In de pers stond de voorbije weken her en der te lezen dat de Kamer een belangrijke besparing binnen de klinische biologie had goedgekeurd. Dat klopt strikt gezien niet. Maar de nieuwe wet 'diverse bepalingen' sluit wel een achterpoortje voor de klinische laboratoria waardoor de vermindering van de honoraria in de klinische biologie met 15% in 2024 beter mogelijk wordt.
Dat de honoraria voor klinische biologie afgeroomd worden, is al langer beslist - dat komt in een apart KB. In totaal moet de klinische biologie zo 223 miljoen euro ophoesten. Dat bedrag wordt elders geïnvesteerd.
De huisartsen krijgen daarvan 23 miljoen euro. Bij wijze van spreken dan. Het is het bedrag dat moet dienen om de New Deal aantrekkelijker te maken.
De specialisten krijgen het equivalent daarvan voor herijking van sommige honoraria. De begrotingsnota van de Algemene Raad stelt voor 2 miljoen euro te reserveren voor een nieuwe behandeling van cholesteatoom, en 3,5 miljoen euro voor de permanentiehonoria in de majeure traumacentra.
De overblijvende 177 miljoen euro zou dan gaan naar de hervorming van de ziekenhuisfinanciering.
Het verbod voor klinische laboratoria om 'administratieve' kosten door te rekenen aan patiënten, maakt dat deze de besparing niet op de laatstgenoemden kunnen afschuiven.
Overigens vermindert deze wet niet de mogelijkheid voor de klinisch biologen zelf om ereloonsupplementen aan te rekenen.
Verder bepaalt de wet diverse bepalingen dat, wanneer een bepaalde door het Riziv terugbetaalde test niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat aan de voorwaarden uit de nomenclatuur niet is voldaan, het laboratorium voor de test niet méér kan vragen dan het terugbetaalde bedrag (plus remgeld).
Wanneer het Riziv de test bijvoorbeeld niet meer terugbetaalt omdat hij al meer keren is uitgevoerd dan het maximum aantal dat de nomenclatuur toelaat, dan mag het laboratorium toch geen hoger bedrag rekenen aan de patiënt dan dat het Riziv anders wel zou terugbetalen.
Enkele andere bepalingen
- Het Verzekeringscomité van het Riziv kan rechtstreeks overeenkomsten afsluiten met ondernemingen die medische apparatuur bij de patiënt thuis installeren. Dat zou dan niet langer altijd in onderaanneming van een ziekenhuis moeten gebeuren. Minister Vandenbroucke geeft zelf het voorbeeld van een behandeling tegen slaapapneu. De wet verbiedt de ondernemingen evenwel om van de gegevens die ze daarbij over patiënten registreren, nog voor andere doeleinden gebruik te maken.
- Een akkoorden- of overeenkomstencommissie kan, bij onderhandelingen over de herverdeling van de indexmassa voor de honoraria, voortaan vragen om ook prestaties waarvan de indexering is vastgelegd in aparte KB's of in overeenkomsten met het Riziv, mee in de voorstellen te betrekken. Het Verzekeringscomité en de Algemene Raad van het Riziv moeten dan een gunstig advies uitspreken over een KB dat een bedrag voor de indexering van de betrokken prestaties een andere bestemming geeft.
- Het is mogelijk om per KB voor prestaties uit de nomenclatuur een plafond in te stellen. Minister Vandenbroucke laat een bepaling in artikel 35 van de ZIV-wet schrappen, omdat die - volgens de minister ten onrechte - de indruk wekte dat deze mogelijkheid er alleen is voor tandheelkundige verstrekkingen. Het gaat volgens de minister ook niet louter om een beperking op een maximum aantal keren dat een verstrekking binnen een bepaalde periode kan worden gerekend - het gaat om een kwantitatieve beperking in het algemeen.