...

Het verblijf van premature baby's op diensten neonatologie gaat gepaard met eenzaamheid, een overmaat aan licht en geluiden. Wat is de impact van zo'n een onnatuurlijke levensstart? Kan technologie daar wat aan doen? En hoe kan men in dit geval het menselijke aspect verzoenen met technologie? De Nederlandse arts Deedee Kommers (Maxima Medisch Centrum, Eindhoven) gaf tekst en uitleg op het symposium 'Infant and Family Centered Care', georganiseerd door de FOD Volksgezondheid op 16 mei jongstleden in Brussel.Dokter Kommers wijst er op dat er steeds meer bewijs is voor de invloed van de epigenetica. Studies tonen bijvoorbeeld aan dat sommige eiwitten niet tot expressie komen als een kind verwaarloosd wordt. Andere studies maken duidelijk dat de kwaliteit van de moederzorg een invloed heeft op de emotionele en cognitieve ontwikkeling van het kind en bijdraagt tot de ontwikkeling van de hersenen. Bij geconditioneerde ratten zorgt de aanwezigheid van de moeder bijvoorbeeld tot het blokkeren van het centrum dat het aanleren van angst en schrik mogelijk maakt. (1)"Men kan stellen dat ondanks de aanwezigheid van pijnlijke stimuli, de aanwezigheid van de moeder in een vroegtijdige levensfase het aanleren van angst verandert", zegt de arts. "Voor mij is het een open deur intrappen en ik begrijp niet waarom niet iedereen ziet hoe belangrijk het is dat het levensbegin zo natuurlijk mogelijk moet zijn. Vroeger was er niet meer dan zowat 70 minuten huid-op-huidcontact per dag en dat is ronduit choquerend. De techniek wordt nog al te vaak beschouwd als 'soft science', en daarom willen wij het medische belang ervan aantonen zodat de techniek de plaats krijgt die ze moet hebben".De ouder-kindhechting berust op het fenomeen van de coregulatie, zegt dr. Kommers. "Die hechting is een universeel principe dat zelfs voor bacteriën geldt, behalve dat die ook geïsoleerd kunnen overleven. Dat is niet het geval bij premature baby's die zich in een fase bevinden waarin er 24 uur op 24 uur nood aan coregulatie is. Coregulatie betekent dat de moeder de baby reguleert, en de baby op zijn beurt de moeder."De ultieme coregulatie is huid-op-huidcontact dat alleen maar positieve effecten heeft: daling van de mortaliteit, van infecties, comorbiditeit, pijn... In vergelijking met een ECG van een premature baby die geen huid-op-huidcontact heeft, lijkt een ECG van een premature baby die veel skin-to-skin-contact heeft op dat van een niet-premature baby. Daarom moet de techniek alle aandacht krijgen, meent de neonatoloog.De coregulatie van huid-op-huidcontact kan dus best gemeten worden, bijvoorbeeld door het registreren van de activiteit van het hart en van het autonome zenuwstelsel. Het hartritme regelt zich van hartslag tot hartslag, maar premature baby's hebben niet de autoregulatiecapaciteit van een volwassene, hun hartritme kan extreem variëren. Men stelt vast dat die variabiliteit daalt vanaf de eerste minuut skin-to-skin-contact en aanhoudt bij baby's in couveuses.Vanwaar dat grote verschil tussen premature baby's en volwassenen? Om dat te kunnen verduidelijken, verwijst dr. Deedee Kommers naar de polyvagaal-theorie van de Amerikaanse wetenschapper Stephen W. Porges die het functionele belang van het autonome zenuwstelsel voor het fysiologische gedrags- en psychologische evenwicht verklaart.EBM toont aan dat hoe langer huid-op-huidcontact duurt, hoe beter en ook dat er geen verschil is of het contact tot stand komt met de moeder, de vader of een andere persoon. Dat betekent dat iedere persoon de stress die het gevolg is van het verblijf in een couveuse, kan doen dalen met skin-to-skin.Omdat het huid-op-huidcontact essentieel is, dringt de vraag zich op of technologie in staat zou zijn om ouders te vervangen, of minstens te helpen. Zo werd er materiaal ontwikkeld om baby's beter te positioneren in de couveuse, materiaal met de geur van de ouders, ja zelfs een 'slimme' matras die het hart- en ademhalingsritme van een van de ouders reproduceert, al dan niet in een materiaal dat de huid imiteert.Een studie vergeleek het effect op de hartslagvariabiliteit van huid-op-huid met een 'slimme' matras, maar de ersatztools brachten geen enkel significant effect aan het licht. "Dat is teleurstellend, maar anderzijds ook geweldig omdat het aantoont dat wat ouders een baby te bieden hebben niet nagemaakt kan worden", zegt dr. Kommers.Omdat het moeilijk is om het weldoende huid-op-huidcontact kunstmatig na te bootsen, moet een andere innovatieve invalshoek worden gezocht. "Zo ontwikkelden we bijvoorbeeld nieuwe stoelen en vesten om de duur van het skin-to-skin-contact te verlengen en het comfort te verhogen."Er zijn overigens eenvoudige middeltjes om het werk van de verpleegkundige te vergemakkelijken, zoals bijvoorbeeld een pedaal onder de couveuse om het alarm te activeren. Dat alarm is behoorlijk stresserend, maar er wordt nu werk gemaakt van een alarm dat werkt met een gekleurd knipperlicht.Hoe weet je of de baby zich goed voelt? Hoe de monitoring zo weinig hinderlijk mogelijk maken? Met een draadloos systeem? Een camera die bewegingen detecteert die erop kunnen wijzen dat de baby onrustig is? Het zijn vragen die nog beantwoord moeten worden.Voor het prille leven op een dienst neonatologie blijken drie dingen essentieel: stressoren als lawaai beperken, de aanwezigheid van ouders vergroten en huid-op-huid contact voor de co-regulatie ouder-kind.Technologie kan daarbij helpen, maar kan niet de familie verdringen. "Als men gebruik maakt van techniek, moet men zich de vraag stellen of die een verbetering bewerkstelligt of niet. Men moet openstaan voor de intrede van nieuwe technologie, maar de nieuwe tools moeten worden gebruikt met verstand, en altijd met het welzijn van de patiëntjes en de ouders voor ogen", zo besluit dokter Deedee Kommers.