...

Wereldwijd stijgt het percentage keizersneden. Een tendens die men enigszins bezorgd opvolgt, want keizersneden hebben een aantal nadelige gevolgen. In België ligt het aandeel van de sectio's op het totaal aantal bevallingen relatief laag ten opzichte van het EU-gemiddelde, maar het percentage is in ons land de voorbije decennia wel iets sneller gestegen. Er is geen ideale proportie, stelt de audit. Belangrijk is dat een primair geplande keizersnede alleen gebeurt om medische redenen, en niet wegens een voorkeur van de patiënt om praktische of esthetische redenen. Die vraag komt volgens de ziekenhuizen weinig voor en zelden wordt daarop ingegaan. Het percentage keizersneden varieert tussen ziekenhuizen van 13,5% tot 30,6% (jaar 2019). De variatie is er vooral tussen ziekenhuizen, niet zozeer tussen arrondissementen. Een onmiddellijke uitleg heeft de Eenheid Audit daarvoor niet. Ze ziet geen duidelijk verband tussen bepaalde kwaliteitsindicatoren en deze verhouding. Ze veronderstelt dat vooral verschillen in de organisatie en de praktijk, en in de casemix spelen. KCE-rapporten onderstreepten dat een kraamkliniek een minimaal aantal bevallingen per jaar moet verrichten om voldoende kwaliteit te bieden. De audit was niet opgezet om dat te bevestigen, maar ziet wel verbanden tussen verschillende kwaliteitsindicatoren die in dezelfde richting wijzen. Belangrijk is bijvoorbeeld de aanwezigheid van voldoende gekwalificeerd personeel en van de juiste middelen, zoals de vlotte beschikbaarheid van een OK. In grotere ziekenhuizen is er bijvoorbeeld vaker doorlopend een anesthesist aanwezig. Ook is de gynaecoloog frequenter in het ziekenhuis. Bepalend voor de zorgkwaliteit is echter vooral dat de juiste processen aanwezig zijn. Van de ziekenhuizen heeft 74% een formeel prenataal klinisch zorgpad uitgewerkt. Voor het bepalen van de indicatie voor een primaire keizersnede gebruikt 86% vastgelegde richtlijnen. Een belangrijke reden om een primaire sectio te plannen, is een eerder uitgevoerde keizersnede. Dat vergroot nog het belang van het vermijden van een eerste sectio. De audit schat de meerkost van een keizersnede ten opzichte van een gewone bevalling in op 35%. Vooral de langere ligduur en de extra kosten die dat met zich meebrengt, verklaren het verschil. Die extra uitgaven stellen bij een medische indicatie geen problemen. Maar wanneer bij een eerste bevalling de patiënt om niet-medische redenen de voorkeur geeft aan een keizersnede en die wens ingewilligd wordt, zal de meerkost ook bij volgende bevallingen spelen. De vraag is of dat wel een verstandige besteding van middelen is. Een sleutelelement bij de kraamzorg is dat urgentieprotocollen zijn vastgelegd en een uniform triagesysteem de beschikbaarheid van een OK regelt. Een secundaire keizersnede moet snel kunnen volgen wanneer de gynaecoloog oordeelt dat die noodzakelijk is. In 96% van de ziekenhuizen kan na de decision to incision binnen de 30 minuten een secundaire keizersnede worden uitgevoerd, wat noodzakelijk is bij een hoge urgentie. In 57% kan die ingreep zelfs 15 minuten na de beslissing plaatsvinden. De audit besteedde grote aandacht aan registratie, onder meer de ICD-10-BE-codering. Een goede registratie is belangrijk voor de correcte verdeling van de middelen tussen de ziekenhuizen, maar ook voor de monitoring en opvolging van de zorgkwaliteit. Een goede registratie is daarnaast van belang voor de gegevens- uitwisseling tussen de zorgverleners. Bij de codering - ook van de laagvariabele zorg - werden enkele tekortkomingen vastgesteld. Voor de ontslagbrief zijn er enkele aandachtspunten. Niet altijd kon worden geverifieerd dat die naar de huisarts was verstuurd. In maar 60% van de brieven stond de ontslagmedicatie vermeld. Idealiter zou de sector een minimale set van gegevens voor de ontslagbrief vastleggen. Bij de controle van de infectiepreventie en het farmacologische beleid was de belangrijkste opmerking dat profylactische antibiotica niet altijd al vóór de ingreep worden toegediend. Het goed informeren van de patiënt moet een vast onderdeel zijn van het zorgpad. Belangrijk is niet alleen dat de geïnformeerde toestemming genoteerd staat in het dossier, er moet vooral gecontroleerd worden of de patiënt de informatie ook goed heeft begrepen. Bemoedigend was dat in vele ziekenhuizen overleg over het bijsturen van het medische beleid en zelfevaluatie al is ingeburgerd. De meeste ziekenhuizen beschikken over een kwaliteitsmanager.