...
Wat betekent de vierde industriële revolutie voor de gezondheidszorg? Thierry Geerts (country director Google Belgium) - die als eerste genodigde spreker het event Data Disrupting Healthcare (van Roularta HealthCare samen met Data News) opent, heeft het aan een chatbot gevraagd: betere diagnosemogelijkheden, hulp om behandelingen meer te personaliseren, overnemen van routinematige processen, en ondersteuning van de patiënt bij de zelfzorg. Een vriend van hem in Canada vertelt hem dat België 'the place to be is'. "Niet voor de chocolade of het bier, maar hier gebeurt 'het'. België heeft big pharma, biotech, uitstekende ziekenhuizen en uitmuntende brains." Ons land heeft vele troeven, beaamt Geerts. We hebben hier al heel wat vergaard, maar het zit allemaal in "kleine potjes" en het raakt daar niet uit. Dat moeten we dringend oplossen, vindt hij. Het UZA bouwt aan het ziekenhuis van de toekomt, vertelt CIO Peter Vermeylen. Het zet daarbij heel hard in op de data. Operationele data voor de werking van het ziekenhuis, data voor het verbeteren van de patiëntenzorg, en data voor onderzoek en ontwikkeling. Het UZA werkt al twee jaar met het huidige EPD, en werkt hard om er data beter mee te capteren en te structuren - om van de 'platte' pdf's af te raken. Het ziekenhuis 'herimplementeert' de verschillende informatie- en administratiesystemen om die meteen ook beter op elkaar af te stemmen. Het UZA werkt aan het virtuele ziekenhuis, met monitoring van patiënten thuis. Dat omvat onder meer algoritmes om problemen tijdig te detecteren, communicatietools en een centraal dashboard. De mogelijkheden van IT in het ziekenhuis zijn legio. Een arts van het UZA, dokter David Van Laere, ontwikkelde een AI-toepassing om het gevaar van sepsis bij premature baby's sneller te detecteren, vertelt Vermeylen. Aan de hand van de bij de monitoring geregistreerde data doorheen de tijd is het met deze AI-applicatie mogelijk een toename van het risico tot 8 uur sneller te detecteren - wat veel meer ruimte schept om tijdig de nodige maatregelen te nemen. De toepassing wordt nu, ook met succes, in Rotterdam uitgetest. De ontwikkeling financiert het UZA uit eigen middelen. "Het is schrijnend dat ons ziekenhuis meer verdient aan het behandelen van kinderen die ernstig ziek worden, dan aan het inzetten van technologie die juist voorkomt dat het zover komt. Daar moeten we als maatschappij toch over nadenken", stelt Vermeylen. Volgens Daan Aeyels van Voka Health Community kan de overheid van bedrijven leren wat een innovatiebudget juist inhoudt. "Je brengt geen innovatie tot stand met kleine, gefragmenteerde calls waarbij iedereen een klein stukje van de koek krijgt, maar met nul strategische transformatie tot gevolg", vertelt hij tijdens een afsluitend debat. En daarnaast ziet hij nog een ander probleem met het Belgische beleid. "De overheid bepaalt de administratieve last, de regels waaraan je moet voldoen en die vaak de transformatie dwarsbomen." Als voorbeeld noemt hij de mobiele app Fibricheck waarvan de introductie met terugbetaling in België tegen een muur botste, omdat de overheid niet de doortastendheid heeft om de nodige hervorming uit te voeren: "Ziekenhuizen hebben een personeelsnorm en worden ervoor betaald om ergens een persoon te hebben die ECG's afneemt. Dat onderzoek is dan bij deze patiënten misschien minder performant, want op het moment van de ECG manifesteert de ritmestoornis zich mogelijk niet. Regels voor de financiering, erkennings- en personeelsnormen bakenen het terrein te veel af en laten te weinig vrijheid. Wie wil innoveren moet niet alleen de middelen krijgen, maar ook de nodige beweegruimte, regelluwte, mogelijkheid om te experimenteren zodat je een aantal zaken kunt laten kantelen." Pascal Verdonck, hoogleraar medische technologie en lange tijd CEO geweest van AZ Maria Middelares, nuanceert toch de roep naar meer nieuwe middelen. "Doe eerst de verspilling eruit." Je moet ook niet altijd alleen naar de overheid wijzen, vindt hij. "Ook in de orthopedie raken mobiele apps niet wijder geïmplementeerd. Zorgverleners die per prestatie betaald worden zien het niet zitten dat patiënten hun oefeningen thuis doen in plaats van naar hun praktijk te komen. Het ecosysteem is licht versmachtend. Het werkt vertragend en de overheid moet daar leren mee omgaan." Er zijn een paar landen, zoals Singapore, die nog betere zorg afleveren dan ons land met mínder uitgaven, weet Verdonck. "Maar het zijn geen democratieën", stelt hij vast. De overheid legt er geen verantwoording af, probeert haar burgers niet te overtuigen, ze vertelt gewoon wat er moet gebeuren. In een democratie overleg je eerst en duurt het dan ook langer om complexe beslissingen te nemen. Maar een overheid moet wel visie hebben, stelt hij. "We zijn bij de eersten met een Health Data Authority. Ook met de validatiepyramide voor m-health waren we bij de eersten." Maar dat systeem loste lang niet de verwachtingen in, stelt hij vast. "Als die initiatieven niet gedragen worden door de juiste visie en met juiste incentives, gaan actoren wel goede initiatieven nemen, maar gaan ze zich vastrijden, ontgoocheld worden. Dat zou ik toch graag vermeden zien." Hij nuanceert het vaak als werkende argument dat geen enkele politicus verder kijkt dan de volgende verkiezingen. "Maar je moet in volksgezondheid wel een continuüm creëren van minister tot minister. Niet de ene minister die zegt, we gaan ziekenhuisnetwerken oprichten, een volgende minister die dan op de rem gaat staan, en nog een volgende minister die weer iets anders gaat doen."