Volgens topambtenaar Karine Moykens (zie kader) dient het gezondheidsbeleid van de 21ste eeuw te focussen op drie belangrijke punten. "Ten eerste is er de toename van het aantal chronische aandoeningen. Meer aandacht moet gaan naar preventie, screening en een gezonde levensstijl. Daarnaast kampt een toenemend aantal Belgen, nu al 18%, met mentale problemen. De geestelijke gezondheidszorg wint aan belang. En ten derde dienen we ons na covid voor te bereiden op de volgende epidemie", aldus Moykens.

Geïntegreerde zorg

Het gezondheidslandschap kan daarop inspelen door twee uitgangspunten in acht te nemen. "Ten eerste staat persoonsgecentreerde zorg cen-traal, zorg op maat. De regie van de zorgt ligt bij de persoon zelf. Daarom moeten we komaf maken met de silo's in de gezondheidszorg. De persoon en zijn autonomie zijn het uitgangspunt en dat uit zich bijvoorbeeld in een persoonsvolgende financiering." Een tweede element is geïntegreerde zorg - over ketens en netwerken heen. "Dat is fundamenteel. Eén sector of één zorgverlener alleen is niet langer in staat om zorg op maat te verstrekken. Alle zorgactoren - ook uit de welzijnssector - worden multidisciplinair samengebracht rond de patiënt", aldus de topambtenaar.

Ze onderscheidt drie belangrijke hefbomen voor een betere zorgpraktijk: het beheer van digitale informatie en gegevensdeling; zorgkwaliteit en patiëntveiligheid; en een aangepast financieringsmodel. "Wat dat laatste betreft", aldus Moykens, "is de financiering nu eerder gericht op volumes dan op kwaliteit. In de toekomst moeten middelen meer gaan naar het belonen van kwaliteit, resultaten, samenwerking en innovatie."

Goede aanzet

De covidpandemie zwengelde volgens Moykens het debat rond de organisatie van de zorg nog aan. "Het draagvlak om kwaliteit, efficiëntie, empowerment van het zorgpersoneel enzoverder te bevorderen, is groot en gegroeid. Om in te zetten op die verschillende elementen, is er echter nood aan eenheid van commando. Gezondheid, welzijn en preventie komen dus best op hetzelfde niveau."

De zesde staatshervorming vormde een goede aanzet, meent Moykens. En Vlaanderen deed ook iets met de haar toegemeten bevoegdheden. Ze verwees naar de vijf decreten van het Vlaamse zorgbeleid: over woonzorg, eerste lijn, sociaal beleid, geestelijke gezondheidszorg en de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB). De VSB bestaat sinds 2018 en vormt een Vlaamse bovenbouw op de Belgische ziekteverzekering. "Gefaseerd gaan we verder bevoegdheden inkantelen in de VSB", aldus Karine Moykens.

Preventie

Maar er zijn ook wat mindere kantjes. "De kritische factor is het ontbreken van homogene, duidelijke bevoegdheidspakketten. Het versnipperde bevoegdheidsbeleid en de vele knelpunten verhinderen bijvoorbeeld de realisatie van multidisciplinaire zorg. "Zorg en welzijn situeren zich op verschillende beleidsniveaus, idem voor de eerste en tweede lijn. De eerstelijnszones zijn Vlaams, de ziekenhuizen overwegend federaal. Het meest sprekende is natuurlijk preventie. Vlaanderen is bevoegd en wil het pakket uitbreiden. De return is evenwel voor het federale niveau", aldus de topambtenaar. Dat alles bemoeilijkt een geïntegreerd beleid.

Wat eveneens ontbreekt, zijn financiële prikkels om meer gezondheid te produceren. "Residenten in woonzorgcentra kunnen in theorie gestimuleerd worden om hun gezondheid op peil te houden. Maar als de zorggraad zakt, penaliseert de overheid het WZC financieel..."

Essentieel om een eigen gezondheidsbeleid te kunnen voeren, is een verregaande digitalisering. Dat verloopt evenmin van een leien dakje. "Vlaanderen is afhankelijk van de andere bestuursniveaus en dat hindert de ambities, bijvoorbeeld inzake gegevensdeling." Tot slot bepleitte Moykens ook homogene bevoegdheidspakketten op Vlaams bestuursniveau inzake erkenning(scriteria) van zorgberoepen, stagemeesters en diensten.

Korte bio

Tussen 2004 en 2013 werkte Karine Moykens (1964) als (adjunct-)kabinetschef voor een rits Vlaamse CD&V-ministers - onder meer Inge Vervotte en Jo Vandeurzen. Momenteel is ze secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) en voorzitter van het interfederaal comité testing en tracing in het kader van de covidpandemie. Dat comité blijft overigens nog zeker tot juni actief, liet ze zaterdag weten.

Uiterlijk begin 2024 smelt het departement WVG samen met het Agentschap Zorg en Gezondheid. Dat laatste beheerde in 2020 een jaarbudget van circa 4,6 miljard euro. Het budget van het Departement WVG bedraagt geen 1,3 miljard - waarvan driekwart naar het VIPA gaat. Karine Moykens zal het nieuwe, gefuseerde agentschap leiden. Volgend jaar gaat de administrateur-generaal van Zorg en

Volgens topambtenaar Karine Moykens (zie kader) dient het gezondheidsbeleid van de 21ste eeuw te focussen op drie belangrijke punten. "Ten eerste is er de toename van het aantal chronische aandoeningen. Meer aandacht moet gaan naar preventie, screening en een gezonde levensstijl. Daarnaast kampt een toenemend aantal Belgen, nu al 18%, met mentale problemen. De geestelijke gezondheidszorg wint aan belang. En ten derde dienen we ons na covid voor te bereiden op de volgende epidemie", aldus Moykens. Het gezondheidslandschap kan daarop inspelen door twee uitgangspunten in acht te nemen. "Ten eerste staat persoonsgecentreerde zorg cen-traal, zorg op maat. De regie van de zorgt ligt bij de persoon zelf. Daarom moeten we komaf maken met de silo's in de gezondheidszorg. De persoon en zijn autonomie zijn het uitgangspunt en dat uit zich bijvoorbeeld in een persoonsvolgende financiering." Een tweede element is geïntegreerde zorg - over ketens en netwerken heen. "Dat is fundamenteel. Eén sector of één zorgverlener alleen is niet langer in staat om zorg op maat te verstrekken. Alle zorgactoren - ook uit de welzijnssector - worden multidisciplinair samengebracht rond de patiënt", aldus de topambtenaar. Ze onderscheidt drie belangrijke hefbomen voor een betere zorgpraktijk: het beheer van digitale informatie en gegevensdeling; zorgkwaliteit en patiëntveiligheid; en een aangepast financieringsmodel. "Wat dat laatste betreft", aldus Moykens, "is de financiering nu eerder gericht op volumes dan op kwaliteit. In de toekomst moeten middelen meer gaan naar het belonen van kwaliteit, resultaten, samenwerking en innovatie." De covidpandemie zwengelde volgens Moykens het debat rond de organisatie van de zorg nog aan. "Het draagvlak om kwaliteit, efficiëntie, empowerment van het zorgpersoneel enzoverder te bevorderen, is groot en gegroeid. Om in te zetten op die verschillende elementen, is er echter nood aan eenheid van commando. Gezondheid, welzijn en preventie komen dus best op hetzelfde niveau." De zesde staatshervorming vormde een goede aanzet, meent Moykens. En Vlaanderen deed ook iets met de haar toegemeten bevoegdheden. Ze verwees naar de vijf decreten van het Vlaamse zorgbeleid: over woonzorg, eerste lijn, sociaal beleid, geestelijke gezondheidszorg en de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB). De VSB bestaat sinds 2018 en vormt een Vlaamse bovenbouw op de Belgische ziekteverzekering. "Gefaseerd gaan we verder bevoegdheden inkantelen in de VSB", aldus Karine Moykens. Maar er zijn ook wat mindere kantjes. "De kritische factor is het ontbreken van homogene, duidelijke bevoegdheidspakketten. Het versnipperde bevoegdheidsbeleid en de vele knelpunten verhinderen bijvoorbeeld de realisatie van multidisciplinaire zorg. "Zorg en welzijn situeren zich op verschillende beleidsniveaus, idem voor de eerste en tweede lijn. De eerstelijnszones zijn Vlaams, de ziekenhuizen overwegend federaal. Het meest sprekende is natuurlijk preventie. Vlaanderen is bevoegd en wil het pakket uitbreiden. De return is evenwel voor het federale niveau", aldus de topambtenaar. Dat alles bemoeilijkt een geïntegreerd beleid. Wat eveneens ontbreekt, zijn financiële prikkels om meer gezondheid te produceren. "Residenten in woonzorgcentra kunnen in theorie gestimuleerd worden om hun gezondheid op peil te houden. Maar als de zorggraad zakt, penaliseert de overheid het WZC financieel..." Essentieel om een eigen gezondheidsbeleid te kunnen voeren, is een verregaande digitalisering. Dat verloopt evenmin van een leien dakje. "Vlaanderen is afhankelijk van de andere bestuursniveaus en dat hindert de ambities, bijvoorbeeld inzake gegevensdeling." Tot slot bepleitte Moykens ook homogene bevoegdheidspakketten op Vlaams bestuursniveau inzake erkenning(scriteria) van zorgberoepen, stagemeesters en diensten.