De geneesmiddelenuitgaven in ziekenhuizen zijn op nog geen tien jaar verdubbeld. De uitgaven in de ziekenhuizen hebben die in gewone apotheken ingehaald.
Dat blijkt het MORSE-rapport voor 2021, dat het Riziv begin deze maand publiek maakte. In 2021 bedroegen de uitgaven aan medicatie in ziekenhuizen meer dan 3 miljard euro - goed voor 52% van het totale geneesmiddelenbudget.
De uitgaven namen tussen 2020 en 2021 in de ziekenhuizen met 9,5%. Die bij de gewone apothekers ('open officina') met 4,3%. De uitgaven in de ziekenhuizen nemen dus nog steeds het sterkste toe. Maar de aangroei is wel wat vertraagd. Tussen 2016 en, 2019 schommelde de jaarlijkse aangroei in de zieken rond de 15%. In 2014 bedroegen de geneesmiddelenuitgaven voor ziekenhuizen nog 'maar' 1,45 miljard euro.
De groei van de medicatieuitgaven in ziekenhuizen doet zich voor bij de ambulante patiënten. De uitgaven voor in het ziekenhuis opgenomen patiënten blijven eigenlijk stabiel - op een flinke dip van 11% in 2020 na als gevolg van de coronacrisis. De uitgaven voor het (geneesmiddelen)forfait bij opname daalde dat jaar zelfs met 23% ten opzichte van 2019.
(Lees verder onder de grafiek.)
Het totale bedrag dat het Riziv opzijzet voor het geneesmiddelenforfait krimpt met de jaren. In 2014-2015 (tweede semester 2014 en eerste semester 2015) bedroeg het nationale budget hiervoor nog 175 miljoen euro. In 2021-2022 was dat nog iets meer dan 150 miljoen.
Ambulante patiënten
Maar de uitgaven voor ambulante patiënten swingen dus de pan uit. In 2014 ging het nog om iets meer dan een miljard euro in totaal. In 2021 gaat het bijna om 2,7 miljard.
Niet verrassend is dat het een relatief beperkte groep van geneesmiddelen is die verantwoordelijk is voor deze hoge bedragen. En het gaat dan uiteraard om nieuwe middelen. Van de in totaal 165 geneesmiddelenklassen die in de ziekenhuizen worden verstrekt zijn er 13 goed voor 80% van de uitgaven.
De klasse van monoclonal antibodies en geneesmiddelen met geconjugeerde antistoffen is alleen al goed voor zowat 900 miljoen euro. De klasse van immunosupressiva voor 430 miljoen euro en die van de proteïnekinaseinhibitoren voor 406 miljoen.
Vaak gaat het dus om behandeling van kanker - hoewel het een breed gamma van aandoeningen is dat bijvoorbeeld met monoklonale antistoffen wordt behandeld.
Contractgeneesmiddelen
Veel van die middelen zijn innoverend en krijgen toegang tot onze markt via speciale contracten met de bedrijven - de zogenaamde artikel 81/111-overeenkomsten. 54,5% van de medicatieuitgaven in ziekenhuizen gaan naar dit soort 'contractgeneesmiddelen'.
Het Riziv gaf in 2021 in totaal bijna 6 miljard euro uit aan geneesmiddelen. Maar de afspraken gemaakt met de industrie in de vertrouwelijke artikel 81/111-contracten houden in dat de industrie vaak een deel van het binnengekomen bedrag terug aan het Riziv moet overmaken. In 2021 recupereerde het Riziv op die manier wel ruim een miljard euro binnen dat budget van 6 miljard.
Dat blijkt het MORSE-rapport voor 2021, dat het Riziv begin deze maand publiek maakte. In 2021 bedroegen de uitgaven aan medicatie in ziekenhuizen meer dan 3 miljard euro - goed voor 52% van het totale geneesmiddelenbudget. De uitgaven namen tussen 2020 en 2021 in de ziekenhuizen met 9,5%. Die bij de gewone apothekers ('open officina') met 4,3%. De uitgaven in de ziekenhuizen nemen dus nog steeds het sterkste toe. Maar de aangroei is wel wat vertraagd. Tussen 2016 en, 2019 schommelde de jaarlijkse aangroei in de zieken rond de 15%. In 2014 bedroegen de geneesmiddelenuitgaven voor ziekenhuizen nog 'maar' 1,45 miljard euro.De groei van de medicatieuitgaven in ziekenhuizen doet zich voor bij de ambulante patiënten. De uitgaven voor in het ziekenhuis opgenomen patiënten blijven eigenlijk stabiel - op een flinke dip van 11% in 2020 na als gevolg van de coronacrisis. De uitgaven voor het (geneesmiddelen)forfait bij opname daalde dat jaar zelfs met 23% ten opzichte van 2019. (Lees verder onder de grafiek.)Het totale bedrag dat het Riziv opzijzet voor het geneesmiddelenforfait krimpt met de jaren. In 2014-2015 (tweede semester 2014 en eerste semester 2015) bedroeg het nationale budget hiervoor nog 175 miljoen euro. In 2021-2022 was dat nog iets meer dan 150 miljoen.Ambulante patiëntenMaar de uitgaven voor ambulante patiënten swingen dus de pan uit. In 2014 ging het nog om iets meer dan een miljard euro in totaal. In 2021 gaat het bijna om 2,7 miljard.Niet verrassend is dat het een relatief beperkte groep van geneesmiddelen is die verantwoordelijk is voor deze hoge bedragen. En het gaat dan uiteraard om nieuwe middelen. Van de in totaal 165 geneesmiddelenklassen die in de ziekenhuizen worden verstrekt zijn er 13 goed voor 80% van de uitgaven.De klasse van monoclonal antibodies en geneesmiddelen met geconjugeerde antistoffen is alleen al goed voor zowat 900 miljoen euro. De klasse van immunosupressiva voor 430 miljoen euro en die van de proteïnekinaseinhibitoren voor 406 miljoen. Vaak gaat het dus om behandeling van kanker - hoewel het een breed gamma van aandoeningen is dat bijvoorbeeld met monoklonale antistoffen wordt behandeld.ContractgeneesmiddelenVeel van die middelen zijn innoverend en krijgen toegang tot onze markt via speciale contracten met de bedrijven - de zogenaamde artikel 81/111-overeenkomsten. 54,5% van de medicatieuitgaven in ziekenhuizen gaan naar dit soort 'contractgeneesmiddelen'.Het Riziv gaf in 2021 in totaal bijna 6 miljard euro uit aan geneesmiddelen. Maar de afspraken gemaakt met de industrie in de vertrouwelijke artikel 81/111-contracten houden in dat de industrie vaak een deel van het binnengekomen bedrag terug aan het Riziv moet overmaken. In 2021 recupereerde het Riziv op die manier wel ruim een miljard euro binnen dat budget van 6 miljard.