Aanleiding is een schrijnend gebrek aan zorg en opvang in de eigen taal (Nederlands) eind vorig jaar in een Brussels ziekenhuis.

Doodsoorzaak

Met name ging het over het overlijden van een baby. De hulpverleners die geen Nederlands spraken, konden de ouders geen duidelijke uitleg geven over de doodsoorzaak.

In het Parlement vroeg N-VA kamerlid Sigrid Goethals op 21 december aan Vandenbroucke wanneer hij "concreet en op korte termijn iets zou doen opdat de Vlamingen wel zouden worden geholpen in hun eigen taal?"

Ongehoord

In zijn antwoord stelde de minister vooreerst dat hij het inderdaad ongehoord vindt dat een gezin in dergelijke tragische omstandigheden geen uitleg en nazorg krijgt in het Nederlands.

Maar anders dan werd gesuggereerd in de vraag, stelde de minister dat hij reeds actie had ondernomen: "In Vlaams-Brabant heb ik met de Provinciale Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening een nieuwe afspraak gemaakt. Daarbij kunnen Nederlandstaligen in Vlaams-Brabant onder een aantal voorwaarden vragen dat een ambulance naar een Nederlandstalig ziekenhuis gaat".

Weerstand breken

Dezelfde vraag had hij ook in Brussel voorgelegd, maar daar had de minister weerstand ondervonden van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening in Brussel. Hij zou die weerstand proberen te breken.

Voorts had Vandenbroucke ondertussen twee brieven gestuurd naar de twee betrokken ziekenhuizen omdat hij vond dat, als de berichtgeving juist was, het een heel grote fout in de dienstverlening is.

Rechten van de patiënt

De minister voegde eraan toe dat hij aan de federale commissie voor de rechten van de patiënt had gevraagd om te bekijken hoe men in de wetgeving op de patiëntenrechten de eis dat men de taal spreekt van een Nederlandstalige patiënt - het Nederlands dus - harder kan maken.

En tot slot zal hij proberen in de Zorgkwaliteitswet en ook als algemeen principe veel duidelijker te maken dat men een van de talen moet spreken van het land waarin men actief is. "Geen gemakkelijk debat," zo voegde hij eraan toe.

Aanleiding is een schrijnend gebrek aan zorg en opvang in de eigen taal (Nederlands) eind vorig jaar in een Brussels ziekenhuis. DoodsoorzaakMet name ging het over het overlijden van een baby. De hulpverleners die geen Nederlands spraken, konden de ouders geen duidelijke uitleg geven over de doodsoorzaak. In het Parlement vroeg N-VA kamerlid Sigrid Goethals op 21 december aan Vandenbroucke wanneer hij "concreet en op korte termijn iets zou doen opdat de Vlamingen wel zouden worden geholpen in hun eigen taal?"OngehoordIn zijn antwoord stelde de minister vooreerst dat hij het inderdaad ongehoord vindt dat een gezin in dergelijke tragische omstandigheden geen uitleg en nazorg krijgt in het Nederlands. Maar anders dan werd gesuggereerd in de vraag, stelde de minister dat hij reeds actie had ondernomen: "In Vlaams-Brabant heb ik met de Provinciale Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening een nieuwe afspraak gemaakt. Daarbij kunnen Nederlandstaligen in Vlaams-Brabant onder een aantal voorwaarden vragen dat een ambulance naar een Nederlandstalig ziekenhuis gaat".Weerstand brekenDezelfde vraag had hij ook in Brussel voorgelegd, maar daar had de minister weerstand ondervonden van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening in Brussel. Hij zou die weerstand proberen te breken. Voorts had Vandenbroucke ondertussen twee brieven gestuurd naar de twee betrokken ziekenhuizen omdat hij vond dat, als de berichtgeving juist was, het een heel grote fout in de dienstverlening is.Rechten van de patiëntDe minister voegde eraan toe dat hij aan de federale commissie voor de rechten van de patiënt had gevraagd om te bekijken hoe men in de wetgeving op de patiëntenrechten de eis dat men de taal spreekt van een Nederlandstalige patiënt - het Nederlands dus - harder kan maken.En tot slot zal hij proberen in de Zorgkwaliteitswet en ook als algemeen principe veel duidelijker te maken dat men een van de talen moet spreken van het land waarin men actief is. "Geen gemakkelijk debat," zo voegde hij eraan toe.