...

Zestig procent van de mensen die een nieuwe diagnose van kanker krijgen, zijn ouder dan 65 jaar. "Te verwachten is dat het aandeel van deze patiënten nog zal toenemen gezien de vergrijzing van de bevolking. Deze groep patiënten is erg divers: sommigen zijn nog heel fit en actief, anderen zijn frail en dragen een hele medische voorgeschiedenis met zich. 'Frailty' is een belangrijk begrip in de geriatrie", aldus dokter Depoot. "Het thema oncogeriatrie krijgt steeds meer aandacht in de medische literatuur vandaag. Ook als ik met collega's uit andere ziekenhuizen praat, merk ik dat de belangstelling voor oncogeriatrie leeft. In het OLV-ziekenhuis in Aalst startte het project op initiatief van de collega's van de borstkliniek, in het kader van de Eusoma-accreditatie voor hun afdeling." Er werd gekozen om alle patiënten ouder dan 70 jaar bij wie een oncologische diagnose wordt gesteld, te screenen aan de hand van een G8-vragenlijst. Deze G8-screening wordt afgenomen door de behandelend arts of door de verpleegkundig specialist op de raadpleging. De bedoeling is de meer fraile patiënten met een geriatrisch profiel op te sporen en die door te verwijzen naar het geriatrische dagziekenhuis voor een CGA (comprehensive geriatric assessment). Dokter Depoot: "Op die manier kunnen we vroegtijdig cognitieve, sociale en functionele problemen detecteren, waardoor een meer patiëntgericht oncologisch beleid opgemaakt kan worden." Een CGA is een uitgebreid geriatrisch onderzoek dat multidisciplinair wordt uitgevoerd en dat zowel de multipele problemen van een oudere persoon opspoort en beschrijft als de capaciteiten en de zorgbehoeften van de patiënt onderzoekt. Daarbij worden vaak problemen ontdekt die onopgemerkt blijven bij een klassieke anamnese en klinisch onderzoek. Dat is ook gebleken uit de medische literatuur. De geriatrische patiënt meldt zich op de dag van afspraak aan in het geriatrische dagziekenhuis waar zowel de verpleegkundige, de ergotherapeut, de diëtist, de sociaal assistent als de geriater elk hun specifieke rol hebben in het vervolledigen van het assessment. Als dat nodig is, kunnen bijvoorbeeld ook een logopedist of een kinesitherapeut ingeschakeld worden. "Tijdens zo'n geriatrisch assessment bekijken we de functionele, sociale en cognitieve toestand van een patiënt. We evalueren ook de nutritionele toestand. Bestaande comorbiditeiten en polyfarmacie brengen we in kaart. We vullen standaard anamnese en klinisch onderzoek aan met verschillende meetinstrumenten, schalen en vragenlijsten. Het uiteindelijke doel is te komen tot een gecoördineerd en integraal zorgplan voor de patiënt", aldus dokter Depoot. "Als er een medisch probleem blijkt tijdens de evaluatie op het dagziekenhuis, bijvoorbeeld verwardheid, werken we daarvoor onmiddellijk een verder plan van aanpak uit. Voor andere problemen formuleren we een advies: wanneer er bijvoorbeeld mobiliteitsproblemen zijn, kunnen we kinesitherapie voorschrijven en de patiënt een hulpmiddel aanraden." "Alle adviezen rond eventuele cognitieve of fysieke problemen, of aangaande polyfarmacie worden op een MOC besproken en kunnen het oncologische behandelplan en de behandelingsintensiteit beïnvloeden. Het advies komt in een verslag dat ook aan de huisarts wordt bezorgd. Het is belangrijk dat alle informatie goed doorstroomt naar alle betrokkenen in de eerstelijnszorg." "We hopen door de patiënten te evalueren vóór de start van hun oncologische behandeling over- en onderbehandeling te voorkomen en de kans op complicaties en toxische neveneffecten van de oncologische behandeling te verkleinen. Hopelijk verhoogt zo de therapietrouw van de patiënt en verkleint de kans op vroegtijdig stoppen of onderbreken van de behandeling. Eveneens erg belangrijk is het functioneren van de patiënt te behouden en de kwaliteit van leven te vrijwaren." De uitwerking van dit zorgpad startte in mei 2021, in een samenwerking tussen de diensten geriatrie en oncologie. De opstart kaderde aanvankelijk in het behoud van de Eusoma-accreditatie (van de European Society of Breast Cancer), met dokter Heidi Roelstraete, radiotherapeut-oncoloog en medisch coördinator van de borstkliniek. Het project wordt de volgende maanden uitgebreid naar andere diensten die patiënten met oncologische aandoeningen behandelen. De projectgroep in de opstartfase bestond uit een medisch oncoloog, een radiotherapeut-oncoloog, verpleegkundig specialisten, maatschappelijk werkers en psychologen van het oncologisch support team, de dienst geriatrie met de geriaters, de hoofdverpleegkundige van het dagziekenhuis geriatrie, de IT-afdeling en medewerkers van de beleidsinformatiecel (BIC). Voor de coördinatie staat een medewerker van de dienst processen en kwaliteit in. Al die betrokken partijen komen met regelmaat samen om de verdere uitbouw en ontwikkeling van het zorgpad te bespreken. Om de kwaliteit en het welslagen van het zorgpad op te volgen, zijn indicatoren gedefinieerd. Die verzamelt de beleidsinformatiecel met een geautomatiseerd proces uit de patiëntendossiers. Ze worden verwerkt en gevisualiseerd in een dashboard (Qlik Sense). Dokter Depoot: "Zo willen we enerzijds weten hoeveel van de oncologische patiënten een G8-screening ondergaan en hoeveel van de patiënten die positief scoren (of een score hebben ?14) uiteindelijk een evaluatie (CGA) krijgen in het geriatrische dagziekenhuis. We willen anderzijds ook achterhalen bij hoeveel patiënten de geriatrische richtlijnen worden geïmplementeerd en opgevolgd, en bij welk percentage van patiënten de geriatrische richtlijnen ook effectief geleid hebben tot een beïnvloeding of afwijking van het oncologische behandelplan." Binnen de borstkliniek wordt dit zorgpad alvast positief onthaald. Ruim 97,44% van alle nieuwe patiënten werden de voorbije zes maanden gescreend met het G8-instrument. Het CGA blijkt bij fraile patiënten een belangrijke meerwaarde te bieden bij het opstellen van het oncologische beleid. Dokter Depoot presenteerde het project 'oncogeriatrie' als poster voor de cursus Management en Leiding voor Artsen en eindigde als eerste laureaat.