...

Het ziekenhuiscentrum Les Viviers is een kolossaal project van 113 miljoen euro dat op een enkele site alle functies hergroepeert van de ziekenhuizen Notre Dame, Saint-Joseph, Reine Fabiola, IMTR en Sainte-Thérèse. Het onthaal van de eerste patiënten is voorzien voor juni 2024. Het volledig concept van het ziekenhuiscentrum van 145.000 vierkante meter werd ontwikkeld rond een patiëntentraject dat zo kort en zo vloeiend mogelijk moet zijn. Het gebouw bestaat uit vijf delen verdeeld over zeven verdiepingen en goed bereikbare parkings met 2.000 plaatsen, verdeeld over drie verdiepingen. Het geraamte van het ziekenhuis staat er al. David van Drooghenbroeck, directeur institutionele zaken van het GHdC, beschrijft de verschillende onderdelen in aanbouw: "De hoofdingang van het ziekenhuis geeft toegang tot de zorgboulevard, een lange en heel ruime gang van 200 meter. Via deze gang kunnen de patiënten van de parkeerplaats makkelijk zowel het hotel/motel, als het ziekenhuis bereiken voor een dagopname of een opname voor meerdere dagen. Daarboven is er de gang voor de consultaties." "Verder hebben we aan de achterklant het logistieke gebouw, voor de hotfloor met op het gelijkvloers de toegang tot de spoed en daarboven de dienst brandwonden met 36 intensive care- bedden, verdeeld over drie verpleegafdelingen. Het voordeel van de afzonderlijke eenheden is dat ze in geval van een gezondheidscrisis afgezonderd kunnen worden en de flux niet doorbroken hoeft te worden. Boven is er het operatiekwartier met 23 operatiekamers. Daarnaast zijn er de dienst interventionele cardiologie, laboratoria en het blok dat ingedeeld is per cluster, per chirurgisch specialisme. En op de bovenste verdieping van de hotfloor komt het moeder-kindcentrum met verloskamers en neonatologie. Iets verderop leidt een loopbrug naar het motelgedeelte voor kortverblijf. In het totaal zijn er zes verdiepingen. De verdeling tussen de hotfloor en het ziekenhuis voor kortverblijf moet zo perfect mogelijk zijn om de flux te maximaliseren." "De polikliniek staat op het voorplan, in een 'andere zone' omdat men meestal niet van de polikliniek naar een ziekenhuisopname of chirurgische ingreep evolueert. Op de achtergrond is er het hotelgedeelte voor lange verblijven dat over de hele lengte van het gebouw loopt en twee vleugels bevat." Het GHdC is geïnspireerd op een F-vormig architectonisch model en wil anticiperen op demografische, financiële en medische uitdagingen. Het wordt een ziekenhuis van de nieuwe generatie dat de patiënt centraal stelt in de organisatie, met een transversale aanpak en een multidisciplinaire behandeling waarin alle expertise gebundeld is. Met een capaciteit van ongeveer 900 bedden wordt dit ziekenhuiscentrum een van de grootste ziekenhuizen van België. Dit grootschalige project wordt uitgevoerd door de tijdelijke vereniging Franki-Jan De Nul. Benoit Decroty, hoofd van de werf: "Dit is een van de grootste projecten die in de steigers staan in het land. Een werf gepland over vijf jaar met een personeelsbestand van 300 mensen en een vaste staf van 20 werknemers." Volgens Benoit Decroty zorgde de coronacrisis niet voor noemenswaardige vertraging van de werken. "We hebben ons natuurlijk moeten aanpassen aan de omstandigheden en er waren bijvoorbeeld vertragingen in de leveringen, maar verder liepen we geen achterstand op." David van Drooghenbroek vertelt dat de werken pas heel laat werden stilgelegd. "Tijdens de crisis maakten we werk van 'sociale' lokalen zoals refters en vestiaires, zodat de werkers aan de slag konden blijven zonder elkaar te vaak te kruisen. Gedurende drie weken werd de werf gedeeltelijk lamgelegd. Alleen wie in vrachtwagens of bulldozers zat, kreeg nog toegang, om besmettingsrisico's te vermijden. Andere werknemers waren technisch werkloos. Vanaf 20 april konden we gradueel verder werken." Wat gebeurt er met de oude gebouwen? "Saint-Joseph, MTR en Reine Fabiola worden verkocht. Dat moet deze maand september rond zijn via een gewone verkoop", zo zegt David van Drooghenbroek. "Notre Dame daarentegen blijft behouden om een plek te behouden in de stad in de stad."