleidsnota van de Gentse prof. em. huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer en naar 'Juiste Zorg op de Juiste Plek', een Nederlands document dat het belang van een regionale aanpak onderstreept. Een nieuwe staatshervorming is nodig. Het federale niveau is daarbij enkel nog bevoegd voor het fiscale innen van het budget en het vastleggen van de hoofdobjectieven in de gezondheidszorg. De gewesten krijgen de verantwoordelijkheid om beleid te realiseren en verder te decentraliseren naar regio's, steden en gemeenten. Lees ook: Amper impact op netwerken aanpak covidcrisis