Voor het antwoord op die vragen hangt bij een ramp de kwaliteit van de behandeling af, legt spoedarts Jan Stroobants uit. En uiteraard gaat dit samen met de vraag hoeveel middelen de overheid veil heeft voor niet- planbare zorg.

"Het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek was voor de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek zo goed als ten dode opgeschreven. En toen bleek het plots wel nodig", aldus Stroobants. "Vergelijk het met een verzekeringspolis. Als er niets gebeurt stelt men het nut van de premie en de polis in vraag. Maar zich verzekeren is wel nodig."

Eerste opvang

Hij stelt vast dat met expertisecentra door subspecialisatie elders nog maar weinig ervaring overblijft voor levensreddende niet-planbare basiszorg. Dat is nochtans aangewezen, er is een verschil tussen eerste opvang en meer gespecialiseerde zorg. Stroobants: "Bij de Switelbrand (waarbij in 1994 in het Antwerpse Switelhotel 15 doden en 164 zwaar verbrande slachtoffers vielen nvdr) bijvoorbeeld bracht men niet alle mensen naar het brandwondencentrum van Stuivenberg of naar Neder-over-Heembeek. Ze kregen goede initiële verzorging in andere, minder gespecialiseerde, ziekenhuizen. Maar die eerste levensreddende opvang moet wel gegarandeerd zijn. Rampenplannen baseren zich op ziekenhuiscapaciteit - waar is er voldoende zorgpersoneel? - en reguleren zo wie waarheen gaat."

Voor het antwoord op die vragen hangt bij een ramp de kwaliteit van de behandeling af, legt spoedarts Jan Stroobants uit. En uiteraard gaat dit samen met de vraag hoeveel middelen de overheid veil heeft voor niet- planbare zorg. "Het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek was voor de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek zo goed als ten dode opgeschreven. En toen bleek het plots wel nodig", aldus Stroobants. "Vergelijk het met een verzekeringspolis. Als er niets gebeurt stelt men het nut van de premie en de polis in vraag. Maar zich verzekeren is wel nodig." Eerste opvangHij stelt vast dat met expertisecentra door subspecialisatie elders nog maar weinig ervaring overblijft voor levensreddende niet-planbare basiszorg. Dat is nochtans aangewezen, er is een verschil tussen eerste opvang en meer gespecialiseerde zorg. Stroobants: "Bij de Switelbrand (waarbij in 1994 in het Antwerpse Switelhotel 15 doden en 164 zwaar verbrande slachtoffers vielen nvdr) bijvoorbeeld bracht men niet alle mensen naar het brandwondencentrum van Stuivenberg of naar Neder-over-Heembeek. Ze kregen goede initiële verzorging in andere, minder gespecialiseerde, ziekenhuizen. Maar die eerste levensreddende opvang moet wel gegarandeerd zijn. Rampenplannen baseren zich op ziekenhuiscapaciteit - waar is er voldoende zorgpersoneel? - en reguleren zo wie waarheen gaat."