...
"Vandaag zijn 23 netwerken door de deelstaten erkend, of in procedure voor erkenning. Dat is lovenswaardig", aldus Vandenbroucke. "Alleen is de geografische samenstelling van de netwerken niet altijd logisch. Er zijn netwerken met twee grote ziekenhuizen en andere met zeven ziekenhuizen. Sommige netwerken bestrijken een populatie van 400.000 inwoners terwijl het bij andere over ruim een miljoen inwoners gaat. Dat maakt de doelstellingen die we voor ogen hebben niet meteen makkelijker maar daarom niet minder noodzakelijk", zo klinkt het. "We slaan het pad van samenwerking onverminderd verder in. Vanuit het idee: 'nabije zorg waar mogelijk, gespecialiseerde zorg waar nodig'." "Dat ziekenhuizen proberen de beste te zijn, is uiteraard een nobel streven", vervolgt de minister. "Maar dat dat ertoe leidt dat iedereen alles wil doen, heeft tot gevolg dat we middelen en energie verspillen. Dat is nefast voor de gezondheidszorg. Het komt de samenwerking niet ten goede en vergroot de concurrentie en dat is eveneens nefast. Daarom is dit opnieuw een belangrijke stap vooruit. Om elke patiënt de beste zorg te geven op het moment en op de plaats waar die beste zorg voorhanden is." Sommige zorg moet bijvoorbeeld in alle ziekenhuizen worden verleend, terwijl andere zorg een dusdanig gespecialiseerde deskundigheid of grote investering vereist dat niet elk netwerk ze moet organiseren. De minister verwijst naar de gespecialiseerde behandeling van een beroerte of de behandeling van een zeldzame vorm van kanker. Dat is de tegenstelling tussen supraregionale en locoregionale zorgopdrachten. In zijn plan voor de ziekenhuishervorming kondigde Vandenbroucke in het voorjaar al aan dat hij zou beslissen welke zorgtaken lokaal en welke supraregionaal zouden zijn. In een eerste lezing heeft de ministerraad na overleg met de Federale raad voor ziekenhuisvoorzieningen het ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat deze locoregionale en supraregionale zorgtaken vastlegt. Het ontwerp gaat nu naar de Raad van State. Een locoregionale zorgmissie is een missie die in elk locoregionaal ziekenhuisnetwerk moet worden aangeboden. Een supraregionale zorgopdracht daarentegen kan niet in elk locoregionaal netwerk worden aangeboden. De ziekenhuissector vroeg om duidelijkheid, omdat het belangrijk is om afspraken te maken binnen de netwerken en met de referentiepunten voor supraregionale zorg. "Het spreekt voor zich dat elke Belg in 'zijn' ziekenhuisnetwerk terecht moet kunnen voor klassieke operaties en aandoeningen, voor spoedgevallen, bevallingen, geriatrie, pediatrie,... Maar ook zaken als radiotherapie moeten in elk netwerk aangeboden worden, net zoals nierdialyse, zorgprogramma's oncologie, basisberoertezorg en lokale neonatale zorg", aldus het kabinet Vandenbroucke. "Maar voor gespecialiseerde beroertezorg, pediatrische hemato- oncologische aandoeningen, zeldzame ziekten of zware brandwondenzorg is het vanuit kwaliteitsoogpunt beter dat de expertise geconcentreerd wordt in supraregionale referentiepunten. Voor gespecialiseerde beroertezorg keurde de ministerraad overigens een KB goed dat voor een centralisatie moet zorgen met oog op een billijke geografische spreiding." Het KB bevat ook een duidelijke passage die de notie 'nabijheid' vanuit patiëntenperspectief beter moet verankeren. Het kan niet de bedoeling zijn dat ziekenhuisnetwerken zorgopdrachten concentreren op bijvoorbeeld het uiteinde van het netwerk zodat niet alle patiënten er op een correcte manier toegang toe hebben. Integendeel, het uitgangspunt moet zijn dat de locoregionale ziekenhuisnetwerken gelijke toegang tot nabije zorg garanderen voor de hele populatie die ze bedienen. Het KB stelt daarom dat de locoregionale opdrachten zodanig moeten aangeboden worden dat het ziekenhuisnetwerk een aanrijtijd garandeert van maximum 30 minuten voor 90% van de burgers binnen het geografische gebied dat men bestrijkt. Dat geldt niet alleen voor tijdkritische zorgopdrachten zoals een hartaanval, maar ook voor zorgopdrachten waarvoor de patiënt zich herhaaldelijk moet verplaatsen zoals radiotherapie of waarbij langdurige opname mogelijk nodig is en waarbij familie of vrienden op bezoek moeten kunnen komen. Geriatrie bijvoorbeeld. Een uitzondering geldt ook wanneer netwerken zwaar moeten investeren.