...

"Epicura is een non-profitorganisatie met weinig eigen vermogen", stipt algemeen directeur François Burhin meteen aan: "Onze financiering gebeurt voornamelijk via bankleningen, met als enige garantie onze toekomstige positieve resultaten. Er is ook geen borgstelling door het Waalse Gewest of de inrichtende macht. We kunnen een ziekenhuis als waarborg geven, maar wat is dat waard? Een financieringsoperatie voor een project als Crescendo is uiteindelijk vooral gebaseerd op vertrouwen." Dat is duidelijk, maar laat ons toch even dieper ingaan op de details van deze operatie en hoe de banken dit bekijken. Het consortium dat het Crescendo-project financiert bestaat uit de banken die al samenwerkten met Epicura, namelijk Belfius, BNP Paribas Fortis, CBC en ING, en in mindere mate ook Triodos. "Iedere bank draagt ongeveer bij in verhouding met zijn aandeel in de al toegestane kredieten aan de ziekenhuisgroep", preciseert financieel directeur Jean-Louis Maurage. Van de 170 miljoen in kwestie bestaat ongeveer 40 miljoen uit 'lopende' investeringen, met name in IT en medische apparatuur. Het grootste deel, zo'n 130 miljoen draagt het Aviq-label ( Agence pour une vie de qualité) en ongeveer 65% van dit bedrag komt in aanmerking voor subsidies van het Waalse Gewest. Deze subsidies zijn dus goed voor ongeveer de helft van de totale investering van 170 miljoen. Jammer genoeg kwamen de aankoop van een gebouw dat momenteel wordt gehuurd en de installatie van zonnepanelen op een nog aan te leggen parkeergarage hiervoor niet in aanmerking. De subsidies worden over 25 jaar gespreid in functie van de 'dagverblijfprijs', die de basis vormt van het nieuwe financieringssysteem. "We hebben natuurlijk geen glazen bol om te voorspellen hoe het ziekenhuis het over 25 jaar zal stellen", glimlacht François Burhin. "Als je ziet waar we 25 jaar geleden stonden... Om de banken 'gerust te stellen' omtrent zo veel onzekerheid is een financieel plan vereist dat niet alleen realistisch en solide is, maar ook flexibel. Het moet aanpasbaar zijn aan het onverwachte. Welnu, het Crescendo-project gaat niet over de bouw van een nieuwe faciliteit, maar wel over een geheel van moderniseringen en renovaties. Indien nodig kan de groep een aantal van de 25 projecten opgeven en zo de financieringsbehoeften verlagen." "Die flexibiliteit is ook een kwaliteit van het bankkrediet", oppert Sébastien Gilis, relationship manager bij CBC voor de public- en social-profitsectoren, "dit in tegenstelling tot de uitgifte van obligaties". Financiering met obligaties wordt veeleer aangewend voor grote projecten (en grote instellingen), wat betekent dat het totale kapitaal moet terugbetaald worden op de vervaldag van de obligatie. "Er zijn dus geen tussentijdse aflossingen. Toch genereren dergelijke projecten vaak regelmatige kasstromen die dit mogelijk maken. Banken kunnen overigens de afhoudingen ook aanpassen in functie van afwijkingen in de planning." Uiteindelijk is de financiering van het Crescendo- project vooral gestoeld op vertrouwen, zoals François Burhin eerder aangaf. Dit vertrouwen steunt niet alleen op de kwaliteit van de mensen en de onderhandelingen, maar natuurlijk ook op harde cijfers. Het financieel plan is essentieel terwijl de resultaten van het verleden, indien goed geïnterpreteerd, een vooruitblik op de komende jaren kunnen bieden. In dit opzicht doet Epicura het goed, met een positief bedrijfsresultaat voor de laatste 8 jaar. "En een solvabiliteitsratio die elk jaar verbetert", voegt Jean-Louis Maurage toe. De ziekenhuissector wordt beschouwd als een 'goed risico', geeft Sébastien Gilis aan. "Maar het ene ziekenhuis is het andere niet". De risicoperceptie hangt ook af van de rekeningen van de instelling, de geboden waarborgen en de aard van het project. Zo vormt een gehele of gedeeltelijke verhuizing een groter structureel risico dan de renovatie van een operatiekamer. En wat denkt hij van de garanties? "Er zijn in wezen twee soorten waarborgen. Ten eerste is er het onroerend goed. Dat is eerder een theoretische garantie, want de waarde van een ziekenhuis is zeer moeilijk in te schatten. Het gaat hier meer om het veiligstellen van het voorwerp van financiering. De tweede soort waarborg, de waarde van de schuldvorderingen, is objectiever omdat ze betrekking heeft op verzekeraars. In sommige dossiers beschikken we over een overheidsgarantie, die dan volstaat. Maar dat is veel zeldzamer geworden." "Wat betreft de rentevoet die de banken hanteren zal het verschil tussen een 'goed' en een 'slecht' risico ongeveer 1 tot 1,5% bedragen", zegt Thibaut Francart, expert bij CBC voor de public- en social-profitsector. Op zich is dat geen enorm onderscheid... maar dat is het wel in de huidige context van bodemtarieven. We weten dat de rente op 10-jarige Belgische staatsobligaties negatief is: de afgelopen weken lag die rond de -0,2%. Toegegeven, dit tarief wordt niet gebruikt als basis voor het bepalen van de leenrente, daarvoor richten professionals zich op de zogenaamde swap of IRS (intrest rate swap). Maar ook de swap ligt niet veel hoger, rond de + 0,1%. Anders gesteld, tussen een organisatie die een lening verkrijgt aan 1,5% en een andere die een rente van 2,5% moet betalen, loopt het relatieve verschil op tot 67%! En hoewel dit niet officieel werd meegedeeld, zou de rentevoet bij Epicura niet hoger dan 1,5% uitvallen. Een mooi dossier dus. "We hebben niet getreuzeld, maar toch namen de onderhandelingen een jaar in beslag", bekent François Burhin. Daarenboven kon Epicura ook rekenen op de financiële steun van de medische staf. De 400 artsen stemden ermee in om gedurende vijf jaar een bescheiden deel van hun honorarium te reserveren voor de financiering van het project. Dit gaat natuurlijk om een kleiner bedrag, maar toch nog altijd goed voor een paar miljoen. Ook dat draagt bij aan het vertrouwen.