...

Het noodzakelijk dat het aantal huisartsen stijgt, stelt dr. Philippe Leroy. Een zelden gehoorde boodschap bij ziekenhuisdirecteurs. "Ik probeer globaal te denken, en dat niet steeds vanuit de vraag wat het beste is voor de ziekenhuissector. Ons financieringssysteem is grotendeels gebaseerd op akten. Bij het reorganiseren van de gezondheidszorg moet preventie prioritair zijn om de gezondheid en levenskwaliteit van de bevolking te verbeteren én tegelijkertijd te besparen. Preventie kost minder dan genezen. De huisarts is zeker de best geplaatste professional om een echt aan preventie te doen. Hij kan tijd nemen voor een uitgebreide anamnese van chronische patiënten en voor diepgaande gesprekken. We hebben dus meer huisartsen nodig om het evenwicht tussen curatieve en preventieve geneeskunde te verbeteren. Een deel van de bevolking heeft vandaag niet meer de reflex om een beroep te doen op de huisarts. Of zijn zelfs niet op de hoogte van zijn bestaan, en gaan rechtstreeks naar de spoed." Wat de financiering van de ziekenhuissector betreft, pleit dr. Philippe Leroy ook voor een financieringssysteem dat minder berust op akten. "Het systeem heeft lang goed gewerkt en het leverde hoogwaardige geneeskunde op. Het biedt artsen veel therapeutische vrijheid en maakte hen verantwoordelijk voor hun keuzes. Ik hou wel van die ondernemende vorm van de geneeskunde. Ik zou niet als een ambtenaar kunnen werken. Maar omdat het deel van ons BBP dat naar de gezondheidszorg gaat blijft toenemen, kunnen de kosten op een gegeven ogenblik uit de hand lopen. Mogelijk is dit al het geval tijdens deze crisis." "Ik vrees dat we op een bepaald moment met de rug tegen de muur zullen staan en dat het om het systeem te redden, nodig is om alle honoraria met 5 tot 10% te verlagen. Dat zou rampzalig zijn voor ziekenhuizen en artsen. Om geld te besparen in de gezondheidszorg hebben we lange tijd aan de vergoedingen geknabbeld en dat wil ik niet. We hebben nood aan artsen die goed betaald worden. In landen waar dat niet het geval is zien we eindeloze wachtlijsten en een geneeskunde met twee snelheden. De betaling per akte moet progressief herzien worden. Artsen moeten in staat zijn hun inkomen en ondernemersvermogen te behouden en tegelijkertijd te evolueren naar een systeem dat meer aandacht - en middelen - schenkt aan preventie en kwaliteit, ook al moeten we dat laatste nog definiëren." Voor Philippe Leroy kan de 'new deal' voor de gezondheidszorg niet zonder na te denken over de verdeling van de middelen. "We zijn wel degelijk in staat om verbetering van de kwaliteit te verzoenen met besparingen. Projecten die niet voldoen aan dat doel, zijn slechte projecten. Door bijvoorbeeld spoeddiensten te ontlasten zullen de kosten voor de samenleving dalen, maar de resultaten zullen beter zijn omdat in dat geval patiënten voor huisartsgeneeskunde bij huisartsen terechtkomen en patiënten op spoed door urgentieartsen worden behandeld. Dagchirurgie en ambulante zorg promoten, levert ook betere resultaten op voor minder geld. Patiënten moeten bovendien niet in het ziekenhuis blijven en kunnen ze hun 'normale' leven sneller hervatten." "Wat de zorg rond het levenseinde betreft verwarren we escalatie in het zorgaanbod soms met het streven naar kwaliteit", vervolgt Philippe Leroy. "Patiënten aan het einde van hun leven in het ziekenhuis opnemen en het niveau van medicalisering verhogen, betekent niet noodzakelijk een betere kwaliteit. We moeten grondig nadenken over de houding van de samenleving betreffende het levenseinde en de gangbare praktijken durven veranderen. Het is een moeilijk onderwerp en bovendien nog altijd taboe. Patiënten zouden over hun levenseinde moeten kunnen praten met hun arts, huisarts en specialist. Wat willen wanneer ze in een vergevorderd stadium van hun ziekte bereiken? Hoe zit het met hun autonomie? Wanneer we een therapeutisch pad opstellen is het soms te laat om daarover te spreken omdat de patiënt niet meer het vermogen heeft om zijn eigen wil te uiten... of omdat gezinsleden het niet met elkaar eens zijn. Bij twijfel kiest men vaak voor de hoogste graad van medicalisering. Maar een opbouwende reflectie in een vreedzame en multidisciplinaire context zou een meer harmonieus levenseinde mogelijk maken." Wat de rol van de staat bij de hervorming van de gezondheidszorg betreft, meent de CEO dat de inspanningen vaak het doel voorbijschieten. "De overheden hebben vele plannen, bijvoorbeeld voor het vastleggen van erkenningen en regels. In het algemeen lopen ze fel achter op de realiteit op het terrein. Zo moest de overheid bijna gedwongen worden om meer huisartsen te erkennen. Sommige beslissingen kunnen op lokaal niveau of in een ziekenhuisnetwerk genomen worden. Netwerken moeten meer geresponsabiliseerd worden en in staat gesteld worden om binnen een gesloten enveloppe keuzes te maken. Geef netwerken bijvoorbeeld toestemming om meer hematologen aan te nemen zodat ze aan de vraag kunnen voldoen, of om een nieuwe MRI te kopen." De staat moet de planning toevertrouwen aan professionals in het veld die de zorg kennen en in real time kunnen handelen, zegt Leroy met klem. "De overheid moet de sector ook de mogelijkheid bieden te investeren, iets wat de individuele spelers niet kunnen omdat ze te klein zijn. In het verleden financierde de overheid ziekenhuisinvesteringen. Hetzelfde moet kunnen voor IT-infrastructuren. Anders bestaat het risico dat we met IT-systemen van ziekenhuizen blijven zitten die niet met elkaar kunnen communiceren, en niets dan meerkosten met zich meebrengen. Het ontwikkelen van verschillende platforms kost ziekenhuizen aanzienlijk meer dan wanneer de reorganisatie zou gebeuren via één nationale investering. Ideaal zou zijn om één computersysteem te creëren waarop alle zorgactoren kunnen aansluiten: artsen, apothekers, ziekenhuizen... én de patiënten zelf. Dit is een kans die we niet mogen missen." Volgens Philippe Leroy zou de overheid best over geneesmiddelenprijzen kunnen onderhandelen met de farmaceutische industrie, eerder dan elk ziekenhuis apart afspraken te laten maken met leveranciers. "Ook het geneesmiddelenbeheer moet op een hoger niveau dan dat van het ziekenhuis getild worden." Leroy is ook van mening dat de overheid een kader moet creëren om alle start-ups te steunen die zich tijdens de coronacrisis innovatief en reactief toonden, de kans te geven verder bij te dragen aan de digitale transformatie van de gezondheidssector.