...
Op 1 januari is het vijf jaar geleden dat Peter Degadt als gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro de fakkel doorgaf aan Margot Cloet. Vandaag is Degadt nog steeds erg actief in het ziekenhuiswereldje en een bevoorrecht observator. Hoe evalueert hij de recente evoluties? In september 2017 moest 'het deeg nog in de oven' maar sinds 2020 maken alle ziekenhuizen in principe deel uit van een netwerk. "Dat is grotendeels in orde," stelt Peter Degadt vast. "Ik refereer naar 2013 en ons congres 'Together we care'. Dat stelde twee paradoxale tendensen vast. Enerzijds is er de sterke toename van chronische zorg (plus 17%!) en multi-morbiditeit. Anderzijds is de weg ingeslagen naar supergespecialiseerde zorg in de derde en vierde lijn. Meer chronische zorg vergt vooral meer samenwerking op locoregionaal niveau en met de eerste lijn. Hypergespecialiseerde zorg daarentegen vergt meer supra-regionale samenwerking en concentratie. Bijvoorbeeld voor pancreas- en slokdarmkanker of genetica." Wie doet wat? In 2017 toonde Peter Degadt zich voorstander van een kritische procesanalyse van chronische ziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, dementie, kanker, depressie... Verwijzend naar de Riziv-projecten chronische zorg stelt hij op dit vlak inderdaad vooruitgang vast. "Ik ben voor het Pareto- principe, we beginnen met de belangrijkste groepen. 20% van de input bepaalt 80% van de uitkomst en dat gebeurt nu experimenteel. Dit in de praktijk brengen impliceert dat gestructureerde zorgpaden goed geïntegreerde zorg leveren. De geografisch afgelijnde ziekenhuisnetwerken zijn hiertoe onmisbare hefbomen. Hoog op de agenda van die netwerken moet het geïntegreerde zorgmodel staan." Een hapklaar model waarmee de locoregionale bevolking het best wordt bediend, bestaat niet. "De morfologie van elk zorggebied verschilt. Grootsteden, provinciesteden, platteland... Elke streek is anders en dat geldt ook voor de organisatie van pre- en posthospitaalzorg." De laatste jaren evolueerde het systeem in de juiste richting, vindt Degadt. Gespecialiseerde zorg wordt geconcentreerd en men bereidt zich voor op de opvang van chronische aandoeningen. "Maar", waarschuwt hij, "de ziekenhuisfinanciering moet nu wel snel volgen. Want het netwerk als biotoop is vandaag niet gewapend voor fundamentele wijzigingen in het zorgaanbod. Geldstromen prikkelen activiteit en concurrentie waardoor elk op zijn eigen eiland blijft net nu samenwerking aan belang wint." Het huidige systeem loopt op zijn laatste benen, analyseert hij kritisch. "Het ontbreken van de juiste financiële prikkels leidt tot 'wat moeheid' in de netwerken. Zonder rugdekking van de overheid wagen ziekenhuisbeheerders zich niet aan avonturen. De verdere uitbouw van de locoregionale zorg, de ziekenhuisfinanciering, de honoraria, de integrale benadering met inbegrip van preventie... Dat alles moet nu echt hoog op de agenda." De afhoudingen op de erelonen zijn goed voor een vijfde van de ziekenhuisfinanciering. De agenda's van de Medische Raden gaan veel te vaak over financiële kwesties, vindt Degadt. Geruime tijd al buigen universitaire werkgroepen zich over een nomenclatuurhervorming. "Een doorbraak is niet in zicht. Begrijp me goed: prikkels die activiteit stimuleren, zijn op zich niet verkeerd. Maar zijn dat de stimuli die we nu nodig hebben? Het gaat nu niet meer zozeer over de expansie van het zorgaanbod zoals in de jaren 1960. Jonge artsen hebben stress en zijn onzeker over hun inkomen. Mogen ze bepaalde toestellen nog aankopen? Kunnen ze met de associatie collega's aantrekken? Ik stel ook een generatiekloof vast. Er gaan stemmen op om het zelfstandigenstatuut om te vormen tot een bediendestatuut. Zelf ben ik pro het Nederlandse systeem met vrijwillige keuze." Stabiliteit en vooruitziendheid zijn kernwoorden. "Artsen goed betalen en een evenwichtige verdeling van inkomens tussen de disciplines is essentieel. Maar het is mogelijk om tot een meer holistische insteek te komen zonder de hele nomenclatuur te herzien. Denk aan het standaardbedrag voor het multidisciplinair oncologisch consult dat overleg honoreert. Overleggen en samenwerken zijn op zich geen medische prestaties maar winnen aan belang. De nomenclatuurstudie afronden en vooruitgang boeken is nu nodig." Personeelstekorten vormen al langer een probleem in de zorg. Toch was de huidige enorme schaarste niet te voorzien in 2017. Degadt: "Vroeger beperkten programmatienormen het aanbod. Vandaag zijn dat personeelstekorten waardoor er noodgedwongen diensten sluiten en wachtlijsten ontstaan. De schaarste neemt nog zienderogen toe en zal tegen morgen niet weggewerkt zijn." Een aanzet tot oplossing ziet hij in het screenen van diensten door de netwerken. Waar zijn er handen te kort? Waar doen verpleegkundigen taken die ze beter aan anderen overlaten? Moeten opdrachten niet anders ingevuld worden? "Continudiensten vergen bijvoorbeeld een grote staf. Meer concentratie is wellicht aangewezen. We moeten hierover actief nadenken en de aanbodstructuur binnen het netwerk moduleren en optimaliseren."