Natuurlijk plaatst Frost & Sullivan die voorspellingen vooral in het perspectief van de Amerikaanse gezondheidszorg. De digitale ontwikkelingen moeten immers het kostenplaatje van die zorg beheersbaar houden, want de financiering ervan is in de VS nu eenmaal een geheel van zware ongelijkheden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Frost & Sullivan heel wat aandacht besteedde aan de Affordable Care Act (ACA) van voormalig president Obama en de mogelijke gevolgen van een afschaffing ervan (wat tot nog meer bezuinigingen zou leiden). En dat terwijl op dat ogenblik ook nog niet duidelijk was wat president Trump ter vervanging van de ACA zou voorstellen. Volgens Frost & Sullivan leidde die onzekerheid in de VS al zeker tot een blokkering van ict-investeringen die niet absoluut nodig zijn, wat de prijzen in de medische ict-wereld onder druk zet (en uiteindelijk ook in minder inkomsten en dus minder middelen voor onderzoek en ontwikkeling kan resulteren).

Ondertussen faalde de (eerste en voorlopig laatste) poging tot goedkeuring van een nieuwe 'Trumpcare' wet (de American Health Care Act) en het is niet zonder reden dat de aandelenkoersen van een rist beursgenoteerde bedrijven uit de gezondheidszorg meteen een stevige opkikker kenden, in het bijzonder de ziekenhuisketens (gemiddeld 3 tot 7 procent hoger). Niet alleen kijken de ziekenhuizen naar digitale technologie voor besparingen, maar ook en in het bijzonder de ziekteverzekeringsbedrijven (onder meer om voor een patiënt de meest effectieve behandeling voor een zo scherp mogelijke kost te vinden).

'Digital health' als drijfveer

Voor Frost & Sullivan (F&S) vormen de 'digital health' ontwikkelingen de motor van de transformatie van de gezondheidszorg. En die 'digital health' markt is niet monolithisch, maar een geheel van domeinen die naar elkaar toegroeien, zoals mobiele gezondheid (mHealth), telegeneeskunde en dies meer. Digital health en het hele 'draagbare ecosysteem' ('wearables') moet versmelten tot één continuüm, met in 2017 de opkomst van toestellen die onderling samenwerken als een 'platform'. Tegen 2025 moet dat volgens F&S resulteren in een samenhangend en flexibel gebruik, ongeacht wie de betrokken sensoren levert en met een integratie van de klinische data.

Voorts zal er een verschuiving plaatsvinden van het beheer van chronische ziektetoestanden (monitoring) naar het aanpakken van routineuze gezondheidsproblemen, evenals een preventieve aanpak om chronische aandoeningen ten gevolge van een levensstijl te voorkomen - dat alles met goedgekeurde toestellen van medische kwaliteit. F&S verwacht hierbij dat meer bedrijven hiervoor andere bedrijven zullen overnemen (in plaats van alles zelf te ontwikkelen), met het oog op snellere marktintroducties van producten met minder investeringskosten. Hierbij zullen ook teleconsultaties, evenals virtuele onderzoek- en telediagnose tools een belangrijke rol spelen, in combinatie met 'mHealth' (dank zij de bijzonder brede verspreiding van smartphones onder de bevolking). Daarnaast zal ook een 'Internet of Medical Things' (IoMT) zich ontwikkelen, om een infrastructuur van digitale gezondheidsvoorzieningen doorheen de hele maatschappij te bouwen.

Graag ziet F&S ook meer ontwikkelingen rond 'AI'-gesteunde (artificiële intelligentie) gebruikersinterfaces voor de eindgebruikers, vergelijkbaar met voorzieningen zoals Siri, Cortana en Alexa (Amazon's voice service, die onder meer in toepassingen voor gezondheidszorg werd aangewend, met demonstraties op de CES beurs begin 2017). Met ook hier graag een interoperabiliteit tussen systemen.

Uitdagingen

Dit alles zal niet zonder uit dagingen zijn, zoals het creëren van platformen waar al die gegevens, afkomstig van een veelheid aan producenten kunnen worden uitgewisseld en gedeeld (tussen alle betrokken partijen, zoals patiënten, medisch personeel, ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, evenals de verzekeringswereld). Met tevens de eis om die gegevens op een beveiligde wijze te verzenden, op te slaan en te verwerken doorheen netwerken en in cloud-omgevingen.

Om te komen tot een zorgverlening die tegelijk goedkoper en van hogere kwaliteit is, toegankelijk voor iedereen, moet ook worden overgestapt van een 'event driven' gezondheidszorgmodel (in casu ingrijpen als er wat fout loopt) naar een 'continu zorg'-model, met een actief betrokken patiënt (ongeacht locatie, tijdstip, beschikbaarheid van arts en dies meer).

In de VS wordt bij dat alles ook gekeken naar een versoepeling van het wetskader (onder meer om geneesheren virtueel actief te laten zijn over de grenzen van de Amerikaanse staten). Voorts zal ook het aspect 'privacy' de kop opsteken. Des temeer omdat in de VS al die digitale en mobiele voorzieningen tot een soort 'quantified self' (door 'self tracking') moeten leiden, waarbij de continue gegevens (zoals wat en hoeveel je eet, je slaapgewoonten, fysieke toestand... en gemoedsgesteldheid etc.) van een persoon in de 'value chain' van de gezondheidszorg worden ingevoerd. Op basis daarvan kunnen dan terugbetalingen worden berekend. Met andere woorden, als iemand er een minder dan optimaal gezonde levensstijl op nahoudt, kost dat hem of haar centen... Het doel is om met dat alles kosten te besparen door medische praktijken die hun waarde hebben bewezen, tegen een lagere kostprijs, aan te bieden voor een 'rond de klok' welzijnsmonitoring, evenals het snel onderkennen van gezondheidscomplicaties. Om personen aan te zetten er een betere levensstijl op na te houden, kan daarbij worden gedacht aan diensten als 'virtuele telecoaching sessies', of een uitdaging in de vorm van een spelletje ('gamification').

Nood aan een ecosysteem

F&S ziet dit jaar als belangrijk voor de ontwikkeling van een ecosysteem rond 'digital health'. In het bijzonder is er nood aan standaarden om gegevens uit te wisselen, evenals interfaces tussen verschillende toepassingen (api's). Hoewel er vooruitgang wordt geboekt, ziet F&S in de VS nog niet zo'n echt ecosysteem, aangezien ca. 95 procent van de ziekenhuizen daar nog geen vorm van informatie uitwisseling kennen. F&S acht het creëren van een open data uitwisseling wel een 'business' noodzaak. Immers, toepassingen als 'data analytics' moeten data uit een reeks bronnen kunnen samenbrengen. Sommige bedrijven verkiezen een gesloten omgeving, met het oog op een 'lock in' van de gebruikers, maar wie vooruit denkt aan toepassingen als heel gerichte gezondheidszorg kan daar beter van afstappen.

Ook in België

Vanzelfsprekend doet F&S zijn voorspellingen met een Amerikaanse bril op de neus. Zo staat België ongetwijfeld al heel wat verder wat betreft de uitwisseling van gegevens tussen alle betrokken partijen, inclusief een bescherming van de toegang tot die gegevens.

Op andere gebieden worden inspanningen geleverd, in het kader van het 'Actieplan e-gezondheid 2015-2018'. Zo betreft het 'actiepunt 19' de 'mobile health' middelen met het oog op "digitale (hard en software) toepassingen die het mogelijk maken voor een patiënt, voor zijn omgeving en voor verschillende verstrekkers en stakeholders, om 24/24u informatie en gegevens met betrekking tot gezondheid te verzamelen, te visualiseren, op te slaan, te delen, en het verstandig te gebruiken," (intro van actiepunt 19). In dat verband werden eind 2016 in totaal 24 projecten (uit 98 ontvangen voorstellen) geselecteerd die in 2017 gedurende zes maanden zullen lopen. Bij de keuze kwamen verschillende zorgdomeinen aan bod, zoals cardiovasculaire aandoeningen (7 projecten), chronische pijn (2), diabetes (3), geestelijke gezondheidszorg (3), stroke (2), gecombineerde projecten (4) en 'varia' (3). In totaal trekt minister De Block hiervoor 3,25miljoen euro uit.

Allicht belangrijker nog is dat ook in België aan het ecosysteem wordt gewerkt, en niet alleen wat de uitwisseling van data betreft. Voor ministers De Block en De Croo houdt dat onder meer de oprichting van een 'Digital Health Valley' in, waar bedrijven kunnen "investeren in de ontwikkeling van digitale gezondheidszorgproducten". Bijzondere aandacht zal daarbij moeten uitgaan naar het stimuleren van opstartbedrijven en -bedrijfjes, door hen zo snel mogelijk in contact te brengen met de mogelijke stakeholders, met het oog op de ontwikkeling van realistische en concurrentiële producten (apps en toepassingen, met eerbiediging van alle security- en privacy vereisten). En door ook tussen hen een samenwerking te bevorderen, met het oog op de ontwikkeling van soliede gedistribueerde platformen. Immers, de 'digital health' markt staat nog aan het begin van een explosieve groei, zoals F&S duidelijk maakt, maar het zal een markt zijn waar integratie en interoperabiliteit absolute 'musts' zijn.Guy Kindermans

Natuurlijk plaatst Frost & Sullivan die voorspellingen vooral in het perspectief van de Amerikaanse gezondheidszorg. De digitale ontwikkelingen moeten immers het kostenplaatje van die zorg beheersbaar houden, want de financiering ervan is in de VS nu eenmaal een geheel van zware ongelijkheden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Frost & Sullivan heel wat aandacht besteedde aan de Affordable Care Act (ACA) van voormalig president Obama en de mogelijke gevolgen van een afschaffing ervan (wat tot nog meer bezuinigingen zou leiden). En dat terwijl op dat ogenblik ook nog niet duidelijk was wat president Trump ter vervanging van de ACA zou voorstellen. Volgens Frost & Sullivan leidde die onzekerheid in de VS al zeker tot een blokkering van ict-investeringen die niet absoluut nodig zijn, wat de prijzen in de medische ict-wereld onder druk zet (en uiteindelijk ook in minder inkomsten en dus minder middelen voor onderzoek en ontwikkeling kan resulteren).Ondertussen faalde de (eerste en voorlopig laatste) poging tot goedkeuring van een nieuwe 'Trumpcare' wet (de American Health Care Act) en het is niet zonder reden dat de aandelenkoersen van een rist beursgenoteerde bedrijven uit de gezondheidszorg meteen een stevige opkikker kenden, in het bijzonder de ziekenhuisketens (gemiddeld 3 tot 7 procent hoger). Niet alleen kijken de ziekenhuizen naar digitale technologie voor besparingen, maar ook en in het bijzonder de ziekteverzekeringsbedrijven (onder meer om voor een patiënt de meest effectieve behandeling voor een zo scherp mogelijke kost te vinden).Voor Frost & Sullivan (F&S) vormen de 'digital health' ontwikkelingen de motor van de transformatie van de gezondheidszorg. En die 'digital health' markt is niet monolithisch, maar een geheel van domeinen die naar elkaar toegroeien, zoals mobiele gezondheid (mHealth), telegeneeskunde en dies meer. Digital health en het hele 'draagbare ecosysteem' ('wearables') moet versmelten tot één continuüm, met in 2017 de opkomst van toestellen die onderling samenwerken als een 'platform'. Tegen 2025 moet dat volgens F&S resulteren in een samenhangend en flexibel gebruik, ongeacht wie de betrokken sensoren levert en met een integratie van de klinische data.Voorts zal er een verschuiving plaatsvinden van het beheer van chronische ziektetoestanden (monitoring) naar het aanpakken van routineuze gezondheidsproblemen, evenals een preventieve aanpak om chronische aandoeningen ten gevolge van een levensstijl te voorkomen - dat alles met goedgekeurde toestellen van medische kwaliteit. F&S verwacht hierbij dat meer bedrijven hiervoor andere bedrijven zullen overnemen (in plaats van alles zelf te ontwikkelen), met het oog op snellere marktintroducties van producten met minder investeringskosten. Hierbij zullen ook teleconsultaties, evenals virtuele onderzoek- en telediagnose tools een belangrijke rol spelen, in combinatie met 'mHealth' (dank zij de bijzonder brede verspreiding van smartphones onder de bevolking). Daarnaast zal ook een 'Internet of Medical Things' (IoMT) zich ontwikkelen, om een infrastructuur van digitale gezondheidsvoorzieningen doorheen de hele maatschappij te bouwen.Graag ziet F&S ook meer ontwikkelingen rond 'AI'-gesteunde (artificiële intelligentie) gebruikersinterfaces voor de eindgebruikers, vergelijkbaar met voorzieningen zoals Siri, Cortana en Alexa (Amazon's voice service, die onder meer in toepassingen voor gezondheidszorg werd aangewend, met demonstraties op de CES beurs begin 2017). Met ook hier graag een interoperabiliteit tussen systemen.Dit alles zal niet zonder uit dagingen zijn, zoals het creëren van platformen waar al die gegevens, afkomstig van een veelheid aan producenten kunnen worden uitgewisseld en gedeeld (tussen alle betrokken partijen, zoals patiënten, medisch personeel, ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, evenals de verzekeringswereld). Met tevens de eis om die gegevens op een beveiligde wijze te verzenden, op te slaan en te verwerken doorheen netwerken en in cloud-omgevingen.Om te komen tot een zorgverlening die tegelijk goedkoper en van hogere kwaliteit is, toegankelijk voor iedereen, moet ook worden overgestapt van een 'event driven' gezondheidszorgmodel (in casu ingrijpen als er wat fout loopt) naar een 'continu zorg'-model, met een actief betrokken patiënt (ongeacht locatie, tijdstip, beschikbaarheid van arts en dies meer).In de VS wordt bij dat alles ook gekeken naar een versoepeling van het wetskader (onder meer om geneesheren virtueel actief te laten zijn over de grenzen van de Amerikaanse staten). Voorts zal ook het aspect 'privacy' de kop opsteken. Des temeer omdat in de VS al die digitale en mobiele voorzieningen tot een soort 'quantified self' (door 'self tracking') moeten leiden, waarbij de continue gegevens (zoals wat en hoeveel je eet, je slaapgewoonten, fysieke toestand... en gemoedsgesteldheid etc.) van een persoon in de 'value chain' van de gezondheidszorg worden ingevoerd. Op basis daarvan kunnen dan terugbetalingen worden berekend. Met andere woorden, als iemand er een minder dan optimaal gezonde levensstijl op nahoudt, kost dat hem of haar centen... Het doel is om met dat alles kosten te besparen door medische praktijken die hun waarde hebben bewezen, tegen een lagere kostprijs, aan te bieden voor een 'rond de klok' welzijnsmonitoring, evenals het snel onderkennen van gezondheidscomplicaties. Om personen aan te zetten er een betere levensstijl op na te houden, kan daarbij worden gedacht aan diensten als 'virtuele telecoaching sessies', of een uitdaging in de vorm van een spelletje ('gamification').F&S ziet dit jaar als belangrijk voor de ontwikkeling van een ecosysteem rond 'digital health'. In het bijzonder is er nood aan standaarden om gegevens uit te wisselen, evenals interfaces tussen verschillende toepassingen (api's). Hoewel er vooruitgang wordt geboekt, ziet F&S in de VS nog niet zo'n echt ecosysteem, aangezien ca. 95 procent van de ziekenhuizen daar nog geen vorm van informatie uitwisseling kennen. F&S acht het creëren van een open data uitwisseling wel een 'business' noodzaak. Immers, toepassingen als 'data analytics' moeten data uit een reeks bronnen kunnen samenbrengen. Sommige bedrijven verkiezen een gesloten omgeving, met het oog op een 'lock in' van de gebruikers, maar wie vooruit denkt aan toepassingen als heel gerichte gezondheidszorg kan daar beter van afstappen.Vanzelfsprekend doet F&S zijn voorspellingen met een Amerikaanse bril op de neus. Zo staat België ongetwijfeld al heel wat verder wat betreft de uitwisseling van gegevens tussen alle betrokken partijen, inclusief een bescherming van de toegang tot die gegevens.Op andere gebieden worden inspanningen geleverd, in het kader van het 'Actieplan e-gezondheid 2015-2018'. Zo betreft het 'actiepunt 19' de 'mobile health' middelen met het oog op "digitale (hard en software) toepassingen die het mogelijk maken voor een patiënt, voor zijn omgeving en voor verschillende verstrekkers en stakeholders, om 24/24u informatie en gegevens met betrekking tot gezondheid te verzamelen, te visualiseren, op te slaan, te delen, en het verstandig te gebruiken," (intro van actiepunt 19). In dat verband werden eind 2016 in totaal 24 projecten (uit 98 ontvangen voorstellen) geselecteerd die in 2017 gedurende zes maanden zullen lopen. Bij de keuze kwamen verschillende zorgdomeinen aan bod, zoals cardiovasculaire aandoeningen (7 projecten), chronische pijn (2), diabetes (3), geestelijke gezondheidszorg (3), stroke (2), gecombineerde projecten (4) en 'varia' (3). In totaal trekt minister De Block hiervoor 3,25miljoen euro uit.Allicht belangrijker nog is dat ook in België aan het ecosysteem wordt gewerkt, en niet alleen wat de uitwisseling van data betreft. Voor ministers De Block en De Croo houdt dat onder meer de oprichting van een 'Digital Health Valley' in, waar bedrijven kunnen "investeren in de ontwikkeling van digitale gezondheidszorgproducten". Bijzondere aandacht zal daarbij moeten uitgaan naar het stimuleren van opstartbedrijven en -bedrijfjes, door hen zo snel mogelijk in contact te brengen met de mogelijke stakeholders, met het oog op de ontwikkeling van realistische en concurrentiële producten (apps en toepassingen, met eerbiediging van alle security- en privacy vereisten). En door ook tussen hen een samenwerking te bevorderen, met het oog op de ontwikkeling van soliede gedistribueerde platformen. Immers, de 'digital health' markt staat nog aan het begin van een explosieve groei, zoals F&S duidelijk maakt, maar het zal een markt zijn waar integratie en interoperabiliteit absolute 'musts' zijn.Guy Kindermans